Wen er maar vast aan

‘Wen er maar vast aan,’ zei boer Barend Lolkema, die woont op de Oosterzij 2, in het uiterste noordoosten van het landelijke Dirkswoud. Zijn boerderij is een tamelijk vervallen kop-hals-rompboerderij. Hij houdt nog wat kippen en ter bescherming van die levende have zet hij elke avond strikken uit rond zijn boerderij, want ‘ik weet de vos te lopen’, zoals Lolkema je op samenzweerderige toon mededeelt. ’s Ochtends vroeg haalt hij die strikken weer weg, want dan loopt ‘de vos’ er niet meer

Lolkema is opstandig, hij vertrouwt zijn medemens lang niet altijd. Hij bekritiseert zijn dorpsgenoten voortdurend. Hij bekritiseert iedereen en wee je gebeente als je op die kritiek antwoordt: ‘Het valt toch wel mee?’ Het valt namelijk nooit mee.
Telkens als ik in Dirkswoud ben, ga ik even naar Lolkema om een doosje verse eieren. Afgelopen maandagochtend probeerde ik zijn erf op te lopen, maar ik kwam met mijn linkerbeen in een strik terecht. Het deed flink zeer, Lolkema kwam direct op me af, en zei: ‘Wen er maar vast aan, want de vos loopt nu ook overdag rond. Dus ik heb nu een 24/7 bescherming nodig voor mijn kippen.’
Hij gaf me een doosje eieren, en zoals gewoonlijk bepraatten we de dagelijkse dingen.
‘Gisteren was er weer zo’n promecessie,’ begon hij deze keer. ‘Daar loopt dan de pastoor onder zo’n luifel te schitteren, met de hele bevolking erachter. Een toeterfanfare zat er ook weer bij, met natuurlijk de hele jeugd meemarcherend. Ik vind dat allemaal best, hoor, maar vlakbij mij moeten ze overstappen in de boâte en gaan ze de Noordervaart op. Een hele beweging is dat. De mooiste boât is natuurlijk voor de pastoor, dus die wijdt hij in. En terwijl hij bezig is die boât in te wijden, lopen er een paar kinderen mijn erf op. Kinderen vind ik nog het minst erg. Ze spelen wat, ze dartelen wat. Nietwaar? Plotseling hoor ik een ijselijke kreet. Eén van die kinderen was in een strik gelopen. Net als jij daarnet. Ik erop af. De pastoor stopt ook met zijn rituelen, die komt er ook op af. En ik probeer hem nog af te weren, maar hij stormt mijn erf op, en ja hoor. Hij loopt ook in een strik. Zo heb je altijd wat.’

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *