De eerste maandag van het jaar

Voor het eerst in mijn leven heb ik geen zin. De taken grijnzen mij tegemoet; hun tanden geel van sleur, uitnodigend, dreigend.
Ik wil terug naar bed.
En dan huilen.

Ik wil terug naar de besneeuwde velden zo ver het oog reikt, de wegschietende hazen, de kraakheldere hemel boven oneindig wit land. Ik wil de schittering op kruiend ijs. Sjouwen met houtstammen, grote vuren stoken.
Ik wil mezelf verliezen in de tijdloze tijd.

Computers gaan aan, met hun Linux, met hun Windows: even vijandige monsters. Miljoenen mailtjes moeten een antwoord, juristen worden geraadpleegd, rekeningen gemaakt, rekeningen betaald. De telefoon zal rinkelen en ik zal iemand moeten zijn.
Het eeuwige geregel en gehaast.

Dit is de eerste maandag van het jaar. Ik ben niet alleen.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

1 reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *