De bus stopt voor Centraal, z’n zoon slaapt in z’n armen
De regen plenst hem nat, de wind jankt langs zijn oor
Een drilboor drilt, een heipaal heit, een bouwput zucht
Hij zoekt naar wat hij reeds een week of wat niet vindt
Excercises de style, van Raymond Queneau
Maar dan in ’t Nederlands, vertaald door Rudy K.
En al zijn hoop ligt in de Openbare bieb
Nog voor hij die betreedt, houdt staande hem een vrouw
Haar ravenzwarte haar zwiert duivels in de wind
Ze vraagt of dat hij weet: is dit het postkantoor
De Raadhuis moet je zijn, verdwijn, en wel gezwind
Ze luistert echter half, naar wat hij heeft te zeggen
Ze draait zich om en rent naar ’n grauwgrijze Renault
En onze held gaat voort, door weer en wind en draaideur
Tot blijkt dat bij de Q, het boek onvindbaar is
Hij kijkt, want je weet nooit, toch even digitaal
En daar, daar staat het echt: het boek is er dus wel
Hij zoekt en zoekt en zoekt, en weegt tot slot een ons
Op ’t Bos en Lommerplein. Schoeisel voor zijn zoontje