96 Procent

Met een diepe zucht stapte Admiraal Rod Johnson de Red Room van het Pentagon in. Hij rechtte zijn rug, hopend met een uitstraling van kracht de heersende paniek te kunnen beteugelen.
“Status rapport,” beval hij. Dick Cummins, wetenschapper 1e klas, liet van de schrik een stapel papier die hij aan het opschikken was vallen. Het gleed van één stapel tot vele blaadjes over de tafel, en dwarrelde deels naar de vloer. Het had iets nerveus poetisch.
“Het gaat fout,” zei hij met een lichte trilling in zijn stem, “We hebben hem niet meer in de hand.”

Admiraal Johnson snoof.
“Hoezo? Hij heeft nu toch die… Speeltjes?”
Cummins knikte, en slikte.
“Bij de Simulatietrump haalden we goede resultaten,” zei Cummins, wijzend naar de Chimpansee achter de glazen wand, die in een kopie van het Oval Office met zijn uitwerpselen aan het smijten was, “…Maar het lukt de echte Trump niet om het eten uit de speeltjes te krijgen. Hij wordt dus nog bozer.”

Johnson snoof nogmaals. Dat was een tegenvaller. Ze hadden al een hoop technologische ontwikkelingen geimplementeerd om te zorgen dat Trump geen kernoorlog zou beginnen, maar geen van allen leken ze te werken. Soms werkten ze zelfs averechts: toen Trump een wetenschappelijk instrument was gegeven met fel gekleurde knoppen waar hij met een plastic hamer op kon slaan, had hij in een woedeuitbarsting de hamer gebruikt om op De rode knop te slaan. Gelukkig had hij niet het berschermkapje omhoog weten te klappen, anders was Belgie nu een gat geweest.

De laatste vondst was lekkere hapjes verstoppen in een soort speeltje, zodat hij zijn tijd kon doorbrengen met snacks uit dat ding te puzzelen. De Simulatietrump had hier uren aan besteed, zijn twitter-tijd effectief tot nul reducerend. De echte Trump had na 15 minuten worstelen woest getwitterd dat hij de regenwouden in de Amazone wilde afbranden zodat “Patat eindelijk goedkoper zou zijn”.

“Kunnen we de Simulatietrump nog wel vertrouwen?” vroeg Johnson. Cummins slikte met droge mond.
“We… We hebben een afwijkingscoefficient. Een formule. Die passen we nu toe op de resultaten van de Simulatietrump, waardoor we zouden moeten kunnen vertrouwen op…”
“Zouden moeten kunnen? Is die aap te vertrouwen of niet?” snauwde Johnson naar Cummins.

Cummins twijfelde.
“…Ja. Maar…”
Johnson rolde met zijn ogen. Wetenschappers. Kon er nou nooit eens iets lekker simpel wit of zwart zijn? Desnoods iets in het midden. Als het maar IETS was.
“… Het probleem is… We hebben Project Yellow Note geactiveerd. Maar zelfs met de afwijkinscoefficient is de kans dat hij binnen 48 uur een kernoorlog begint… 86 procent.”

Admiraal Johnson forceerde een knippering van zijn ogen. Mijn god, dacht hij. 86 procent? Project Yellow Note was de allerlaatste linie in hun verdediging.
“De resultaten waren zo veelbelovend!”
Dick Cummins knikte begripvol.
“Ik vrees dat we iets anders moeten verzinnen.”
“Er is niets anders,” siste Johnson, Cummins’ arm grijpend, “Dit heeft maanden van ontwikkeling gekost! Zonder Project Yellow Note…”
Dick Cummins knikte weer.
“De kans dat hij een kernoorlog binnen het volgende uur begint is… Eén. 100 procent.”

Drie seconden. Zo lang duurde zijn twijfeling. Admiraal Johnson had een barrage aan gedachten. Vluchten? Vechten? Moest hij Trump gewoon doodschieten? Waarschijnlijk een burgeroorlog ontketenend? Na die drie seconden verhardde zijn gelaatsspieren. Not on his watch, goddamnit.

“Laat zien. Voer Project Yellow Note uit op de Simulatietrump.”

Cummins en Johnson draaiden zich om naar de glazen wand. Cummins drukte een knop op de muur in. “Start Yellow Note. Poging 33.”

Een alarm ging af, de lichten in de Red Room werden uitgedaan, op een paar rode spots na. Cummins en Johnson keken gespannen naar de deur in de Oval Oefen-Office, die sissend openging. De aap, die druk bezig was zijn uitwerpselen in de bekleding van zijn stoel te kneden, reageerde niet.
“Presenteer het gele blaadje,” zei Cummins door de intercom. Een soldaat, gekleed in hazmat-suit, kwam naar binnen en legde voorzichtig een blaadje neer op The Resolute Desk- het origineel. Eerst had hier een kopie gestaan, maar na zestien incidenten waarin Trump onder andere te hard bleef drukken met zijn viltstiften waren de twee uit veiligheidsoverwegingen omgewisseld.

“Let op,” zei Cummins, de aap via de stoel een elektrische schok toedienend. Simulatietrump krijste, en sprong op, woedend dingen van zijn bureau af slaand, tot hij het blaadje zag. Cummins begon te zweten. Simulatietrump pakte het blaadje op, en keek er aandachtig naar. Cummins hield een trillende vinger bij de knop voor het zenuwgas- gewoon voor het geval dat. De aap begon te grijnzen, petste zichzelf op zijn hoofd, en liep de kamer rond.
“Oeh ah ah aah,” mompelde de Simulatietrump, schijnbaar tevreden. Cummings trok zijn vinger weg van de knop.
“Ik snap het niet,” zei Johnson.
“We hebben de aap geconditioneerd. Als hij boos was, gaven we hem een banaan, als een gebaar, een beloning. Goed gedaan, wilden we de aap zeggen. Op een gegeven moment hebben we de aap een blaadje gegeven met een afbeelding van een banaan, die hij later kon inwisselen voor een echte banaan. Ook dit werkte- de aap werd niet meer boos.”

Johnson fronste.
“Wat is dan het probleem? Dan werkt het toch?”
Cummins leidde Johnson mee naar een computerscherm op zijn bureau. “Het probleem is,” zei hij, “Dit.”
Cummins dubbelklikte op een video-bestand, wat begon af te spelen. Het was praktisch hetzelfde als wat hij net had gezien: Simulatietrump smeerde poep over The Resolute Desk, kreeg een blaadje met de afbeelding van een banaan, en een elektrische shock. De aap schrok, krijste, vond het blaadje, en… Begon het Oval Office kort en klein te slaan.

“Dit is gisteren gebeurd, enkele minuten voordat we het echte blaadje aan de echte Trump hadden laten zien. We moesten een geheim agent sturen om het blaadje terug te halen, kostte wat kost. Vijf levens verloren.”
“Ik begrijp het niet,” zei Johnson op geërgerde toon, “Waarom? Wat is er gebeurd?”

Cummins pakte een microfoon op, en pauzeerde videobestand op het moment voor de woedeuitbarsting van Simulatietrump.
“Computer, zoom.”
Het beeld werd ingezoomed.
“Zoom. Zoom quadrant vier. Zoom. Enhance. Computer, enhance.”

Het blokkerige beeld werd scherp gesteld. Johnson zag een banaan.
“Kijk,” zei Cummins.
“Het is godverredomme exact dezelfde banaan! Leg uit wat…”
“Kijk,” herhaalde Cummins met nadruk, wijzend naar de banaan, “Niet als een admiraal… Kijk… Als een aap.”
“Ik heb geen tijd voor spelletjes,” gromde Johnson, “Je hebt twee seconden voordat ik…”
“De banaan… Is ondersteboven. De aap herkende het niet als een banaan. De aap dacht dat het een sip kijkend gezicht was. De aap dacht,” zei hij, alles beklemtonend wat er te beklemtonen viel, “Dat hij iets fout had gedaan.”

Dick Cummins pakte een geel blaadje uit zijn jaszak. Op het blaadje, bedekt met bloedspetters, stond een getal.
“Welk getal is dit?”
Johnson zag een percentage. 100 procent. Vervolgens draaide Cumminshet blaadje om, ondersteboven.
“Welk getal… Is dit?”

Johnson keek naar het blaadje, en daarna naar Cummins. Terug naar het blaadje, en terug naar Cummins.
“…Nee.”
“Het is zijn approval rate. Welk getal is het?”
“Nee. Nee, ik weiger te geloven dat…”
“WELK GETAL,” zei Cummins, luid, uit frustratie. Gelijk ineenkrimpend voor de statuur van de admiraal voor hem. Het had niet gehoeven- de admiraal zijn houding begon in te zakken. Eindelijk, na bijna vier jaar. De moed was opgegeven.
“Wat kunnen we dan doen? Wat kunnen we dan in godsnaam nog doen?”
Johnson probeerde niet eens meer de paniek in zijn stem te verbergen. Trump zou bijna wakker worden, pepsi over zijn cornflakes gieten, het nieuws kijken. Hij zou boos worden. Wat konden ze in godsnaam doen?

Met een knal vloog de deur van de Red Room open, een wetenschapper vloog naar binnen, uithijgend, hangend aan de klink.
“Sir,” hijgde hij, de admiraal opmerkend, en knikkend naar Cummins, “Sir, … We’ve got it.”

https://twitter.com/search?q=from%3ArealDonaldTrump%2096%25&src=typed_query

 

7 Reacties

  1. je geeft me wel een idee voor een filmpje: een moeder die pepsi over de cornflakes van haar kind giet en dat te eten voorzet aan de dinertafel.

      1. Bizar is juist dat veel mensen denken dat minimaal de helft van de bevolking uit kleurlingen bestaat. In NL is 85 % nog blank, in de VS is dat nog steeds ongeveer 65 %

Laat een antwoord achter aan zeikwijf Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *