Douchend dacht ik aan Ernst van de Wetering. Die dingen gebeuren. Ik meende me te herinneren dat mevrouw Molovich zei dat hij was overleden. We zaten op onze rode bank toen ze dat vertelde. Dat wist ik nog wel. Maar wanneer ze dat vertelde, kon ik me niet herinneren. Ik wist niet eens of het dit jaar was of vorig jaar.
Toen ik het even later opzocht, bleek hij op 11 augustus 2021 te zijn overleden. Nog geen drie weken geleden.
Mijn vrouw kent Ernst van de Wetering van haar tijd in het Rembrandthuis. Ikzelf van het jaar dat ik kunstgeschiedenis studeerde. Als ik het mij goed herinner heb ik twee keer college van hem gehad en één keer een werkgroep. Tijdens het eerste college behandelde hij het hoofdstuk Rembrandt uit The Story of Art van E.H. Gombrich. Het enige wat ik mij van dat college kan herinneren was dat hij vertelde het genoegen te hebben gehad de heer Gombrich een paar keer te mogen ontmoeten. Dat het zo’n erudiete en toch bescheiden man was.
In het tweede college moest Van de Wetering een hoofdstuk behandelen uit het boek Kunst historisch van Hessel Miedema. In dat boek stond onder andere de vraag centraal wat wel en wat geen kunst is. Waarom noemen we een schilderij van Jan van Eyck van Adam en Eva wel kunst, maar een illustratie in National Geographic van de eerste aap zonder staart niet, terwijl het in beide gevallen gaat om de verbeelding van de oorsprong van de mens?
Van de Wetering vertelde dat Miedema een voorstander was van de democratisering van het onderwijs. Miedema zag geen verschil tussen zichzelf en zijn studenten. Van de Wetering deed weinig moeite om zijn dedain voor Miedema te verhullen. Toen twee studentes op fluistertoon door zijn verhaal aan het kletsen waren, aarzelde hij niet om hen de collegezaal uit te sturen en liet zo duidelijk zien dat hij van een andere school was.
Van de werkgroep die Ernst van de Wetering gaf kan ik me enkel nog herinneren dat hij ons een fragment liet zien uit de aflevering van Zomergasten waarin hij te gast was. In het fragment zagen we hoe Ernst van de Wetering als directeur van het Rembrandt Research Project leiding gaf aan zijn team. Van de Wetering vertelde aan ons dat ze voor de camera net moesten doen alsof ze aan het werk waren.
Ik heb les gekregen van de grootste Rembrandt-kenner ter wereld en het enige wat ik mij van zijn lessen kan herinneren zijn z’n snoeverijen.
Tijdens het douchen probeerde ik me vooral iets anders te herinneren. Elf jaar nadat ik les had gehad van Ernst van de Wetering was ik met mevrouw Molovich op vakantie in Sicilië. We waren ergens in de buurt van Syracuse geloof ik. Het was in het laagseizoen, er waren niet zoveel toeristen. We lunchten op een winderig terras en zaten naast twee Nederlanders met wie we aan de praat raakten. Het waren de enige Nederlanders die we zouden tegenkomen in Sicilië. Zij bleek kunsthistoricus en had jarenlang samengewerkt met Ernst van de Wetering. Ik meen zelfs dat ze een relatie had gehad met hem, van het soort waaraan zij weinig goede herinnering bewaarde. Hoe dan ook, ze had een hekel aan hem. En vertelde over een feest waarvan zij het middelpunt was. Het was of haar promotie of haar bruiloft. Tijdens dat feest, zo vertelde ze, droeg Ernst van de Wetering een vieze zwarte sweater en zat hij de hele tijd alleen in een hoekje zichzelf af te vragen waar het mis was gegaan. Zij bleef hem die avond negeren. Dit was haar wraak.
Althans, zo herinner ik het mij. Voor hetzelfde geld vertelde ze iets compleet anders. Ik weet alleen zeker dat er wraakgevoelens in het spel waren. Wat ik mij tijdens het douchen wel kan herinneren, al gebeurde het gisteren: in dat restaurant at ik voor het eerste in mijn leven pasta arrabiata. Dat iets wat zo simpel was, zo lekker kon zijn!
Vreemd toch, hoe het geheugen werkt.
En nu is het Ernst.
Ik heb wel eens gelezen dat het geheugen alles, maar dan ook alles opslaat. Elk mens is in het bezit van de nodige terrabites dienaangaande. Dat wil niet zeggen dat we alles maar naar believen kunnen oproepen want dat is weer afhankelijk van hoe het archief is ingericht, de kracht van de processor en of herinneringen in verloop van tijd niet (per ongeluk) worden gewist. Maar je hebt goede geheugens en slechte geheugens, dat staat denk ik wel vast. Zelf probeer ik sommige dingen wel eens te vergeten maar met een tegengesteld effect. Misschien werkt dat ook wel andersom? Tot slot heb ik nooit gehoord van Ernst van de Wetering en ik heb ook geen interesse om hem te googelen. Kunstgeschiedenis doe je maar in je vrije tijd is mijn “bescheiden” mening. Verder zal ik duiding achterwege laten. Daar zijn anderen veel beter in.
Ik zat nog even te denken trouwens, maar heeft kunst niet vooral te maken met betekenis? De connotatie, denotatie, de bewustzijns horizon, semantiek of betekenis is je broekje?