Euh, ik stap, euh uit bus 21. Halte Centraal Station. In de stad waar ik met zoveel plezier burgemeester was. Tot nu toe gaat het goed. De kinderwagen slaapt in mijn zoon, of, nee, euh euh, ik bedoel… Ik loop winderig langs de bouwputten naar de Openbare Biobak. Of, euh… ik bedoel… Op zoek naar Oefenstijlen van Bruno, nee euh, Raymond Queneau. Dat moeten we met z’n allen niet willen. Of, of… euh… ik bedoel: Amsterdam is een chaos hier. Dat komt, wij waren amateurs in feite. Goedwillende amateurs. Maar, euh, amateurs.
Vlak voor de biliblio… blibilio… bibelibido… vlak voor de biotheek word ik aangeklampt door een vrouw met harte zwaren, of euh, nee, ik bedoel… Ze praat Frans met een Engels accent, of… nee… andersom. Ze vraagt of dit het kotspantoor is. Polskantoor, bedoel ik. Postkantoor. Ja, zeg ik, euh, euh, dit is het ponskartoor, of nee, niet, of… Raamhuigstraat! Daar moet u zijn! Een auto gaat achteruit vooruit. De vrouw draait haar borsten, euh hoofd om en rent achter de auto aan.
Binnen zoek ik op de, euh, tweede verdiepgang bij de Q naar Stijfoenelingen. Maar niks. Euh, voor de zekerheid zoek ik nog bij alle andere letters van het albafet, maar niks, of, nee, dus… Dit is precies wat we met z’n allen niet willen! Op de computer euh tik ik het gezochte boek in en waarimpel, het is wel dergelijk, euh euh, aanwezend. Samen met een wedemerker, euh, zoek ik nogmaals, maar niks. Nogmaals: en dáár gaat het om. De medewerker raadt mij aan een stuur te mailen naar het magere zwijn, euh, ik bedoel het magazijn. Ik euh mail een mailtje en een kwartier later mailt het magazijn terug dat het gebochte zoek gewoon op de daartoe euh euh aangezwollen plek zou moeten liggen.
Op het, euh, Lomp en Boschkerplein koop ik een paar, euh babyschoentjes. Want het moét eerlijker in dit, euh, land!
Bij het lezen van dit stuk brak de zon door en tevens mijn vliezen.
Ik denk dat ik het pasgeboren kindje “Nruks” zal noemen, toevalligerwijs betekent dit in het “yuri” namelijk:
“Hij die een kleintje heeft maar wel weet waar je de pinda’s koopt”, en zeg nu zelf, zo noemen we ons zelf allemaal toch als we in onszelf bab’len ?
Ik dacht altijd: Job zeurt wel een beetje, maar verspreekt hij zich ook? Ik zal er eens op gaan letten, want het moet eerlijker in dit land!
Hij wordt toch niet voor niets ‘de hakkelaar’ genoemd? Dat verspreken heb ik er een beetje aan toegevoegd om én te pesten én om het leuker te maken.
Ja, dat dacht ik wel. Je bent volledig geslaagd in je opzet. Topstukje!
Veel ‘euh’ zeggen is overigens een teken van intelligentie. Of nee, ik bedoel (euh) van je hersens gebruiken, want mensen die zonder haperingen doorpraten geven zich geen tijd om hun hersens te gebruiken. Het is ook daarom zo prettig dat Obama ondanks de vele trainingen die hij heeft gekregen om het euh-zeggen af te leren, het toch is blijven doen.
Ja, maar je kunt ook opgegroeid zijn in de jaren vijftig of zestig. Dan wist je dat dat ‘euh’ zeggen een intelligente indruk maakte. Joop den Uyl bijvoorbeeld, die zei: ‘Euh, twee dingen.’ En dan noemde hij maar één ding dat relevant was, en nog één zonder enig belang.
Job Cohen zou ik niet één twee drie hiervan willen beschuldigen, maar volgens mij zegt hij ‘euh’ uit een gewoonte die ontwikkeld is in die Joop den Uyl-tijd.
“Euh” is gewoon jargon, om de tegenstander op te laten houden geintresseerd in je te zijn.