Jaaropening

We liepen ergens in Amsterdam Zuid, nabij het Rembrandtpark. Mijn schoonmoeder vertelde dat haar reflex om over alles en iedereen direct een oordeel klaar te hebben, verdwenen was. Mijn lief vertelde over de kwantummechanica en dat iets alleen maar iets kan zijn in relatie tot iets anders.
Ik moest denken aan een uitspraak waarvan ik vermoedde dat ik ‘m in Winteruur had gehoord. Over jij en ik. In Winteruur praat de Vlaamse cabaretier Wim Helsen met bekende Vlamingen en Nederlanders over hun favoriete zin of tekstfragment. Het is eigenlijk een tv-programma, maar ik beluister het als podcast. Ik heb al een kleine honderd afleveringen achter de kiezen, pak ‘m beet, dus het wordt niet eenvoudig het fragment waaraan ik denk te achterhalen.
Als we weer thuis zijn, kijk ik samen met mijn vrouw en dochter It’s a Wonderful Life, waarin hoofdpersoon George Bailey een einde aan zijn leven wil maken omdat hij dood meer waard is dan levend. Zijn beschermengel laat hem vervolgens zien wat voor verschrikkelijke plek de wereld was geweest als George Bailey niet had geleefd. Wanneer George Bailey zich weer verzoend heeft met zijn bestaan, zijn vrouw en dochter in zijn armen heeft gesloten en van iedereen geld krijgt, komen bij mij de tranen in de ogen. Mijn vrouw kent mij en ziet het en maakt mijn dochter erop attent. Die schiet als een pijl van de bank af en gooit haar hoofd voor mijn hoofd om het met haar eigen ogen te zien.
Even later sta ik een Indonesisch auberginestoofpotje te bereiden. Ineens schiet me te binnen dat ik het tekstfragment niet in Winteruur heb gehoord, maar in de podcast Een Dik Uur Ischa, waarin presentator Anton de Goede samen met een bekende van Ischa Meijer een radio-interview van Ischa Meijer bespreekt. Ineens staat het me helder voor de geest: het was de rabbijn Abraham Soetendorp die de zin uitsprak.
Ik heb de betreffende uitzending vrij snel gevonden. Ik weet nog dat Soetendorp de uitspraak tegen het einde van de uitzending doet. Hij gaat aldus:
“Als ik ik ben omdat jij jij bent en jij jij bent omdat ik ik ben, dan ben ik niet werkelijk ik en jij niet werkelijk jij. Maar als jij jij bent omdat jij jij bent en ik ben ik omdat ik ik ben, dan ben jij werkelijk jij en ik werkelijk ik.”
Ik weet niet zeker of deze uitspraak door de wetten van de kwantummechanica, zoals uitgelegd door mijn lief, nu wordt bevestigd of juist ontkend. De uitspraak vertelt iets over de aard van een gelijkwaardige relatie. Daarin moet de ander in alle vrijheid de ander kunnen zijn.
Als Jood, zo legt Soetendrop uit, ben je niet automatisch een goed mens wanneer je het Joodse geloof belijdt. Je moet nog steeds evenveel moeite doen als elk ander mens om een goed mens te zijn. En als goed mens dien je het anders zijn van de ander volledig te aanvaarden. Gij zult niet neerkijken op de ander.
Ischa Meijer had Soetendorp een paar minuten eerder gevraagd welke passage uit de bijbel hem momenteel bezighield. ‘Laten wij de mens maken’, antwoordde Soetendorp. Een zin uit genesis, in de versie van de Hebreeuwse bijbel. Het licht, de zee, de bomen en de dieren kon God in Zijn eentje scheppen, maar als hij aan de mens toe is gekomen, praat Hij ineens over wij. De zin wordt door God aan Mozes gedicteerd. Mozes wil ‘m niet opschrijven, omdat hij het verwarrend vindt. De ‘wij’ in het zinnetje zou kunnen suggereren dat er meerdere goden zijn, terwijl hij net eindelijk iedereen heeft kunnen overtuigen dat er maar eentje is. Toch moet Mozes doen wat God hem opdraagt. Ischa Meijer vindt het weinig liberaal van God. Soetendorp gaat niet in op de provocaties van zijn interviewer, maar legt uit dat je de mens niet moet zien als een statisch begrip, maar als iets wat in ontwikkeling is. Geeft heeft jou en mij nodig, elke dag weer, om de mens te scheppen. Soetendorp vertelt over een andere passage uit Genesis, die waarin God naar Adam op zoek is, vlak nadat die laatste van de appel heeft gegeten. ‘Adam, waar ben je?’, roept God. Een vreemde uitspraak, voor een alwetende instantie. Maar de mens heeft bij de schepping nu eenmaal een eigen wil gekregen. En aangezien de schepping dus almaar voortduurt, kan God Adam pas zien wanneer Adam dat toelaat.
Het heeft iets tragisch: God heeft Adam nodig om te bestaan, niet andersom. Reeds in het eerste hoofdstuk van de bijbel wordt al gesuggereerd dat God niet zonder de mens kan. Het doet me denken aan de regels van Gerard Reve, over wie momenteel de schitterende podcast ‘Reve tot Leve’ te beluisteren valt. In Dagsluiting lezen wij het volgende:
“Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt,
zoals ik U.”
Amen.
Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

11 Reacties

  1. [q]Het heeft iets tragisch: God heeft Adam nodig om te bestaan, niet andersom.[/q]

    Ik had er nooit bij stilgestaan maar: ja, het klopt.
    En die dagsluiting was een mooi gedicht van Reve.

  2. Dinsdagmiddag verliet hij om twee uur het kantoor. Een fijne motregen had juist opgehouden. ‘Ik zou me erg moeten vergissen, als er niet een stevige mist op komst was’, zei hij bij zichzelf, toen hij buitenkwam. ‘We houden eerst nog even wind, maar zodra die gaat liggen, is het zo ver.’ Hij liep op de fietsenstalling toe, maar bleef vlak bij de ingang plotseling staan. ‘De fiets is nog thuis’, dacht hij, ‘menselijke onmacht.’ Hij draaide zich om en begon naar huis te lopen. Met gebogen hoofd, de handen in de zakken, stapte hij in matige pas voort. ‘We zijn vroeg vrij vandaag’, dacht hij, ‘de dienst is als op zaterdag. In werkelijkheid is het echter een dinsdag. Morgen is het een zondag, maar het is een woensdag. Wanneer we weer aan het werk gaan, is het dus een maandag, maar tegelijk donderdag. Dan zullen we dus kunnen zeggen: overmorgen is het zaterdag. We zien hieruit, hoe men eenvoudige dingen met geringe middelen ingewikkeld kan maken. Het is geen slechte week.’

    Hij haalde diep adem en zuchtte. ‘Valt er nu regen of niet?’ zei hij bij zichzelf. ‘Er is een toestand, dat het regent en een, waarbij het droog is. Daartussen is niets. Toch zijn er minuten, dat je het niet nauwkeurig weet, je hand uitsteekt en niet zeker ervan bent. Laten we bij onzekerheid zeggen: het regent nog, maar onmerkbaar. Ja, dat is een goede vorm.’

    (Uit: De Avonden – Gerard Reve. Hoofdstuk X.)

  3. Dank voor het fragment Rigo! (Mijn autocorrect wil je trouwens uit alle macht Rico noemen.)

    Je moet de hierboven genoemde podcast Reve tot leven beluisteren. De aflevering met Herman Brusselmans is geheel gewijd aan De Avonden. Daarin hoor je een echt schitterend gesprek, eind jaren ’70 op de radio uitgezonden, tussen drie personages uit De Avonden, waaronder Karel van het Reve. Ze praten o.a. over het waarheidsgehalte van De Avonden (die nogal groot was, zo goed als niks was verzonnen). Dit gesprek wordt afgewisseld met een gesprek met oud-recensenten die De Avonden destijds hadden gekraakt. Ze vinden het nog steeds geen goed boek.

  4. Nou, bedankt, ik heb een heerlijke middag gehad en me geen moment verveeld. Al die stemmen, al die uitspraken, al die meningen, al die citaten – wat een feest.

    Toen ik in 2016 in Londen was, heb ik daar bij boekhandel Waterstones, om 15.36 uur, het boek The Evenings, gekocht, voor 12 pond 99, volgens de kassabon die ik als boekenlegger gebruikt blijkt te hebben. In het Engels viel mij vooral het gebrek aan luxe op: men dronk een glas water, men doopte brood in de jus. Er was geen vertier, geen amusment.

  5. mooi stuk en een mooi gedicht van Reve :-) Dat god de mens nodig heeft om zichzelf te scheppen begrijp ik ook, al kun dat op twee manieren lezen. Ik ga eens even de podcast luisteren

    1. Persoonlijk zie ik Genesis I als een coming to age verhaaltje. Het paradijs is de kindertijd waarin je onbekommerd en zonder lustgevoelens naakt kan rondlopen. Dan brengt Adam zijn liefdesslang in de verboden vrucht van Eva. Waarna ze zich bewust worden van hun schaamte en God hen woedend het huis uit gooit. Ze zijn volwassen en worden wakker in een meedogenloze neoliberale wereld waarin het recht van de sterkste geldt.

  6. Wacht wacht wacht wat?? Mozes wilde een zin die god dicteerde niet opschrijven?? Dit… veranderd alles. Mijn pen klikt aan. U ZAL VAN MIJ HOREN.

    1. Oeh. Spannend. Mocht je aan bronnenonderzoek willen doen, die bewuste passage staat volgens mij niet in de Christelijke bijbel.

Laat een antwoord achter aan Rigo Reus Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *