‘Bedoelt u de grappigste mens ooit, of de grappigste schrijver?’
‘Nee, ik bedoel de grappigste mens nu.’
‘Dat moet wel iemand zijn uit Eindhoven of nee, Wim Helsen!’
‘Dat komt alleen maar door het taalgebruik van Wim Helsen.’
‘Daar komt het ook door, ja. Hij heeft het bijvoorbeeld over zijn vrouw, die knellend bezitterig is, en waaraan hij kapot gaat, en dan laat hij zien hoe hij, à la Monty Python, zichzelf mutileert. Dat is dan weer niet grappig. Maar verder heeft hij een gezonde humor.’
‘Maar het is geen Charley Chaplin, om maar iets te noemen.’
‘Het is natuurlijk geen Charles Chaplin, nee.’
‘Die het allerbeste vertegenwoordigt, op dit terrein.’
‘Misschien.’
‘De Dikke en de Dunne. Ik geef maar voorbeelden.’
‘Of Harold Lloyd, hangend aan die klok.’
‘Ja! Ook komisch.’
‘Nee ja. Wat komisch allemaal, niet? Maar om te lachen was het niet.’
‘Nee.’
‘Om te lachen is wat iemand zegt.’
‘Precies, ja.’
‘Om te lachen was bijvoorbeeld toen daar premier Rutte – Premier! Rutte! – stond, en hij wordt aangevallen door een coalitiegenoot van het CDA! Door die meneer Buurma van Hoe Heet Ie Verder.’
‘En werd hij dan aangevallen om zijn beleid?’
‘Welnee, joh. Op een bijgevalletje, zodat ze het uit de weg konden ruimen.’
‘De hele Kamer dus lachen! Nou nee, dat zal wel niet.’
Sterk stuk Ben. (En uiteraard erg goed geschreven, geweldig in de dialoog – maar that goes without saying)