“Barry?”
Clovis keek schuin langs de vitrages naar binnen. Het huis leek verlaten. En een rommel. Waar was Bef?
Hij drukte nog een keer op de bel, klepperde wat met de brievenbus. Godverdomme.
“Bar,” zei hij, nadat hij gebukt was en door de brievenbus ging praten, “Alsjeblieft. Bar ik heb niets gezegd. Maar ze wisten het gewoon. Bar kom op alsjeblieft we moeten toch kunnen praten. We kunnen dit toch uitpraten?”
Clovis voelde tranen op komen zetten. “Je hebt altijd meer spijt van dingen die je niet hebt gedaan dan wel,” ging een achterlijke uitspraak die je de godganse tijd terug vindt begeleidt door hashtags onder zwaar befilterde strandfotos. Wat een kutgelul. Door iets wat Clovis had gedaan had hij nu helemaal niets meer. Was hij niets meer.
“Pardon? Meneer?”
Clovis haalde zijn neus op, en veegde wat tranen weg. Hij deed alsof er iets in zijn oog aan het jeuken was, en wreef er verwoed in.
“Kende u Barry?”
Kende? Was hij soms verhuisd? Jezus zat Barry hier zo erg mee?
“Ik ken hem ja. Kende?”
“Hij… Is er niet meer. Wist u dat niet?”
Clovis draaide zich nu om zodat hij kon zien wie het was. Een oud vrouwtje van in de zeventig duwde met haar vrije hand een te grote bril terug naar waar het hoorde op haar neus. Haar andere hand duwde het kind terug op de plek over haar schouder waar dat weer hoorde. Achter haar stond een groter kind verstopt, nieuwsgierig Clovis aankijkend.
Het was Barry zijn buurvrouw, Mevrouw Lilith, vermoedde Clovis- hij had eerder gehoord dat zij als oppasmoeder voor de halve buurt werkte.
“Waar is hij dan?” vroeg Clovis.
Mevrouw Lilith keek veelbetekenend naar de twee kinderen.
“Hij IS er niet meer,” zei ze onheilspellend. Met haar besnorde lippen geluidloos het woord “zelfmoord” vormend.
“Wat??” riep Clovis. Mevrouw Lilith keek hem ernstig aan, en herinnerde hem via een zwaar aangezette blik op de kinderen aan hun onschuldige aanwezigheid.
“Hoe… Wanneer?”
“Hij is… Vertrokken, ” zei ze, haar ogen naar boven werpend, “Een paar dagen geleden. Hij had al een tijd ruzie met zijn vrouw,” sprak Mevrouw Lilith op samenzweerderige toon, “En hij had zich opgesloten. Er kwam bijna niemand meer binnen. Niet meer sinds…”
Clovis slikte.
“… Sinds?”
Mevrouw Lilith keek weer veelbetekenend naar de kinderen. Met al die oren die nooit genoeg bedekt konden worden.
“Weet u nu hoe dat precies zat? Was het echt…” fluisterde ze, een wriemelend gebaar makend met haar wijsvinger.
“Ik moet gaan,” zei Clovis snel, wijzend naar de hoek van de straat, “Boodschappen. Geloof ik. Die komen langs. Met de postbode. Dag.”
Hij draaide zich om en liep weg, de wankelingen proberend te verbergen.
Hmm in mijn notepad leken die blokken tekst wel wat groter. Volgende verhaal hak ik in minder stukken!
Hakken prima, maar ontzie Clovis daarbij. (En nou krijgen we een einde van dit feuilleton met een uitvaart?)
Deze prostaat-tragegedie grijpt mij meer aan dan het beste drama met Halina Reijn, Pierre Bokma en Olga Zuiderhoek! Komt er ook een verfilming? Misschien door Paul Verhoeven??
Ah shit ja! Of Dick Maas! Laatst weer Amsterdamned zitten kijken en das toch wel flipperend topvermaak!
Yes! De man die bij uitstek verstand heeft van prostaten en het onderliggend verhaal wervelend vorm kan geven! What’s in a name? That which we call a rose, by any other word would smell as sweet!