De ijssculptuur

Het leek het ideale moment om na decennia weer eens een ijssculptuur te maken. Dat had ze geleerd van haar stokouwe ex, de vader van de Blauwbilgorgel. Op ijskoude dagen zette hij de waterslang buiten, bij voorkeur in een boom. Klein stroompje erop en het ijs druppelde zich een schouwspel van cascades naar beneden, de sproeier gaf de bomen een feëriek aanblik. De wind had zijn eigen rol.

Mijnheer Rochebouille was tegen. De bomen zouden het niet fijn vinden om in ijs te worden gewikkeld. Daar had hij een punt. En hoe moest je de slang buiten doen? Het vroor dat het kraakte, en het nog dagen zou doen, ze verwachtte toch niet dat de buitendeur open kon blijven, als was het maar op een kier?
Het past onder de deur, had ze gezegd.
Maar goed, als je niet wilt, dan niet.

En ze was gaan checken of de tuinslang inderdaad onder de deur paste.

Dat deed hij.

Weliswaar na wat geduw en vooral getrok, maar daar lag hij. Ze vond een sproeier, klikte hem erop, en rolde de lengte uit tot de vlier. De vlier zou dat beetje ijs wel niet zo vreselijk vinden, bikkel van een struik die hij was. Anders dan de ratelpopulier, met zijn broos gestel en korte levensduur, die haar lievelingetje was, omdat die zo mooi kon ritselen in de avondbries. Met zijn pakweg vijftig jaar was het al een ouwe reus, die je geen corona wilde opdringen.
Bij het insteken van de sproeier sloeg een tak terug en raakte pijnlijk haar rechteroog. Op een haar na blind, zei zij hardop.

Sproeier tussen twee takken gewrongen, vastgeklemd op de juiste plek in de juiste hoek, de juiste stand. Naar de bijkeuken. Kraan een minislagje open, om te beginnen. Terug naar de vlier. Het werkte!!

Tijd voor een welverdiende kopje thee.
Op de terugweg in de darsk stapte zij in een toch echt te grote plas water. De haspel lekte! Binnen!
Dan maar buiten zetten.
Long story short: slang van onder de deur trekken ging niet meer. Ondertussen was het steeds ominieuzer gaan waaien. Een geniepige sneeuw vloog naar binnen met krachtige vlagen. De buitendeur kon niet meer dicht of open. Mevrouw Rochebouille besefte: het zat volledig klem. Ze kon trekken en duwen wat ze wou, daar viel geen beweging in te brengen.
Slang knippen? Zonde. Het was wel een haspel, daar knipte je alleen in als niets anders te doen viel. Ze moest zich bij een conclusie neerleggen, die ze een tijdje had geprobeerd terug te duwen naar waar ze vandaan kwam.
ZE MOEST MIJNHEER ROCHEBOUILLE OM HULP VRAGEN.

Wat, toen puntje bij paaltje kwam, helemaal niet zo moeilijk bleek te zijn. Stoere mannen vinden nu eenmaal niets heerlijkers dan een stoere vrouw die ze om hulp vraagt.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

2 Reacties

  1. Leuk idee, moeten wij ook eens doen. Wij hebben vanochtend geprofiteerd van de kou door heel prozaïsch de grote vrieskast te gaan ontdooien. Daar zat dusdanig veel aangevroren ijs in dat de stroomkosten de pan uit rezen. Ons bin zunig dus een doorn in het oog. We konden mooi van de vrieskou profiteren door de etenswaren buiten te zetten, zonder dat die zouden ontdooien! Een kind kan de was doen maar toen we aan het eind van de middag de vriezer weer wilden inruimen konden we in de tuin de etenswaren niet meer terug vinden omdat alles bedekt was onder een dikke laag sneeuw!

Laat een antwoord achter aan Sikbock Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *