Gene Roddenberry had geen betere naam kunnen verzinnen voor de rechtgeaarde kapitein van de SS Enterprise dan Picard, homoniem van een bijzondere man uit de Franse geschiedenis, Marie-Georges Pickart.
Knap en voorkomend, hij klom van commandant in het leger naar generaal en zelfs minister.
In zijn dagen als commandant werd hij aangesteld als hoofd van de inlichtingendienst van het leger, kort nadat de joodse officier Alfred Dreyfus in een proces achter gesloten deuren, schuldig werd bevonden aan het doorgeven van defensie-informatie aan de Duitsers. Niettegenstaande een uiterst summier dossier, met als pièce de résistance wat is gaan heten de “bordereau” zogenaamd geschreven door Dreyfus, werd die laatste gedegradeerd en stante pede afgevoerd naar het Duivelseiland. Hij zou daar gestorven zijn als Pickart niet al gauw op een bewijs van zijn onschuld stuitte, en van de schuld van een andere officier, Esterhazy.
Pickart klopt met zijn bewijs aan bij de top van het leger maar wordt op alle niveaus tegengewerkt, ook binnen zijn eigen organisatie. De veroordeling van Dreyfus blijkt rigged, en de autoriteiten zijn niet voornemens hun fout te erkennen. Sterker nog, ze zullen er alles aan doen om de affaire in de doofpot te houden. Maar Picquart weet van geen ophouden. Zijn motieven zijn allesbehalve helder. In zijn film J’accuse, een prachtige reconstructie van de affaire, schildert Roman Polanski hem af als een volksheld, zoals hij inderdaad voortbestaat in het nationale bewustzijn. Maar sommigen verwijten hem net zo’n antisemiet te zijn als de rest van de Fransen, een trouwe dienaar die bewogen zou zijn door zijn liefde voor het leger, en zijn wil om die organisatie te verschonen van smet, door de zaak zo snel en discreet mogelijk recht te zetten.
De autoriteiten zijn dat uiteraard niet van plan en uiteindelijk laten ze hem doodgewoon opsluiten. Hij blijft 1 jaar gevangen, maar wijkt niet van zijn queeste voor gerechtigheid.
De next in command in zijn afdeling is ene commandant Henry. Overdreven loyaal aan zijn voormalige directeur en virulent antisemiet Sandherr, de instigator van het beschuldigen van Dreyfus, hij blijkt ook een rol te hebben gespeeld in het bewaken van het geheim, tot aan valse getuigenissen toe. Nadat hij uiteindelijk opbiecht wordt hij dood aangetroffen in zijn cel.
De publieke opinie begint te kantelen. Zou het? Maar het antisemitisme is algemeen, openlijk en agressief. Vele intellectuelen en voornamen zijn wel overtuigd van de onschuld van Dreyfus, maar wanneer Zola zijn beroemde J’accuse in de krant L’Aurore publiceert, ontvlamt een ware pogrom. Zijn boeken worden op straat verbrand, ruiten van joodse winkeliers worden ingeslagen door ziedende meutes.
Dreyfus, in zijn eenzame opsluiting, heeft absoluut geen weet van de commotie rond zijn persoontje, noch van de pogingen van de autoriteiten om hem voorgoed op afstand te houden, noch van die in zijn faveure.
Zola wordt aangeklaagd door de staat, voor laster. Hij verliest.
Op een gegeven moment is de koek toch op en moet de regering met de billen bloot. In het beroemde Procès de Rennes, wordt Dreyfus eindelijk openlijk berecht, en… opnieuw schuldig bevonden. Niet in het minst omdat advocaat Labori, die aan de winnende hand is, neergeschoten wordt op weg naar de rechtbank. Labori is Dreyfusard en ook de advocaat van Zola. Het is niet aan zijn capaciteiten te wijten dat hij beide verloor, maar aan de manipulaties van de staat/het leger, het gelieg, de valse getuigenissen, het sjoemelen met bewijsstukken (die ze aan Pickart hebben ontnomen en bewerkt).
Dan verleent de regering opeens gratie aan Dreyfus. Labori en Pickart zijn tegen. Want dat verandert niet de schuldvraag, en zorgt dat de schuldigen aan die doofpot vrijuit gaan, terwijl zij azen op het vallen van de regering. Maar Dreyfus aanvaardt de gratie, wat tot een nasty breuk met Pickart en Labori leidt.
Later wordt Dreyfus alsnog vrijgepleit. Zijn door zijn opsluiting achterstallig geraakte promoties worden echter niet verdisconteerd, en daar zit hij mee.
Bij de ceremonie van de bijzetting van de as van de inmiddels overleden Zola (ook een shady business) bij het Panthéon, wordt Dreyfus neergeschoten. De aanslagpleger wordt gearresteerd, maar vrijgesproken.
Er komt een nieuwe regering van Dreyfusaards met Clemenceau als president, en… Pickart als minister van oorlog.
De spion Esterhazy, in zijn vluchtoord Engeland, heeft alle protagonisten ruim overleefd. Pickart zelf donderde van zijn paard af en stikte in de daardoor ontstane zwelling. Hij weigerde een staatsbegrafenis, zijn uitvaart moest seculier zijn en in kleine kring.
De Affaire Dreyfus wierp een smet op Frankrijk, die de gemoederen tot de dag van vandaag verhit. Vele producties en publicaties zijn daarvan het gevolg.
URLs
Zola’s rol in de Dreyfusaffaire https://oudzeikwijf.blogspot.com/2023/02/zola.html
J’accuse, film van Roman Polanski: https://nl.wikipedia.org/wiki/J%27accuse_(film)
Dreyfusaffaire: https://nl.wikipedia.org/wiki/Dreyfusaffaire
Geen held, die Picquart: https://www.radiofrance.fr/franceculture/le-general-picquart-faux-heros-de-l-affaire-dreyfus-9298421