Dat zou toneeltechnisch niet passen

De OZC (voluit: de Onafhankelijke Zangclub St. Clara) is druk bezig zich voor te bereiden voor het zangconcours dat elk jaar wordt gehouden in het Parochiehuis te Dirkswoud. Dit jaar zal het worden gehouden op zondag 15 mei, de dag waarop Friedrich Keller in 1943 stierf onder de nazi’s. Hij werd daarop zalig verklaard, meen ik, maar daarover gaat het hier niet.
Het OZC-koor is een vrouwenkoor met een dirigent: Joris Brugmans. Joris gaat vrindschappelijk om met zijn dames. Streng, resoluut, maar vrindschappelijk. Je moet bijvoorbeeld geen C zingen als er een D bedoeld is. Daar zegt Joris iets van.
Ook van de kleding eist hij strikte uniformiteit. Op het zangconcours moet bijvoorbeeld ieder lid van zijn koor dezelfde zwarte schoentjes dragen, hetzelfde rokje, dezelfde haarpin in het hoofdhaar, gestoken achter het rechteroor. Hij controleert dat ook, en geen van de leden zou het anders wensen.
Het jongste lid van OZC, Carla Nagelhout (28), over die controle: ‘Het was weer iets heel anders, moet ik u zeggen! Er deden al verhalen de ronde, natuurlijk, maar… Het begon toen hij aanbelde bij me thuis, op een zaterdagmiddag. Carla, zegt hij nadat hij een kopje koffie had gedronken, kom fysiek eens voor den dag, ik bedoel, kleed je eens helemaal uit. Dat ik kan zien wat voor vlees we in de kuip hebben. Dus ik kleed me uit. Hij zegt: het schaamhaar, daar zou ik wat aan doen. Hoe bedoelt u, vroeg ik. Hij zegt: trimmen totdat je een klein driehoekje over hebt. Hij haalt een schaar uit zijn rechterjaszak en zegt: anders doe ik het zelf wel, blijf eens staan. Doe de gordijnen dicht. En toen begon hij dus te knippen en te knippen en te scheren, want er moest ook een scheerapparaat aan te pas komen. Hij stak op een zeker moment een vinger in mijn kont, en zei: de zangkwaliteiten van een vrouw hangen van dit soort momenten af, Carla! Wat er verder gebeurde, vertel ik niet. Maar God, wat was het lekker! Hij zei nog wel: Carla, jij hebt één van de fijnste asses van het koor. Ik heb bij de volgende repetitie nog aan de dames gevraagd: doet hij dat altijd? Het heerlijke antwoord was: ja, meerdere malen!’
Op het programma van de OZC staan werken van Byrd, Tomkins en Fringe. Van die laatste ken ik geen zangwerken, maar het zal me benieuwen.

1 reactie

  1. Hallo Ben,

    Bij jou zit er dus systeem in. Bij mij niet, ik doe altijd gewoon maar wat. Qua meligheid van het eindresultaat maakt het volgens mij niet veel uit..

Laat een antwoord achter aan Spencer Brandsen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *