Berend heeft iets met koeien, of ‘kij’ zoals de Friezen zeggen. Vader Quest zei altijd: ‘Denken moet je aan aan een koe overlaten, die heeft een veel grotere kop!’ Maar Berend kijkt anders naar koeien. Berend Quest vindt koeien gewoon lief.
Koeien zijn lief, nieuwsgierig, voorzichtig en rustig.
Een weiland met koeien, Berend kan er niet voorbij lopen zonder even het land in te stappen, door de knieën te gaan en te wachten tot de dames, voorzichtig, schouder aan schouder elkaar richting de vreemde eend in de bijt te duwen.
Koeien zijn namelijk nog meer nieuwsgierig dan bang.
Eenmaal tot op armlengte afstand genaderd blazen de meiden met grote ogen de geur van vermalen gras in zijn richting. Een snuif, een schuddekop en een nieuwsgierige, natte neus.
En soms een haal van een ruwe natte tong.
Jonge koeien in een weiland langs een wandel- of fietspad, zoals de lange Trekvaart tussen Burgwerd en Bolsward, lopen met je mee. Eén zo’n grietje begint en een paar seconden later huppelt het hele klasje langs het schrikdraad een eindje met je op.
Aan het eind van het afgezette stuk land blijven de dames staan en wandel jij verder.
De meiden kijken je na.
Ze fluiten niet, ze roepen niet.
Zij zwijgen, uitdrukkingsloos.
En als je terugkomt dan hoef je ze maar te roepen en het feestje begint opnieuw.
Koeien en een weiland. Zo hoort dat.
Het is jammer dat dat in onze welvaartsstaat niet meer de standaardsituatie is.
Dat een koe niet geacht wordt te grazen, maar moet produceren.
En als dat efficiënter kan in een schuur, dan doen we dat.
Van dier naar melk- of vleesproducent.
Iemand die van de liefde voor koeien zijn missie heeft gemaakt is Bert Hollander.
Berend vindt dat Bertje best een mooi leven heeft gerealiseerd.
Zowel voor Bertje, als voor de oudere zwartwitte en bonte koedames.