Het ronddeelei

Op het werk hebben we ook een koelkast. Twee eigenlijk. Drie zelfs, als je de aparte vrieskist meerekent. De koelkasten zitten vol met blikjes fris, flessen wijn of bier, 1 pak melk voor de thee, zulke dingen. Op een gewone werkdag was ik iets aan het zoeken in een van die apparaten toen ik op iets merkwaardigs stuitte. Een soort frisbee van karton, of van samengeperst hooi, het kon allebei zijn geweest. Ik nam het ongeïdentificeerd object ter hand en las het etiket: ‘Ronddeeleieren’.

Ronddeeleieren. Iemand op het werk had speciale eieren gekocht om uit te delen. Als traktatie. Voor een verjaardag of zo. Iemand op een ander werk had die speciale eieren bedacht. Als traktatie. Voor een verjaardag. Ik bleef voor een open koelkast met die bruine frisbee in mijn hand een stuk of 3 volle minuten stokstijf staan mijmeren over het geval van ‘de Ronddeeleieren’. Wat een briljante geest had zoiets bedacht! Welk  een boeiende ontwikkeling had ik daar gemist, dat mensen opeens niet meer alleen maar snoep wilden uitdelen, maar ook voorgekookte eieren! Hoe verantwoord! Dat had vast en zeker te maken met ouders van scholieren die het beu waren dat hun kinderen al dat zoets voorgeschoteld kregen elke keer dat een van de 1000 medescholieren verjaarde. Ze hadden het pluimveebureau getipt: ‘Kunnen jullie niet iets gezonds verzinnen om uit te delen op school?’ En ja hoor, hij of zij had het verzonnen: de Ronddeeleieren. Na het cherrytomaatje, de snoepradijs en de lilliputterpaprika, het Ronddeelei. Ik was er stil van.

Mijn man haalde mij uit mijn rêverie. ‘O hier zijn de eieren die ik kwijt was,’zei hij, ‘de biologische waren op, ik heb die maar genomen.’ ‘Zijn die om uit te delen?’ vroeg ik. ‘Nee, hoezo?’

Toen begreep ik het. Er stond niet Ronddeeleieren op het etiket, maar Rondeeleieren. Ik had alsnog geen flauw idee wat Rondeeleiren waren, maar met uitdelen op school had het dus niets te maken. Later zag ik op TV dat die vliegende schotel van samengeperst hooi een miniatuur moest voorstellen van een New Age eierenfabriek, genaamd het Rondeel. Alle bewondering voor de geest die deze briljante vorm van vooruitstrevende agrarische ontwikkeling had bedacht werd echter in de kiem gesmoord: ik blijf maar terugverlangen naar de Ronddeeleieren.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

3 Reacties

Laat een antwoord achter aan jan Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *