Het M-woord

mongool mongool mongool mongool mongool mongool MONGOOL! SYNDROOM VAN DOWN! mongool mongool M.O.N.G.O.O.L.   Twitter heeft mn account geblokkeerd vanwege dit gedicht. Ik wilde aantonen dat het woord ‘mongool’ niet meer mag. Point made. Ik vind namelijk dat je het woord mag gebruiken. Zeker in een niet op de persoon gerichte context zoals dit.  Dat […]

Continue reading →

Vliegtuigstand

Het was beschikt, voordat ik had ontbeten. Sneeuwwitte tekens in de lucht omschreven de weg terug. Slaapresten weggewreven, fietsend huiswaarts, was ik haar naam vergeten, of zij de mijne. Het was om het even; men moest gedurig zijn profiel updaten. Maar fietsverkeer werd in een fuik gedreven. Wegwerkzaamheden, lieten mij borden weten, die mij op […]

Continue reading →

De woordkunstenaar

Als woordkunstenaar kwam hij Graag bij de mensen thuis Hij at dan een appel en Gooide het klokhuis naar je hoofd En riep dan ‘klokhuiselijk geweld’ Of hij ging in het raam zitten en Begon dan een slap verhaal over Stoelgangsters en hun roversholletjes En noemde dat dan een ‘raamvertelling’ In het kort: De mensen […]

Continue reading →

Raadsel

Mijn dochter wist een raadsel. Ze fietste naast me, haar beentjes drie keer sneller dan die van mij. We reden terug van het zwembad waar haar broer zwemles had gehad en mij in de kleedkamer tot zijn groot genoegen in een 1 aprilgrap had laten trappen. “Vogel en poes zaten in het bos”, zei mijn dochter. “Vogel vloog […]

Continue reading →

Niet veel later kwam de kater

De burgerplicht riep harder dan mijn verstand Die wilde dat ik thuis bleef ‘Liever een Oekraïner in de tuin Dan Thierry Baudet in mijn keuken’ Kalkte ik op het stembiljet En kleurde een hokje rood Uit pure onmacht Toen ik buiten kwam, brak De hemel open Een genadeloze wolkbreuk Met ijskoude druppels Drijfnat was ik weer daar Waar ik had moeten blijven

Continue reading →

Chinezen in Parijs

Ergens in een woud, diep in de Vogezen Wonen twaalf slechtziende Chinezen Ze leven daar door een speling van het lot In een houten blokhut zonder slot Het is alweer een hele tijd geleden Dat zij hier aan kwamen gereden Ik was net de ramen aan het lappen Toen ik hen dat busje uit zag […]

Continue reading →

Lijstje

Ik las laatst een lang lijstje vol onwijs grijze wijsjes over meisjes met ijsjes en reisjes vol eisjes van die wijven met lijven waarmee ze alles verkrijgen die verwijzen naar wijzen van blijzijn en venijn en ze vissen naar prijsjes tussen visjes en vijsjes slaken koddige krijsjes en verzoeken vrolijke wijsjes over meisjes met ijsjes

Continue reading →

Ode aan Oud Zeikwijf

Vanavond is de lustrumeditie van het Blogbal. Hoog tijd voor een loflied op la Grande Dame du Bal: Oud Zeikwijf. Ik liet me voor deze tekst inspireren door de Ode aan Napoleon van Willem Bilderdijk. Want Oud Zeikwijf is toch zo’n beetje de Napoleon van de blogosfeer. O blogwereld, wat was u lang stil Wat […]

Continue reading →

Poet

Panisch ploetert hij zijn pocketboek Pagina na pagina vol kloek En bravoure en lef en vrees en bral Zijn levensgetwijfel vol engelgeschal De neiging tot noeste megaproductie Gewichtige gedachten, daaronder bukt-ie Zijn geniale geest behoeft nog enkel ontdekking Dan komt vast de doorbraak: het is een zeker ding Zo laat hij zich zijn ego wel […]

Continue reading →

Festijn

Wat ons allen mag verbinden, Het is een waar festijn Dat we niets zomaar normaal hoeven vinden En het nergens mee eens hoeven zijn Maar misschien ziet u dat weer anders Dat verschilt, in de aard van het beestje We zijn gelijk verschillende medelanders En uiteindelijk is het toch uw feestje Dus wees het heftig […]

Continue reading →

Vandaag

Vandaag Geen blik op einder Met moedeloze koeienlobber Maar rails, en zon Vandaag Vandaag Geen routineuze sleep In masochistische voortsleur Maar wakker, warm Vandaag Gisteren Vergeten en vergeven De roedeslagen weer geheeld Huid die weer tintelt Vandaag Vandaag Toeten noch blazen Van al wat ik niet weten wil Maar lieve onderweg Vandaag Morgen Mijn ogen […]

Continue reading →

Plant aardig

Gazetten, ze zeggen, ga zetten zetten Met menig maaiveld maak je korte metten Maar och, gazonnen, ga toch zonnig zonnen Met gezapig gras geraken we niks begonnen En storende sprieten, die torend uitschieten Die duwen we diep in dikbeboste grieten Dat zij zich maar prompt en parmantig voortplanten En kruiperig buigen naar ons, Koningen Klanten […]

Continue reading →