Kompels

Lekker is dat. Krijg ik gisteren ineens te horen dat die mijnwerkers bevrijd gingen worden! Terwijl ik gewoon nog in de veronderstelling verkeerde dat ze tot Kerst onder de grond moesten blijven. Ik voel me bekocht. Hoe lang heeft het nu geduurd? Amper twee maanden.

Sinds 5 augustus zaten ze daar. Ik kan me nog goed herinneren hoe ik met de arme kompels meeleefde toen ik vernam dat ze tot Kerst daar diep onder grond moesten blijven. Heel de wereld leefde mee. De machteloosheid. Het onvoorstelbare idee dat je daar bijna een half jaar met 32 andere mannen in het donker zou moeten zitten. Het deed mij duizelen. Hoewel het me ook wel weer een uitdaging leek. Een uitgelezen kans om jezelf te leren kennen. Ik kon me voorstellen dat ik er zeer goed in zou zijn. Mijn rustige aard zou de anderen behoeden stomme dingen te doen. Mijn wijsheid en relativeringsvermogen zou mijn medekompels inspireren. Wij zouden bemoedigende liederen zingen en zelfverzonnen spelletjes spelen. Wij zouden elkaar mooie verhalen vertellen. Wij zouden een tijd hebben om nooit te vergeten.

Nog geen maand geleden kwam tot ons het misselijkmakende bericht dat onverlaten de boren hadden gestolen die de kompels de vrijheid moesten bezorgen. Alweer maakte een gevoel van machteloosheid zich van me meester. Ik kon niks doen. Had ik daaronder gezeten, dan kon ik de mannen geruststellende woorden schenken. ‘Ach,’ zou ik zeggen, ‘wat maakt een maandje meer of minder nu uit?’ Maar ik was niet daar. Ik was hier. En ik dacht dat het tot diep in het jaar 2011 zou duren voordat die kompels het daglicht zouden zien.

Maar heeft men de boren weer teruggevonden, of zijn er nieuwe boren gemaakt? Ik weet het niet, maar feit is dat gisteren de eerste van de 33 kompels naar boven werd getakeld en vandaag de laatste. Een grove schande. Wat is er gebeurd dat het ineens twee maanden sneller kan? Het was een prachtig kerstverhaal geweest. Vooral toen die boren werden gestolen. Het is een kermis van gemiste kansen. Ik neem aan dat iedereen, toen die boren werden gestolen, net als ik dacht: ach en wee, die arme kompels moeten nu nóg langer daar beneden zitten. Ze zullen Kerst in het donker moeten vieren!

Wat er had moeten gebeuren toen bleek dat het allemaal veel sneller kon: ze hadden niks moeten zeggen en net moeten doen alsof ze heel hard aan het werk waren om ervoor te zorgen dat die arme jongens Kerst bij hun familie konden vieren. ‘Met Kerst ben je thuis,’ zou de boodschap naar de kompels zijn. ‘Maak je geen zorgen, met Kerst ben je thuis!’ En dan net doen alsof je van alles aan het regelen bent. Een paar dagen voor Kerst zorg je ervoor dat er iets fout gaat zodat de hele reddingsoperatie op losse schroeven komt te staan. Misschien wel letterlijk. Is iemand bijvoorbeeld net die ene imbussleutel kwijt waarmee de boorkoppen bevestigd moesten worden. Of breekt het touw van het takelbakje. Ik noem maar wat. Het moet in ieder geval een flinke tegenslag zijn, zodat je de schijn kan wekken keihard aan de bak te moeten. Maar, anderhalve dag voor kerstavond, lukt het! En op Kerstavond wordt de eerste kompel naar boven getakeld. Onder luid gejach en kerstgezang. Wat een prachtig spektakel zou dat zijn geweest!

En nu? Nu is meneer de president van Chili verheugd te melden dat de reddingsactie begint op 13-10-10. Getallen die, bij elkaar opgeteld, het ‘magische’ cijfer 33 vormen. Waarom dit getal magisch is, ontgaat me. Er moeten 33 mijnwerkers naar boven worden gehaald, dat weet ik. Wellicht heeft Jezus er iets mee te maken, die 33 was toen hij aan het kruis werd genageld en drie dagen later wederopstond. Heel toepasselijk allemaal, maar het haalt het niet bij een kerstredding. Die kerstfilm zit er niet meer in. Dat wordt hooguit een waargebeurde woensdagavondfilm op RTL4.

Jammer.

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

5 Reacties

  1. ‘Wij zouden bemoedigende liederen zingen en zelfverzonnen spelletjes spelen. Wij zouden elkaar mooie verhalen vertellen. Wij zouden een tijd hebben om nooit te vergeten.’

    Tjonge zeg, de gedachte brengt een rilling van ontroering bij mij teweeg. Met Max Molovich maanden opgesloten zitten in een donkere mijn.

    (Ik moet ook ineens denken aan Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez.)

  2. Welk een geram op de poorten van Max! Dat heeft hij toch niet verdiend? Hij schrijft een meesterwerkje over de aandacht voor die mijnwerkers, en hij moet maar gekeeld worden!
    Ik vroeg me trouwens af of die mijnwerkers (ze zaten, dacht ik, 700 meter onder de grond, en daar was het warm en vochtig) daar ook internet hadden. Het zal wel niet. Ze kwamen tenminste naar boven en prezen God, die hun gered had. Maar eerst had Hij ze dus 700 meter diep gevangen gezet! Je moet niet met twee maten meten tenslotte.
    Met een paar simpele klikjes zouden ze erachter gekomen zijn.

  3. Dat is trouwens nog een gemiste kans: Chili had op z’n minst een leuke practical joke kunnen bedenken. Die kompels waren zoveel dagen verstoken van enige informatie over de buitenwereld. Hoe leuk was het geweest om bijvoorbeeld net te doen alsof heel Chili in de tussentijd Islamitsich was geworden en dat stoeptegels licht gaven, zoals in Billy Jean van Michael Jackson.

    Of, ook leuk: dat er helemaal niemand stond te wachten toen de eerste boven kwam, behalve één iemand die aan het takelen was. Die dan een beetje schouder ophalend zou reageren op de vraag van de eerste kompels die boven kwamen waar iedereen was. En dan, ineens, komt iedereen tevoorschijn van achter een of andere berg. Suprise roepend. Net als vroeger met schoolreisje. Dat je achter de stoelen dook en de chauffeur net deed alsof alle kinderen pleite waren. Huilende ouders natuurlijk. Maar voor de kinderen was het lachen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *