Aannemers en ander gespuis

Mevrouw Rochebouille was het zat met aannemers en andere bouwvaklui te praten. Ze wilde nooit meer een verbouwinkie aangaan. Voortaan zou zij wat haar restte aan leven uitfaseren met de ouwe meuk die ze had, kapot of niet kapot.

Het pand stond vol van hun miskleunen. Bij elke klacht hadden de opeenvolgende aannemers c.s. (officiële, geen beunhazen) hun vaste riposte paraat: dat is niet goed gecommuniceerd mevrouw. Dus had zij zich aangeleerd om alles op schrift te zetten, via de mail. Maar die lazen dat volk niet. Dus kwam er toch op aan de dingen mondeling toe te lichten, waardoor “dat is niet goed gecommuniceerd mevrouw” wanneer nodig veilig van stal kon worden gehaald.

Nu was het weer raak. 3 dagen was de klusmeneer over de vloer geweest. Het ging om het vervangen van een 30-jaar oude, door en door verrot aanrechtblad van spaanplaat. Daarin moest een grotere wasbak en daaronder nieuwe deuren.

De offerte had haar doen duizelen. Ze had de prijs van het keukenblad opgezocht: daar kon het niet van komen. De deurtjes waren van wit spanplaat. Het merendeel van het exorbitante bedrag was dus gewoon werkloon.

Sinds de corona was het sowieso een crime om in de randstad een aannemer te vinden; de oorlog in Oekraïne had het er niet beter op gemaakt.

Dus ging ze akkoord. Schriftelijk.

De nacht voordat het blad geleverd werd had zij met een vergiftiging op de WC doorgebracht. Het was dus met de minste paraatheid dat ze die ochtend opendeed voor de klusser. Toen hij ’s middags weer vertrokken was stelde ze vast: het blad is minder diep dan de mijne. Ze belde hem om 8:55u: hij was al bij de groothandel.

Hij kwam briesend binnen. Hij had hun de maten toch doorgegeven? Zij was toch akkoord gegaan? Ze stammelde dat ze niet achter hem aan met de meetlaat alles namat. De mantra “focus op oplossing” floepte aan, ze ontweek verschillende beschuldigingen en, na een dik halfuur soebatten (en zelfs een beetje huilen), lukte het haar hem aan een oplossing te laten meedenken. Althans, meedenken deed hij niet, hij accepteerde enkel morrend de hare.

Omdat zij geen pro is en nog minder een klusser, was haar oplossing knudde. Maar nog steeds minder knudde dan wat hij er uiteindelijk van bakte onder het mom “wat je wilde kon niet.”

“Dat komt ervan,” sprak mevrouw Rochebouille zichzelf vermannend aan, “als je in je ouweziekevrouwekloffie opendoet, en je huis een immense bende is. Dan hebben werkers geen respect voor je.” Dus, ziek als ze was, had ze zich in haar deftigste jurk gehesen, parels in de oren, parels om de nek, parels om de pols. Nog even getwijfeld bij de dikke sokken, om resoluut voor een chiquere dunne, helaas minder warme, soort te kiezen. Nu zag ze er weer uit als een dame.

Het hielp geen zier.

Toen hij na 3 dagen voorgoed de hielen had gelicht was het resultaat niet om aan te zien.

Foeilelijk, zei iedereen die langskwam.

Een foeilelijke keuken voor een bedrag waar een dorp Biafrezen een jaar lang, of wellicht hun hele leven, gevoed konden worden. Ze had spijt als haar op haar hoofd, en verlangde hevig naar haar oude keukenblad van verrotte spaanplaat. En naar haar zuurverdiende geld.

Die avond plaatste ze een mok thee op het blad. De mok wankelde. Verbaasd bekeek ze de boel van dichterbij: het blad had aan alle kanten een randje, terwijl ze dat specifiek alleen aan de voorkant wilde.

En dát had ze wel destijds op mail gezet.

En dat hij de maten had doorgegeven, dat was gelogen, vond ze uit toen ze dat mailtje zocht.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

8 Reacties

  1. ja, zuur :-(

    De prijs van het vervangen van een aanrechtblad is inderdaad om te huilen. Wij hadden een offerte opgevraagd bij een aannemer en die kon een laminaat blad leveren/ monteren voor ongeveer € 1200. Maar wij wilden 100 % hout. Dus zelf een blad ingemeten en elders laten maken uit prachtig hout voor € 600 incl. verzenden. Dat blad hebben wij uiteindelijk door de aannemer laten monteren. Kosten van het monteren? € 1200.

  2. God zit in Zijn hemel en denkt: die vete die ik heb met de Duivel, slaat eigenlijk helemaal nergens op, hoe lang hebben wij die wel niet? Tijd om daar wat aan te gaan doen. En dus klopt God de volgende dag aan bij de poort van de hel. De Duivel doet open en zegt verbaasd: God, U hier? En God verklaart de reden van zijn bezoek. Luister Duivel, zegt hij, laten we het weer goed maken tussen ons. Zand erover. Stoppen met die vete die al millennia duurt. Laten we weer normaal met elkaar omgaan.
    Nou, de Duivel gaat akkoord, wat een onzin ook, denkt hij, al die verspilde energie.
    De Duivel en God drinken een drankje op dit nieuwe verbond en besluiten een symbolische daad te stellen: ‘Laten we een brug bouwen tussen de Hemel en de Hel’ zeggen de Duivel en God haast tegelijkertijd. Ze schieten er van in de lach. ‘Als teken dat het goed zit tussen ons.’

    Nou. Zo gezegd, zo ge…… Wacht. We zijn nu 1 maand verder en vanuit de Hel is er in die tijd driftig getimmerd, gemetseld en gelast, de eerste contouren van een brug zijn al zichtbaar. Maar in de Hemel bleef het al die tijd oorverdovend … stil. Er gebeurde daar helemaal niets.
    De Duivel werd boos en vloog naar de Hemel en sprak tot God: ‘Zeg, wij hadden toch een afspraak. We zouden toch samen een brug bouwen? Waarom gebeurt hier niets?’
    Zegt God: ‘Echt, Duivel, het spijt mij heel erg. Maar ik heb hier een hele maand rondgezocht, maar in de hele hemel is geen enkele aannemer te vinden.’

  3. Iedereen met een beetje fatsoenlijk kind drukt ze maar door tot professors. “Goed je best doen op school! Je doet het voor jezelf, niet voor ons!”
    Nou, BLIJKBAAR. Hoe vaak in het leven heb je nou een professor nodig, en hoe vaak een loodgieter, electricien of klusjesman? Ouders, voedt jullie kinderen op!! Als ze kunnen lezen moet je ze JUIST aannemer laten worden, gouden toekomst voor de bebrilde vier-ogen in het land der blinden, éénogigen en anderzins saboterende debielen!

    1. So true! Mijn aannemer rijdt rond in een knoert van een SUV en heeft een tweede huis in Spanje. Hij stopt met 60 jaar met werken en kan royaal leven van zijn gespaarde geld.
      Het is een hardnekkig probleem wat je schetst, Enkel betere lonen helpt niet. Het is ook een kwestie van status. Je hebt enkel status als je niets et je handen doet. De sportscholen spinnen hier gouden garen mee. Ook een beroepsgroep zonder bijstere status.

  4. Een bepaald persoon uit de geschiedenis die pas echt een ware puinhoop van andermans leven maakte uit hebzucht en verspillingszucht was de zeer beruchte Franse markiezin de Brinvilliers; Marie-Madeleine-Marguerite d’Aubray (1630-1676).
    Zij had een prachtig voorkomen maar was van binnen zo verdorven dat ze vele minnaars had, waaronder kapitein de la Croix, die zelf in de Bastille aan gifmengen deed.
    Markiezin de Brinvilliers, die met de gelijknamige markies Antoine de Brinvilliers was gehuwd, verkwistte echter zoveel geld dat zij besloot om haar vader Antoine Dreux d’Aubray te gaan vergiftigen (ze had al tientallen zieken in een hospitaal in Parijs al op soortgelijke wijze vermoord) om uiteindelijk diens fortuin te bemachtigen wat haar in 1666 ook lukte.
    Daarna zou ze in 1669 en 1670 haar twee broers, Jacques en Antoine d’Aubray, eveneens vergiftigen maar een poging van Brinvilliers om haar zuster Thérèse d’Aubray, haar schoonzuster Marie-Thérèse Mangot en haar man te vergiftigen mislukten omdat haar minnaar zelf onbedoeld door dat vergif omkwam.
    Uiteindelijk viel de markiezin door de mand omdat ze haar sporen niet goed had uitgewist en vluchtte ze naar Engeland, Maastricht en Luik toe waar zij alsnog werd
    gearresteerd en moest terugkeren naar Parijs. Daar moest Marie-Madeleine door martelingen al haar misdaden bekennen en werd zij ter dood veroordeeld.
    Op 16 juli 1676, 6 dagen voordat zij 46 jaar zou worden, werd Brinvilliers op de Place de Grève op het schavot door André Guillaume, de Franse beul, onthoofd waarna haar hoofd en lichaam op een brandstapel werden gecremeerd en haar as door de wind werd verstrooid!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *