Ik heb nooit koorts. Nou ja, ik kan mij niet meer herinneren wanneer de thermometer mij voor het laatst vertelde dat ik koorts had. Misschien dat mijn lichaam en geest hebben besloten nooit meer koorts te krijgen sinds die ene keer, toen ik 13 was. Ik heb toen echte koortsdromen gehad, regelrechte nachtmerries.
Een 3 meter hoge houten kabelhaspel staat boven aan een helling en begint naar beneden te rollen. Steeds harder, en harder, en harder. De blauwe kabel kleurt langzaam fel oranje, door de hitte. Ik ren voor die haspel uit, en kan nergens heen. Telkens als het ding mij inhaalt, ik de intense hitte in mijn rug voel en mijn voeten worden geraakt door het rondtollende gevaarte schrik ik badend in het zweet wakker.
En roep ik heel hard om mijn moeder.
Koorts heb ik sindsdien dus niet meer gehad. Wel iets anders.
Ik voel, in een toestand waarin andere mensen koorts zouden hebben, een soort van elektrisch geladen ‘wave’ door mijn lichaam schieten. Een golfbeweging die begint in mijn tenen en eindigt in mijn hoofd wanneer de golf tegen mijn schedelwand kletst en terugrolt. Als de Noordzee branding die probeert het strand op te kruipen, en met iedere golfbeweging iets wint, maar altijd weer terug de zee in stroomt. Om uiteindelijke in het zelfde ritueel met iedere golf weer een beetje strand prijs te geven.
´Woessjjjjj´
Een beetje gek wel ja.
Maar ik roep in ieder geval niet meer om mijn moeder.