Zelfs de dood van een geliefde kan je soms wat brengen. Alice had precies mijn maten. Ze droeg geen jurkjes, godzijdank. Ze droeg spijkerbroeken. We hadden een aparte klerenkast voor haar ingericht, toen ze in april van dit jaar bij me kwam wonen. Ik had ook twee klerenkasten kunnen inrichten, of drie, maar goed, al haar kleren vonden een plaats. Gelukkig was er vanavond, na een ongelukje met een glaasje port (omgevallen) een lieve spijkerbroek over.
Ik bezocht net je eigen site. Ik ben nooit zo ontroerd geweest door een blog. Wat fijn dat je die spijkerbroek hebt.
Wat een prachtig compliment, Vrouwke, dank je wel. Ik schreef dat niet om te ontroeren, maar om weer te geven hoe we altijd met elkaar gepraat hebben, de laatste vier jaren van haar leven.
En ik ga weer met Alice praten, over de heiligen der katholieke kerk, want dat laat me niet los.
Ik hoef de komende tien jaar niet naar de kledingwinkel toe, want haar kledingkast zit nog vol t-shirts, wintertruien, spijkerbroeken etc.!
Maar juist omdat het zo onderkoeld geschreven is, in de dialoog vorm is het prachtig!
Vanaf overmorgen (vrijdag de 24ste, mijn verjaardag) ga ik op dat blog verder met mijn dagelijkse gesprekjes met Alice. Leefde ze nog maar.
Weet je hoe ik haar ‘versierd’ heb? Door haar voor te stellen aan de muziek van 26 onbekende componisten met achternamen van A tot Z. We hielden allebei van oude muziek, vooral van de Engelse renaissancemuziek: Tomkins, Byrd, Tallis enz.
Deze methode van versieren beveel ik graag aan in de harten van de opgroeiende jeugd.
Ben, als je maar vreselijk uitkijkt met die t-shirts en zo, want ER ZIJN MENSEN die beweren dat je eigenlijk een vrouw bent, dussss….
Ik een vrouw? Een vrouw met een baard dan!