Enemy of a state

Het bericht kwam binnen dat zij een kind in Frankrijk had. Zij had idd in een grijs verleden, na een tienerzwangerschap, een baby gekregen en met veel hartzeer afgestaan. Zij neemt de eerste de beste trein om dat inmiddels volwassen mens te gaan ontmoeten. Die naar verluidde in Zuid Frankrijk woonde, in een stad aan de Riviera.
Daar aangekomen kostte het toch veel moeite om haar dochter daadwerkelijk te vinden.
Ondertussen kwam haar eigen moeder met de mededeling dat zij gezocht werd door de politie, voor het dealen in harddrugs. Het kon kloppen. Op haar 20ste had zij na een bezoek aan Amsterdam, een aantal LSD-trips meegenomen, die ze begon te verkopen in haar vriendenkring. De “Superman” papieren trips kostten ongeveer een guldentientje, als het niet een vijfje was. In Frankrijk werd er makkelijk 90 Franks voor neergelegd, wat een aanzienlijke winst betekende, zeker voor een jonkie dat net afgestudeerd was en nog geen betrekking had. Zij was echter voorgoed naar het buitenland verhuisd voor er meer dan 2 verkocht werden. De rest had zij aan haar zusje gegeven. Die ermee betrapt werd. Op haar dure privé kostschool. Schandaal natuurlijk, en justitiële vervolging, van een 13-jarig kind. De ouders hadden een exorbitante boete aan de Douane betaald, en de zaak was in een la verdwenen.
Tot op heden.
Inmiddels had de digitalisering allerlei vergeten en veraffe puntjes aan elkaar gekoppeld. Haar naam was gaan knipperen. In Frankrijk waren drugs breeduit gebruikt (wiet, bijvoorbeeld, wordt er nog steeds door de jeugd als hip beschouwd), maar paradoxaal genoeg, of juist niet, ook een huge deal bij Justitie. Zij was haar vrijheid niet meer zeker, zoveel wist ze wel, ook al was het een eenmalige dwaling geweest, en had zij zich de volgende 40 jaar een voorbeeldige burger getoond. Ze moest stante pede naar Nederland weten terug te keren. Maar hoe, zonder een spoor van digitale afdrukken achter te laten?
Niet makkelijk.
Alles moest voortaan cash betaald worden, in een tijd van tikkies, creditcards en internetbankieren. Terwijl ze haar hersenen kraakte om een plan te bedenken werd ze van de sokken gereden door 2 behelmde Britse toeristen op de fiets. “Heee!” schreeuwde ze, wijzend op de smalle stoep. “We don’t ride on the curb here!”

Al piekerend kwam ze op het strand, waar ze met haar moeder had afgesproken. Er bleek een pakje voor haar aangekomen te zijn op het postkantoor. Dat was ook gevaarlijk. Ze ging er toch naar toe. Twee Noord-Afrikaanse jongens bemanden het etablissement. Ze legde het uit. Ze knikten, en gaven haar het pakket onder de toonbank. “Krijgen jullie daar geen gezeik mee?” Ze lachten. “Scheer je maar snel weg.”


De volgende stap was vervoer te regelen. Ze kon onmogelijk haar treinretour gebruiken. Het bleek te kunnen. Ze moest een billet aan de guichet kopen, met contant geld. Haar moeder schoot haar het bedrag voor.
Nu maar hopen dat ze niet gecontroleerd werd aan de grens.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

2 Reacties

    1. Dat is niet duidelijk. Waarschijnlijk ging mevrouw Rochebouille onverrichterzake terug en durfde ze niet meer naar Frankrijk.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *