In 1927 wil Thomas Parnell van de Universiteit van Queensland in Brisbane, Australië aantonen dat sommige stoffen vast lijken maar eigenlijk een vloeistof zijn. Hij stopt een zekere hoeveelheid pek in een trechter, wacht drie jaar en haalt de stop eruit. En zo begint een van de langst lopende experimenten uit de geschiedenis van de wetenschap. Acht jaar later, Hitler is inmiddels aan de macht, de Spaanse Burgeroorlog is uitgebroken en de Hindenburg neergestort, valt de eerste druppel naar beneden. Niemand die het heeft gezien.
In 1961, we zijn WOII, de uitvinding van de rock & roll en twee druppels verder, krijgt John Mainstone de leiding over het experiment. Hij is vastbesloten een druppel te zien vallen. In 1979 valt de zesde druppel op een zondag, de enige dag in de week dat hij niet aanwezig is. In 1988 valt de zevende druppel precies op het moment dat hij een kopje koffie aan het halen is. En als ze in 2000 eindelijk een camera op de zevende druppel hebben gericht, hapert het beeld op het moment suprême.
Op een foto uit 1990 staat Mainstone achter de pekdruppelopstelling. De pekdruppel glimt soeverein, uitdagend haast. Ik meen een melancholische wanhoop in de ogen van Mainstone te bespeuren. Op andere foto’s zie ik afwisselend geamuseerdheid, waanzin en berusting. In 2013 sterft hij op 78-jarige leeftijd zonder de druppel ooit te hebben zien vallen.
In 2014 dreigt de negende druppel de achtste druppel te raken. Bij het verwisselen van de stolp, op de dag dat ik jarig ben, breekt de druppel.
Precies drie jaar later zijn wij op Malta en eten wij ter gelegenheid van mijn verjaardag een taartje in een café met zicht op een rotspartij die er niet meer is. De rotspartij stond bekend als het Blauwe Raam en was een maand eerder in zee gezakt.
Miljoenen jaren had deze rotspartij op deze plek gestaan. Met dank aan wind en water had zich in de loop der millennia een gat in de rots gevormd. Dat gat was groter geworden. Sinds er mensen op Malta wonen zag de rotspartij eruit als de kop en nek van een reuzenschildpad. De rotspartij kreeg z’n naam: het Blauwe Raam. In de twintigste eeuw werd het een bezienswaardigheid. Mensen van over de hele wereld liepen over de nek naar de kop van de schildpad. En toen, op een nacht in maart 2017 stortte de rots in. Zomaar. Na miljoenen jaren. Niemand die het heeft gezien. De ene dag stond ie er. De andere dag niet meer. Verzwolgen door het water. De rotspartij is trouwens nog steeds een toeristische attractie. Iedereen komt nu kijken naar iets wat er niet meer is. Behalve de bussen en de toeristen, is er niets wat nog herinnert het blauwe raam.
Je kan het vallen van de tiende pekdruppel bekijken op een livestream. Onder een stolp hangt aan een trechter een dikke zwarte druppel boven een glazen beker. Je ziet iets bewegen zonder dat je het ziet bewegen. Naast de stolp de beker met reeds gevallen druppels. Hoe minder pek er in de trechter zit, hoe langzamer de druppel valt. De tiende druppel is nu zes jaar onderweg, het zal nog wel minstens zes jaar duren voordat ie loslaat. In Ierland is het ze inmiddels wel gelukt, om een vallende druppel op camera vast te leggen. Je kunt het terugkijken, maar dat is toch niet hetzelfde als de druppel live zien vallen. John Mainstone wilde getuige zijn van iets wat zelden voorkomt en voorbij kan zijn als je met je ogen knippert. Een glimp opvangen van de essentie.
Ergens denk ik dat hij blij moet zijn dat zijn geduld niet is beloond. Uiteindelijk stelt het vallen van de druppel niks voor. Het wachten, daar gaat het om.
Wat een, ik ben voorzichtig met het gebruiken het woord, voor je het weet ligt de inflatie/devaluatie (ik weet nooit zo goed het verschil tussen die twee) op de loer, maar hier komt dat woord dus: wat een poëtisch verhaal, echt. En dan die tragiek er ook nog bij, man!
En ik wist hier helemaal niks van. Wie wel?
Thanks meneer Reus. Ik ben tot nu toe één iemand tegengekomen die het verhaal kende.
Twee! Ik had er van gehoord, maar mij interesseerde het geen reet. Nu wel, door die tekst. Dat is goed, ik zou er bijna van naar willen kijken! Zeldzaam zijn die teksten! Stephen Fry heeft een boek geschreven over poezie, en dat was zo goed. Ik kon het niet meer lezen omdat ik bijna alleen voor het slapen lees en dat boek maakte me zo geinteresseerd en enthousiast dat ik niet meer slapen kon.
Op de eeuwigheidsschaal is bijvoorbeeld van de groei stalagmiet “live” te willen getuigen toch ook wel een onrealistische verwachting me dunkt? Of mis ik wat?
Zeker. Maar hier gaat het om iets wat om de zoveel jaar gebeurt in een fractie van een seconden. Maar zijn er mensen die de groei van stalagmieten proberen gewaar te worden?
hier wel een labo- stalagmiet: https://m.youtube.com/watch?v=ND_0zEbPGHE
OMG wat mooi. Maar heeft u daar niet, lang geleden, over geschreven Herr Molovich? Ik krijg een joekel van een déjà-vu…