‘Heeft u ook oude cheddar’, vraag ik aan de vrouw van de kaasboer.
De vrouw van de kaasboer loopt zwijgend naar achteren.
HEBBEN WE OOK OUDE CHEDDAR’, schreeuwt de vrouw van de kaasboer naar de kaasboer die buiten mijn blikveld ergens mee bezig is. Waarschijnlijk met kaas. Ze komt weer terug en blijft zwijgend voor me staan. Even later komt de kaasboer eraan.
‘U had oude cheddar gewenst?’, zegt hij.
‘Graag’, zeg ik.
‘Waarom?’, zegt hij.
‘Dat staat in een recept’, zeg ik.
Hij pakt een blok oranje kaas uit de vitrine.
‘Wilt u het ingepakt mee?’, vraagt hij.
‘Geraspt graag’, zeg ik.
De kaasboer gaat naar achteren om de kaas te raspen. Even later is hij terug.
‘Is de cheddar oud?’, vraag ik.
‘Meestal wel’, zegt de kaasboer. ‘Anders nog iets?’
‘Een stuk overjaarse kaas’, zeg ik.
‘Dit stuk?’, vraagt hij, terwijl hij een enorm stuk kaas hoog houdt. Er ligt een stuk kaas naast dat een stuk kleiner is.
‘Doe dat stuk maar’, zeg ik.
‘Ja ja’, zegt de kaasboer, ‘dat dacht ik al.’
‘Die andere is te groot’, zeg ik, ‘dat krijg ik niet op voordat het hard wordt. En dan kan ik het niet meer schaven.’
‘Onzin’, zegt de kaasboer.
Hij weegt de kaas. Pakt ‘m in. Ik betaal.
‘Tot ziens’, zeg ik.
‘Ja ja’, zegt de kaasboer.
Het stormt buiten. Boven mijn hoofd vliegt een koe door het luchtzwerk.
hehe :-) mooi stuk. Man naar mijn hart die kaasboer
‘Is de cheddar oud?’, vraag ik.
‘Meestal wel’, zegt de kaasboer.
Ah, heerlijk.