Ze zit met haar handen in haar schoot gevouwen tegenover me in de stoel. Pafferig gezicht, geblondeerd haar, teveel make-up. Slecht gecamoufleerde zwembandjes in een knalroze sweatshirt. MBO-verzorgstertje. ‘Het komt allemaal door u! Door die akelige rotreclame van u!’ briest ze. Ze doet het stemmetje van ons laatste succesproduct na: ‘Binkie Bananen, de allerlekkerste!’
‘U hebt ze helemaal gek gemaakt meneer! Waarom wilt u dat niet begrijpen?’ Ja ik snap dat onze reclame in het hoofd van je gekkies blijft rondzingen meisje. Daar hebben we hem immers op gemaakt. Als het scherm roze wordt weten ze het natuurlijk al. En ja hoor, daar komt dat knalgele mannetje van ons weer, met zijn kont in de lucht achterstevoren door het beeld dansend, al maar bananen uit zijn achterzak toverend, tot het hele scherm vol ligt. En dan komt het logo van onze klant in beeld, met dat maffe helium-stemmetje dat zegt: ‘Binkie Bananen, de allerlekkerste!’ En dat niet één keer, nee wel tien keer op een avond. Alsof het niks kost.
Maar de klant betaalt, dus de klant bepaalt. En hij kan het lijen. Na jarenlang containers met geld verdiend te hebben in de tussenhandel is onze klant ijdel geworden. Hij heeft het in zijn kop gezet dat zijn toko, ‘Fruitgold’, een begrip moet worden. Zoiets als Unilever. ‘Binkie Bananen’ is zijn eerste product. Hij heeft het als pilot in Nederland uitgezet. Als het aanslaat wordt het in heel Europa gelanceerd.
En het lijkt erop dat we succes hebben. Want de eerste klaagster zit hier voor mijn neus. Met grootse gebaren van haar dikke armen probeert ze me uit te leggen wat er allemaal mis is gegaan in haar gekkie-gekkieland. De grap is dat ze alle geluiden erbij doet. Ze kan zo bij het cabaret…
‘Alle bewoners op mijn paviljoen doen u na meneer! Binkie Bananen, de allerlekkerste! Binkie Bananen, de allerlekkerste!’ De hele dag door schreeuwen ze dat. Om helemaal knetter van te worden meneer! Onze Raoul heeft het het ergst te pakken. Hij is er aan verslaafd! Hij zit nu in de isoleer, maar hij blijft het maar brullen: ‘Blinkie Banannaa! Blinkie Banannaa! Alluhlekkerste! Alluhlekkerste!’ Akelig om te horen en heel vervelend ook, want zo lang hij ergens zo door geobsedeerd is, is hij levensgevaarlijk. Onze Raoul is het broertje van Stan Verstaveren, die bokser, weet u wel? Die Verstaveren zegt dat hij keihard voor zijn spierbundels traint, maar gelooft u daar maar niets van hoor. Onze Raoul traint namelijk nooit en hij is minstens zo breed. Een bíceps meneer, niet meer normaal. En hij is twee meter lang ook nog eens. Maar met het verstand van een kind van vier hè, daarom woont hij bij ons.
Maar gisteravond ging het dus echt helemaal mis met onze Raoul! Ik had avonddienst, dan mogen ze altijd tv kijken in hun pyjama. Nou, u raadt het al, nog voor ik dat apparaat aangezet had, zaten ze al met z’n allen in het tv-hoekje te roepen: ‘Binkie Bananen! Binkie Bananen!’ Dat ging maar door. Raoul zat in een rood flanellen pyjamaatje te wippen, in zijn met speciale stalen banden verstevigde stoel. Hebben we voor hem laten maken nadat hij drie keer door een gewone extra-stevige stoel was gezakt. ‘Blinkie!!! Blinkie Banannaa! Alluhlekkerste!’ Och wat had hij er een zin in.
We keken samen naar hun favoriete soaps. En ieder reclameblok was het weer dezelfde ellende. Als ik probeerde weg te zappen begonnen ze allemaal tegelijk te gillen: ‘Binkie Bananen! Allerlekkerste! Binkie Bananen! Allerlekkerste!’ Zelfs Manuel deed mee. Onze Manuel is blind en diep autistisch. Hij zit in een rolstoel en kan alleen maar Ja, Nee en Papa zeggen. Maar zelfs hij begon dus mee te roepen. Op zijn manier dan: ‘ihhkie anana! Rrrsste!’ zegt hij dan. Ach zo schattig. ‘Ihhkie anana! Rrrssste!!’
Ik probeerde slim te zijn en weg te zappen vóór het reclameblok begon, maar als ik dat deed begonnen ze pas echt keihard te gillen en te joelen. Tot ik hem weer terugzette natuurlijk, zodat ze dat stomme mannetje van u weer konden zien. En och, wat werd er dan gekwijld, gelachen en geklapt, terwijl dat gele ettertje van u door het scherm danste, al maar trossen bananen uit zijn achterzak trekkend. O ze vinden het zo prachtig.
Manuel zat grijnzend en kwijlend op zijn hand te bijten. Ik aaide hem over zijn bol. Hij is best heel lief. Maar, autist als hij is, komt er op gezette tijden telkens weer dat ‘Ihhki anana! Rrrssste!!’ uit. Ook zonder reclame. En als hij het zegt, begint de hele groep weer hè: ‘Binkie Bananen, de allerlekkerste! Binkie Bananen, de allerlekkerste!’ Ik ben het meer dan zat, dat snapt u zeker wel hè? Maar er is niets aan te doen. Gisteravond ook niet. Het reclameblok kwam en ging, het geschreeuw zwol aan en nam af. Ik stak mijn vingers uiteindelijk maar in mijn oren.
Tijdens de laatste Binkie-reclame, vlak voor bedtijd, gebeurde het. Sjef, een dikkerd met het syndroom van Down, stond ineens op. Hij rende naar het toestel en ging er voorovergebogen voor staan, zijn enorme achterwerk naar ons toe. Zijn bruine pyjamabroek zakte naar beneden, ik had uitgebreid de gelegenheid om de pukkels rond zijn bilspleet te bewonderen, terwijl hij het dansende mannetje met een vettige, mollige vinger over het beeldscherm volgde. Hij riep al maar: ‘Bikkie Banyan, alle-meekuste!’
De medebewoners waren woest! ‘Binkie! Binkie! Iieeehhh!!!’ gilden ze. Ik stond op om Sjef opzij te duwen. Maar tot mijn grote verrassing nam hij het toestel in zijn armen en trok het met stekker en al uit de muur! Een jaren negentig bakbeest met een zwaar glazen beeldscherm nota bene! Hij lachte zijn mongolenlachje naar me en begon met de tv in zijn armen door de woonkamer te rennen, zijn blote voeten kletsend op het gele zeil. En maar ‘Bikkie Banyan, alle-meekuste!’ roepen hè.
Raoul zat doodstil in zijn stoel. Hij keek met open mond naar de rondrennende Sjef. Een vragend ‘Blinkie?’ ontsnapte uit zijn mond. Zijn gezicht verschoot van rood naar wit. Ik zag de spieren in zijn armen trekken terwijl hij in zijn massieve nek krabde. Dit ging fout aflopen. Ik drukte op het rode knopje op mijn pieper, maar niemand reageerde. Het systeem reageerde niet, dat hebben we soms. Of iedereen zat patience op de computer te spelen met de pieper uit. Kan ook. Ik weet het niet. Het enige wat ik weet is dat ik ademloos toekeek terwijl Raoul, logge Raoul, goederentrein-Raoul, soepel als een kat opstond en op Sjef afrende. De spiermassa’s in zijn lange gorilla-armen golfden terwijl hij een greep naar de televisie deed. Maar Sjefke was sneller. Hij lachte, stak zijn lange mongolentong uit en rende met het toestel voor zijn buik weg.
‘Alluhlekkerste!’ brulde Raoul. Een enorme arm als een bouwkraan zwaaide richting Sjefs hoofd. Sjef dook er onderdoor en hobbelde verder. Raoul stond te stampvoeten: ‘Blinkiee! Alluhlekkerste!’ Het schuim stond hem om zijn mond. Maar hij greep telkens mis. Ik stond nagelbijtend op mijn pieper te drukken. Maar in mijn eentje kon ik niets doen. Sjef is al veel te sterk voor me, en Raoul was ontketend. Ik heb hem nog nooit zo kwaad gezien. Hij is verder een doodgoeie jongen hoor, echt waar. Hij doet nog geen vlieg kwaad. Het komt gewoon door die snertreclame van u!
Het was een paar tellen muisstil in de groepskamer. Maar toen begon Manuel weer. Knipperend met zijn blinde oogjes, trillend van de Parkinson: ‘Ihhki anana! Rrrssste!’ En de hele club viel weer bij: ‘Binkie Bananen, de allerlekkerste! Binkie Bananen, de allerlekkerste!’ Manuel kwam overeind uit zijn rolstoel en begon te fladderen met zijn handen. ‘Rrrssste!! RRSSSTE!!’ riep hij. Ach, hij stond daar maar te trillen en bijna om te vallen. Al maar ‘RRRSSTE!!’ roepend.
Raoul keek verwilderd om zich heen; zijn ogen waren bloeddoorlopen, zijn spieren gespannen als meerkabels. En Sjefke gewoon pal voor zijn neus staan hè! Hij gooide zijn raargevormde hoofd in zijn nek en brulde spugend: ‘Bikkie Banyan, alle-meekuste!’ Hij stak zijn kont in de lucht en deed het gekke dansje van het mannetje na. Precies op tijd om Raouls mokervuisten te ontwijken.
‘Alluhlekkerste…’ gromde Roaul. Sjef rende giechelend met de tv rond de eettafel. Raoul veranderde van tactiek. Hij greep een bloemenvaas van de kast en keerde die om. Het water kletste op de grond, de bloemen vielen er bovenop. Raouls arm boog naar achter als de arm van een middeleeuwse katapult. Hij haalde uit en de vaas knalde tegen het achterhoofd van zijn kwelgeest. Zonder een kik te geven zeeg Sjefke ineen. De tv viel met een klap op zijn beeldscherm op het zeil. ‘Blinkie?’ Raoul haastte zich naar de plek waar de tv lag. Zonder Sjef een blik waardig te keuren pakte hij het toestel op en kuste het scherm. Hij nam het onder zijn arm en zette het voorzichtig weer terug op de oude plek. In de beeldbuis zat een flinke verticale barst.
Raoul drukte op alle knopjes, maar de stekker zat er natuurlijk niet in. ‘BLINKIE!!!’ brulde hij en schudde het toestel heen en weer. Aaron stond op om hem te helpen. Aaron is een magere Indische jongen met enorme voortanden. Een schat. Hij loopt altijd in een witte pyjama met stippen en hij heeft iets met techniek. Ik stond op om in te grijpen, maar kreeg zo’n vuile blik van Raoul dat ik maar weer ging zitten. Aaron liep naar het toestel, zijn hoofd bewegend als een kip. Dat doet hij altijd. Hij pakte de stekker en stak hem in het stopcontact. Ongelofelijk genoeg begon het gebarsten scherm te sneeuwen. ‘Blinkie!’ riep Raoul en omarmde de televisie. Hij kuste het gebarsten glas nog eens, precies op het moment dat Aaron de antennestekker inplugde. Achter het beeldscherm knalde iets en Raoul kreeg een flinke stroomstoot, dwars door zijn lippen. Hij sloeg achterover en knalde met zijn achterhoofd tegen het zeil.
Aaron begon zenuwachtig met een vlakke hand tegen zijn hoofd aan te slaan. Raoul kwam kreunend overeind. Zonder een woord te zeggen pakte hij de Indische jongen bij zijn nekvel en ramde diens hoofd in één vloeiende beweging dwars door het beeldscherm. Raoul kreeg weer een flinke schok en Aaron verdween onder luid glasgerinkel en geknetter de tv in. De arme jongen lag stuiptrekkend met z’n hoofd in het toestel, bloedend uit zijn nek. Het apparaat begon te roken. Toen ik op het idee kwam de stekker uit het stopcontact te trekken was hij denk ik al dood.
En dat, dat is nu het resultaat van jullie Binkie Bananen reclame. Jullie moeten hier iets aan doen! Wie is hier verantwoordelijk voor?’ Ze legt een mollige vuist op tafel en kijkt me met zo hoog mogelijk opgetrokken wenkbrauwen aan. Ik knabbel aan mijn pen. ‘Hmmm…. Verantwoordelijk? De verantwoordelijke? Dat zijn we eigenlijk allemaal. We hebben deze campagne samen bedacht. Weet u wat? Ik geef het vanmiddag aan mijn collega’s door. Zullen ze leuk vinden. Wat zegt u? Schadevergoeding voor uw instelling en voor de familie? Nee, dat denk ik niet hoor. U moet even iets goed begrijpen: wij zijn een reclameburo, geen verzekeringsmaatschappij. Onze disclaimers zijn duidelijk genoeg. U kunt ze inzien op het web. Prettige middag nog.’ Ze staart me met open mond aan. Ik pak een banaan uit de schaal en begin al etend iets te twitteren. Een Chiquita natuurlijk.