De Lijpe

Zij liep terug van een bezoek aan het kerkhof, dwars door de graven. Op het eeuwenoude gedeelte, waar de stenen geen namen meer droegen, struikelde zij op een oneffenheid. Zij bukte: het was een stuk dikke stof. Zij wilde het weggooien maar toen ze eraan trok kwam er een jas uit de grond, met daaronder een troepje maden in half vergaan vlees. Ze liet los. Bij het bukken kwamen haar ogen dichtbij een luik dat op een flinke kier stond. Daarin een ondergrondse ruimte, waar 3 uitgemergelde lijken lagen. Eentje leek te slapen onder een oude deken, en twee leunden tegen de muur. Gezichten zwart, oogkassen hol. Een leeg conserveblikje ernaast, dito fles spiritus en een aansteker. Vodka. Papiertjes van chocoladerepen.

Zij schreeuwde en vluchtte. Onderweg pakte ze de hand van haar zoontje, dat vooruit was gelopen en trok hem mee richting huis. Onderweg belde ze 112. In de paniek tikte ze 111 (112 leek haar onlogisch), maar uiteindelijk werd er opgenomen. Ze kon enkel stamelen: ” Ik heb dode mannen gevonden, 4 dode mannen. Op de begraafplaats.” De verbinding werd acuut verbroken. De alarmbroeders dachten zeker dat ze een grapje maakte.
Nog in shock bereikte zij haar huis, dat vlakbij was.

Een tijdje later zag ze politievoertuigen langs rijden, een ambulance, de hele mikmak.

De volgende dag liep zij er weer naar toe. Ze trof een medewerkster, die haar vertelde hoe het verder was gegaan. Zij stond niet ver toen zij haar hoorde schreeuwen en had zelf alarm geslagen. Het was De Lijpe, een treiterende straatcrimineel uit Rusland, en zijn kornuiten. Zij waren gaan schuilen in de crypte. Op een avond dat het 20 graden vroor waren ze dronken geworden en in de nacht gestorven. De Lijpe lag buiten, om onduidelijke redenen. Misschien probeerde hij weg te lopen, maar was te dronken en viel. Niemand kwam in dat gebied, en zo konden zij daar liggen tot zij hen vond.

Op de begraafplaats lopen heeft ze nooit meer gedaan.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

5 Reacties

      1. Weird hé? Zo droom ik. Complete thrillers met alles daarop en daaraan. Helaas vergeet ik ze meestal zodra ik opsta.

  1. These mist covered mountains
    Are a home now for me
    But my home is the lowlands
    And always will be
    Someday you’ll return to
    Your valleys and your farms
    And you’ll no longer burn to be
    Brothers in arms
    Through these fields of destruction
    Baptisms of fire
    I’ve witnessed your suffering
    As the battle raged high
    And though they did hurt me so bad
    In the fear and alarm
    You did not desert me
    My brothers in arms
    There’s so many different worlds
    So many different suns
    And we have just one world
    But we live in different ones
    Now the sun’s gone to hell and
    The moon’s riding high
    Let me bid you farewell
    Every man has to die
    But it’s written in the starlight
    And every line in your palm
    We’re fools to make war
    On our brothers in arms

    https://www.youtube.com/watch?v=jhdFe3evXpk

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *