Schuld en boete

Nu de terreur in Amsterdam vaste vormen heeft aangenomen (serie gewelddadige inbraken thuis, blijvende intimidatie in de openbare ruimte) voel ik ook de neiging om te roepen: ‘Streng aanpakken die lastpakken.’ Ik heb echter onlangs begrepen waarom harder straffen niet werkt. Dat zal ik hier uitleggen.
Het gaat niet om schuld en boete, maar om schuld en slachtofferschap. Als je uitgaat van schuld en boete, dan blijft de crimineel in zijn rol van crimineel. De boete/straf heeft immers zijn zonde weggewassen, en hij kan weer van voren af aan beginnen. Een boete/straf doet enkel fysiek lijden. Fysiek lijden is vele malen beter te doorstaan dan psychisch lijden, oogt stoer en genereert martelaarschap. Hoe bereik je optimaal psychisch lijden? Door enerzijds het schuldbesef te optimaliseren en anderzijds het gevoel van slachtofferschap te minimaliseren. Schuld en slachtofferschap, dus.
Slachtofferschap: een miskend gegeven heden ten dage. Een van de belangrijkste redenen waarom minder bedeelden zich gerechtigd voelen om tot onoirbare daden over te gaan. Dat effect is een belangrijk onderdeel van de psychologie van slachtofferschap, in het engels ‘entitlement’ genoemd. Wat we moeten doen met de aggressor is dus te allen tijde voorkomen dat hij (het zijn voor het overgrote deel mannen, puberjongens) zich slachtoffer gaat voelen.
Hoe doe je dat?
Mijn allereerste ingeving bij het horen hoeveel een jonge crimineel de samenleving kost aan reïntegratietrajecten (180.000 euro p/jaar) was: geef dat geld gewoon meteen aan alle potentiële draaideurcrimineeltjes. Hoeven zij daar niet meer voor te stelen, te moorden en te treiteren. Zij blij, wij blij. Maar dat is wellicht een brug te ver. Daarom de volgende realistische suggesties:
Ten eerste: we stoppen collectief met wijzen naar zijn verschrikkelijke jeugd, of naar het erbarmelijke lot van de oergastarbeiders (in het veelvoorkomend geval van een dader die zich identificeert met een ethnie). Niet meer doen. Werkt averechts.
Ten tweede: we geven geen straf meer. Straf ontdoet hem van schuld, en geeft hem een gevoel van slachtofferschap, wat, zoals zonet uitgelegd, nieuwe misdaden triggert.
Ten derde: we vergeten hem volledig, we negeren hem. Er word dus niet over hem geschreven in de kranten, niet over gesproken op TV. Hij verdwijnt in onherroepelijke vergetelheid.
Wat we voortaan wel doen is hem weghalen uit ons midden. Voorgoed opsluiten in een aangename omgeving, bijvoorbeeld in een opgepimpte gevangenis in Nederland of nog beter, in een van die peperdure Jellinekklinieken op Curaçao. Crimineel zijn is immers ook een verslaving. Als dat niet zo was hoefden we er niets aan te doen, want recidive zou niet bestaan. Dat is wat een beschaafd land aftekent tegen een barbaars. We hebben er het geld voor, en blijkbaar ook de cellen, die we anders aan België moeten verhuren, dus hoeven we lastposten niet meer te doden. We kunnen ze eeuwig laten voortsudderen in hun eigen schuldbesef, dat hen dagelijks stevig wordt ingepeperd door het verplicht bijwonen van uitzendingen over de gevolgen van hun daden. Ver van onze gerieflijke leventjes. Waar ze NOOIT meer terugkeren.
Voor hun collega’s in spe zal dat heilzaam werken: wie van die opgroeiende crimineeltjes in de dop zal nou tegen gasten opkijken, die hun leven als luxe poedels doorbrengen zonder ooit maar iets te hoeven doen? Dat zijn geen helden, dat zijn mietjes.
Als dat mijn lezers te lieftallig in de oren klinkt, dan kunnen we ze ook castreren. Van loslopende castraten in het wild heeft immers nog nooit iemand last gehad. Doen we al volop met paarden en katers. En het is behoorlijk goedkoop ook.
P.S.: Schuld en Boete, de weergaloze roman van Dostojevski, nog niet gelezen? Voor wie nog niet ontboekt is: alvast in de koffer doen voor de volgende vakantie! En bij het lezen, niet vergeten: Dostojevski had humor. Als u mij niet gelooft dan moet u l’Idiot lezen, in het Frans (in het Nederlands is de humor wegvertaald. Het Nederlands is gewoon te zwaar voor Dostojevski: hij heeft een taal die moet sprankelen, net als de Russische geest). Ik verklap alvast dat Schuld en Boete iets van een happy ending krijgt. Dat is vast leuk om te weten, van te voren, anders zou u kunnen zwelgen in pathos. En dat kan nooit de bedoeling van de geniale Dostojevski zijn geweest!
Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

8 Reacties

  1. ‘Wat zeg je me nou!’ brieste de generaal.
    ‘Ik zeg dat Dostojevski een goede schrijver was!’ stak zij het vuur aan.
    ‘Dostojevski!!?’ ontstak de zoon van de generaal in woede.
    ‘Ja, een man met humor!’ hing zij de ketel boven het vuur.
    ‘Met wat???’ opende een derde heer de deur van het vertrek.
    ‘Humor!’ pakte zij een werkje van Poesjkin.
    ‘Om te lachen zeker!!’ maakten allen zich vrolijk.

  2. Ja, Suzanne(ke), maar neem nu De Gebroeders Karamazov, dat telt 800 pagina’s. Zijn andere boeken nemen ook 800 pagina’s, soms meer, heel soms minder. Kun jij uit die broers Karamazov één broer tevoorschijn halen, waar je het mee eens bent? Eén broer waarvan je zegt: ja, dat standpunt kán. Volgens mij moet er in elk boek dat geschreven is, iets zitten van: oké, de man heeft een verrot leven geleid, maar dáár heeft hij in elk geval gelijk in gehad. Daar is in De Gebroeders Karamazov geen sprake van. Er zit zelfs geen dronkeman in, die iets waardevols zegt.
    Ik denk dan ook dat Dostojevski groot is geworden, onder meer door die romans van 800 pagina’s. De mensen denken dan: godverdomme, zovéél pagina’s, dat moet wel iets wezen. Quod non.

  3. En dan denk ik aan Aljosja, Aljosja Karamazov, die de kinderen na het overlijden van een leeftijdgenoot toesprak: “Ja, hij is dood, maar nu [na zijn begrafenis]gaan we allemaal samen pannenkoeken eten”. En dat vond ik toen mooi, dat trof mij. Simpel, maar hoe waar.

  4. Zo langzamerhand verafschuw ik werkelijk alles wat ook maar met links, criminele allochtonen en moslimextremisten te maken heeft en de xenofobie en racisme (waarvan zij anderen beschuldigen) hebben ze zelf veroorzaakt met hun mislukte projecten. Figuren zoals Jetta Klijnsma, die dus bejaarden afschrijft zoals dat zelfs in Nazi-Duitsland voorkwam, alsmede Mario Draghi, een voorstander van nog meer macht aan Brussel en de doorgeslagen politici lijken in plaats van thee gewoon drugs op te drinken om zichzelf daarmee te benevelen!
    Ze denken toch niet echt dat ze zich geliefd gaan maken bij de miljoenen groeiende EU-haters in Europa (dezen mogen van mij allemaal gezegend worden door priesters die hun mening eveneens delen) waarbij het kookpunt zover stijgt dat ze dadelijk in staat zijn om revoluties te ontketenen, moskeeën, islamscholen en overheidsgebouwen in brand te steken, EU-vlaggen te verbranden en hun eigen (linkse) politici met stenen en stokken te bekogelen!
    Deze walgelijke figuren doen mij eigenlijk denken aan een strip in de Tina uit 1983 met als titel ‘Pruiken van Parkins’. In dit verhaal, dat zich 180 jaar geleden in Londen zou hebben afgespeeld, woonde er een zekere Moe Parkins in de Britse hoofdstad met een uiterlijk en karakter dat meer paste bij een heks uit een sprookje! Hoewel Moe oud, blind en vrij gezet was bleek ze niettemin een sluwe en levensgevaarlijke tiran te wezen en weesmeisjes als slavinnen te houden om pruiken voor haar te maken.
    Haar dochter Amanda, in die tijd nog een bondgenoot van Moe, haalde toen op een dag een weesmeisje in de pruikenmakerij, Sandy Davis genaamd. Deze werd eveneens uitgebuit en ze wilde steeds ontsnappen wat echter voorkomen werd door boeven of corrupte agenten die bondgenoten van Moe waren.
    Tot haar grote verwondering ging Moe de desbetreffende Sandy voortrekken boven de andere weesmeisjes en steeds aardiger en luxueuzer te behandelen alsof zij Oom Tom was en door zijn (eveneens verderfelijke) meester Simon Legree tot collaboratie werd verleid. Sandy verafschuwde echter (evenals Oom Tom) de gedwongen samenwerking maar ze was niet tegen Moe en haar gevaarlijke vriend Joe Jarman opgewassen.
    Moe, die natuurlijk schatrijk was geworden door de uitgebuite meisjes en Sandy alleen maar goed behandelde puur uit hebzucht en eigenbelang, maakte alleen de fout door haar dochter Amanda buiten Moe’s plannen te houden en deze bijna te verstoten.
    Omdat Amanda even slecht was als Moe en zij Sandy ging haten om de “collaboratie” besloot zij om de pruikenmakerij, die Amanda aanvankelijk als erfenis wilde hebben hoewel Moe juist aasde op de erfenis van de schatrijke mevrouw Quentin en Sandy dwong om voor de omgekomen dochter van deze vrouw te acteren, te gaan verwoesten!
    Op het moment dat Moe Parkins en Joe Jarman kort achter elkaar probeerden om mevrouw Quentin te vermoorden stak Amanda de pruikenmakerij in brand waarna Sandy, de weesmeisjes en mevrouw Quentin ontkwamen.

    1. De Bokkerijders (een legendarische roversbende uit de 18de eeuw die Limburg, Vlaanderen en het aangrenzende Duitsland jarenlang in angst hielden) werden meestal gezien als schimmige luchtgeesten die een verbond met Satan hadden gesloten en anderen zagen hen meer als een soort Robin Hoods die van rijke uitbuiters stalen om aan de armen te geven wat hopelijk eveneens in deze maatschappij gebeurd.
      Ik leerde de Bokkerijders (en dat is opnieuw heel goed te raden!) kennen via een strip van Suske en Wiske en vooral Thijs, de aanvoerder van deze bende, vond ik geweldig om te zien met zijn kale hoofd als van Popeye, bolle kin en zijn pijp, zijn oud-Nederlands taalgebruik met synoniemen en pleonasmen (“Ik zal eens komen helpen, zei de meid tegen de hen, ende zij ging de eieren kopen!”) en zijn magere lichaam als van een wandelende tak.
      Alleen kon Thijs echter, in tegenstelling tot Peter Pan, niet gewoon door de lucht vliegen maar alleen op een vliegende reuzenbok!
      Thijs inspireerde mij om zelf een Bokkerijder te creëren, Josif Bertoir genaamd, een lange kerel met een bokkenvel op zijn hoofd, een soortgelijk gezicht als van Thijs maar dan met een hogere neus, een pokdalig gelaat en zonder pijp. Bertoir had daarbij, net als Popeye, forsere onderarmen die behaard waren en ik maakte ooit tekeningen waarin hij in ‘The New Adventures of Peter Pan’ via een tijdreis in Neverland opdook om Peter Pan, Baby, Wendy en Cynthia te ontvoeren, vast te binden en over hen te triomferen.
      Niettemin heb ik van Bertoir ook een seksloos figuur gemaakt en hij dus liever vrouwen ontvoerd zonder hen overigens aan te randen want dat staat gewoon niet bij een dergelijke bandiet!

      1. Eigenlijk vond ik het in die strip van Suske en Wiske over de Bokkerijders jammer dat Thijs hierin niet erg uitvoerig werd beschreven. Zo ziet hij, zoals ik eerder vermelde, eruit als Popeye en heeft hij daar wel enige kenmerken van gemeen.
        In de 18de eeuw was Thijs de aanvoerder geweest van de Bokkerijders en werd Johan Matheus Lambik, de voorvader van Lambik, een van zijn beste vrienden en hielpen ze elkaar om met geroofde zilveren voorwerpen, uit Limburgse kerken, een Zilveren Bok te scheppen die zij met een kwaadaardig geest tot leven brachten en feitelijk hun levende afgod en aanvoerder moest wezen!
        Alleen wilden zowel Thijs als Johan Matheus Lambik, bij het zien van een zilveren beeld van de Heilige Barbara, de beschermengel van de Limburgse mijnwerkers, tot inkeer komen en hierdoor keerden de overige Bokkerijders zich tegen hen.
        Na een vreselijke gevecht onderling en een mijnexplosie werden Thijs en de Zilveren bok meer dan 200 jaar lang opgesloten in de mijn waar ze blijkbaar in een toverslaap waren beland. Door een latere mijnexplosie in 1948 , veroorzaakt door een mijnwerker waar Lambik voor werkte, kwamen zij onbedoeld weer tot leven maar zorgde de Zilveren Bok ervoor dat Thijs opnieuw onder invloed van het kwaad kwam.
        Thijs zou feitelijk 260 jaar oud zijn geweest maar hij zag er meer uit als een 60-jarige met een seksloos lichaam als van een wandelende tak (zijn bijnaam was dan ook de Sprinkhaan), maar hij was ook vrij sterk, taai en lenig. Het was zelfs opvallend dat Thijs wel gevoel voor humor had, allerlei spreuken op een synonieme en pleonasme wijze voort bracht en dat hij zelfs heel beleefd was naar anderen toe omdat hij Suske, Wiske en Lambik niet eens tutoyeerde!
        Niettemin was Thijs wel erg gek op het ontvoeren van de helden en de kwaadaardige dubbelgangers van de opgenoemde Suske, Wiske en Lambik, geschapen door de Zilveren Bok, kon hij ook vrij moeilijk in toom houden en het is een groot raadsel waar de beschermengel van Wiske deze Bokkerijders later heen stuurde al deed zij helemaal niets om de drie vrienden te redden van een hevige brand in het huis van Sidonia, aangestoken door Thijs!
        Later leerde Thijs echter, tot schade en schande, dat een belastingontvanger nog roofzuchtiger was dan hijzelf, iets wat de Zilveren Bok aangaf door te beweren dat het wreed en crimineel was dat er een officiële dienst bestond voor het “Nemen ende het oppakken van centen!”
        Toen besefte de Zilveren Bok opeens dat rovers, zoals de Bokkerijders, niet pasten in de 20ste eeuw en dat hij al zijn toverkracht was kwijtgeraakt door het scheppen van nieuwe Bokkerijders en Thijs in de macht van het kwaad en de zonde te houden.
        Na hun zelfmoord in een diep moeras van het Duivelsven verdween de boosaardige geest uit de Zilveren Bok die hierdoor weer een levenloos voorwerp werd en de geest van Thijs (waar het kwaad eveneens uit was verdwenen nadat hij het beeld van de Heilige Barbara wederom had aanschouwd en Thijs hierdoor definitief tot inkeer kwam) gaf hem toen terug aan de vrienden daarna hij het Hemelse paradijs alsnog in mocht gaan!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *