Ik las de laatste hoofdstukken van Hotel Savoy van Joseph Roth. Een magnetiseur komt de bar van het hotel binnen en geeft alle dames een handkus. ‘Pas toch op’, denk ik bij mezelf, ‘je weet nooit wat die vrouwen onder de ledenen hebben.’ Zover is het al: zelfs tijdens het lezen van een boek uit 1924 moet ik aan corona denken. Maar een paar bladzijden verder breekt de tyfus uit. Dus zo gek waren mijn gedachtes niet. Elke dag vallen er tien doden in de naamloze stad ergens in het oosten van Europa. De Grote Oorlog is net voorbij. Soldaten keren terug. De revoluties zetten de wereld op z’n kop. Er breekt een opstand uit. En het hotel gaat in vlammen op.
Wanneer ik me gezond voel, kan ik me niet voorstellen hoe het is om ziek te zijn. En wanneer ik ziek ben, kan ik me niet voorstellen hoe het is om me gezond te voelen. Zo is het nu ook: de wereld zonder corona is een hele vage herinnering. Dit mechanisme is ook de reden waarom het maar niet lukte om de ernst van de situatie in te zien. Ook toen het virus toesloeg in Italië en de waarschuwingen zich opstapelden, bleef ik denken dat het zo’n vaart niet zou lopen. China die een miljoenenstad op slot gooit? Spierballenvertoon van een land dat een veel te lakse beginreactie probeert te overschreeuwen. Japan dat een cruiseschip in quarantaine gooit? Overspannen reactie van een hypernerveus land. Ellende is iets wat de ander overkomt.
Hoe anders sta ik er nu in? Op het Achtuurjournaal zie ik dat ze in Zweden nog gewoon op het terras zitten. Kinderen gaan naar school. Iemand in een gaarkeuken zegt dat ze in Zweden niet naar scorende politici luisteren, maar naar rustige deskundigen. Zelfs in Zweden doen ze dus net alsof het een wedstrijd is. Als ik op straat loop zie ik nogal wat mensen die geen anderhalve afstand in acht nemen. Voor mij is de anderhalve meter afstand inmiddels heilig. Ik heb me eraan vastgeklampt. Die anderhalve meter afstand is een stuk wrakhout. Onze redding. Als iedereen die anderhalve meter afstand respecteert, dan kan het leven tenminste een beetje doorgaan. Wanneer ik later lees dat die anderhalve meter misschien wel acht meter zou moeten zijn, negeer ik dat. Anderhalve meter is te doen, acht meter niet.
’s Avonds kijk ik eindelijk naar Parasite van Jon-ho Bong. [/SPOILER ALERTS] Over een Zuid-Koreaanse sloeberfamilie die pizzadozen vouwt om zichzelf in onderhoud te kunnen voorzien. Via een vriend begint de zoon bijles te geven aan de dochter van een rijke familie. Hij smokkelt zijn zus naar binnen om kunsttherapie te geven aan het getraumatiseerde zoontje van de rijke familie. Daarna lukt het de zus om ervoor te zorgen dat de chauffeur ontslagen wordt, zodat pa aan de slag kan. En nadat ze zich ook nog van de huishoudster ontdaan hebben, kan ma naar binnen. Alles gaat goed, ze hebben zich binnen no time vermenigvuldigd en voelen zich de koning te rijk. Totdat het huis zich tegen de indringers keert en alles volledig uit de hand loopt. Het virus en het immuunsysteem richten elkaar ten gronde. [/SPOILER ALERTS]
Hoe immoreel de familie ook opereerde, ik kon niet anders dan sympathie voor ze opbrengen.
Iemand schreef een tijdje geleden een verhaal in de krant naar aanleiding van de Zuid-Europese landen die om geld bedelen (nou heeft het coronavirus daar alles finaal om zeep geholpen daar vooral de Italianen juist zo sociaal naar elkaar toe waren) terwijl ze er zo’n zooitje van hebben gemaakt over een bekende fabel van La Fontaine (1621-1695). En deze fabel ging ongeveer zo:
De krekel en de mier
De kortzichtige krekel sjirpte constant dag en nacht, zo lang het zomer was,
Zijn buurvrouw, de mier, was echter bedrijvig en zijn kroop op en neer door ’t gras om, m zich op de winter voor te breiden. “Ik vrolijk je wat op,” zei de krekel. “Kom, luister naar mijn lied.”
Zij schudde nochtans nijdig met haar kop: “Een mier moet werken en die luiert dus niet!”
Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel er subiet mee op.
Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij hierna zijn kop omdat hij zich niet had voorbereid op slechte tijden. Doornat, koud en hongerig kroop hij toen naar ’t warme mierennest.
Hij klopte daar aan en toen de mier verscheen zei de krekel: “Ach, juffrouw mier, geef mij alsjeblieft wat eten voor de rest
Van deze barre winter. Ik betaal hierna met rente terug,
Nog vóór augustus, een krekelwoord is geen woord en zweren doe ‘k niet vlug!” “Je weet dat ik tenslotte aan niemand uitleen,”
Zei buurvrouw mier toen uiteindelijk heel gemeen:
“Wat deed je namelijk toen de zon nog straalde?
En ik wijselijk mijn voorraad binnenhaalde?”
“Ik zong toch voor jou,” zei zacht de krekel. En de mier antwoordde: “Daaraan heb ik als mier een hekel! Toen zong je zorgeloos en nu ben je hierdoor straatarm.
Dus dans nu maar in de kou, dan krijg je ’t toch wel warm!”
Wie leeft van kunst en kortzichtigheid gaat door voor gek. Vaak lijdt hij, als het te laat is, honger en gebrek.
En zo is het ook een aantal inwoners en politici in landen als Spanje, Italië, Portugal en Griekenland (uitzonderingen daargelaten) vergaan omdat zij een te kortzichtige kijk op het leven hadden en meenden dat anderen hen wel zouden verwennen, gelijk aan de mier!
Helaas waren veel Noord-Europese landen inderdaad toen gul voor hen tot het helemaal uit de hand liep en men wel “Nee!” moest zeggen tegen dat uitlenen van geld dat nooit werd teruggeven!
Wie namelijk constant van de hand in de tand wil leven en kortzichtig leeft die is het niet waard om geld en goed aan uit te lenen en ik heb persoonlijk al drie keer geprobeerd om bij het station van ‘s-Hertogenbosch uit de buurt van een opdringerige bedelaar te blijven die blijkbaar dacht dat ik hem ook steeds geld wou geven!
Maar ik dacht bij mezelf dat ik ook keihard voor mijn geld moet werken en beslist GEEN figuren wil onderhouden die mij iets te opdringerig zijn en anders had die vent (stel dat hij het coronavirus had!) maar naar de bijstand moeten afreizen of te gaan werken!
Want ik ben persoonlijk liever een ijverige mier dan een bedelende krekel ofschoon in een tekenfilm van Walt Disney uit de jaren ’30 de desbetreffende krekel WEL bij de mieren mocht logeren in ruil voor het maken van muziek voor hen!
Ik leerde bovendien ook dat je vreemde en opdringerige mensen nooit zomaar moet vertrouwen omdat ze in staat zijn om je constant geld afhandig te maken. En daarbij blijf ik van nature toch al mijlenver of een kleine anderhalve meter bij mensenmenigten vandaan omdat iedereen elkaar daarin gemakkelijk kan besmetten!
Er is echter ook een bepaald iemand (de naam van diegene maak ik om de privacy niet bekend) die al aangaf dat er in Nederland eigenlijk veel meer krekels dan mieren rondlopen, symbolisch gezien, in de vorm van werkende mensen en allerlei (overwegend allochtoonse) profiteurs!
En die gaf via een bepaald gedicht aan dat talloze mensen in Nederland, die wel willen werken maar hun bezit niet zomaar afstaan aan nietsnutten en klaplopers! Lees hier en oordeel:
Wie kent er niet de fabel
over de krekel en de mier
door onze ouders vaak, ons kinderen,
als voorbeeld meegegeven
over hoe je het best
kon handelen in je leven.
Hard werken en je best doen
dat begon al vaak op school
en was je niet zo pienter,
maar deed je wel je best,
dan was er bijna niemand
die vond dat je minder was dan de rest.
Was je aan het lanterfanten
dan kreeg je tot je spijt
behoorlijk op je duvel als je
een slecht cijfer had
voor gedrag en vlijt
maar ja, dat was een andere tijd.
De een kon gaan studeren,
de ander die ging werken
de waarden die je meegekregen had
bleven in je leven werken
Je leefde en had ook best plezier,
maar je dacht toch wel vaak
aan die krekel en die mier.
En veel van ons hebben
daar altijd aan gedacht,
en hebben van hun centen, als het kon lijden,
een deel naar de spaarbank toegebracht
Als een appeltje voor de dorst en voor
wat zekerheid in slechte tijden.
Het grootste deel van ons volk
dat leefde als de mier
De krekels waren in de minderheid
dat was een andersoortig dier
Die levenshouding uit vroeger dagen
is helaas bijna volledig omgeslagen
Veel mensen willen enkel nog plezier.
We worden nu onbedoeld
door krekels overspoeld
die niets presteerden in hun leven
en vinden dat de mieren verplicht zijn
hun voorraad aan minderbedeelden af te geven
De plichtsgetrouwe mier is zat van dat kaal gepluk,
maar dat interesseert die krekels in Den Haag
echt geen ene ruk!!
Helaas zijn die figuren in Den Haag grotendeels blauwe jakhalzen die al veel te vaak andere en vreemde mesen voortrekken boven hun eigen soort en daarmee enorm veel ellende veroorzaken!
Wijze woorden beste Jules! Zo hadden de Nazis als ze zich beter hadden voorbereid op operatie Barbarossa het niet zo koud gehad tijdens de Russische winter! In plaats van een beetje op te schieten met hun offensief namen ze vrolijk en uitgebreid de tijd om te plunderen en te verkrachten en heel veel joden te vermoorden! Als ze warme kleren hadden meegenomen was dat geen probleem geweest, maar nu liepen ze vast in de modder en de bittere winter waardoor er honderdduizenden een elledige dood stierven! Als zij harder hadden doorgewerkt in plaats van maar een beetje dom in mein Kampf te bladeren en zich de lessen van de krekel en de mier hadden aangetrokken, had de oorlog heel anders afgelopen!! Gelukkig is dat niet gebeurd en is er gerechtigheid geschied, al kom ik nog regelmatig bedelaars tegen op straat en dat zou in onze samenleving toch eigenlijk niet meer mogen kunnen!!
Er is trouwens nog een hele goede reden op te noemen dat de Duitsers de oorlog in Rusland niet wonnen! En dat is dat ze niet of nauwelijks profiteerden van de gruwelijke haat die talloze Oekraïners, Wit-Russen, Balten, Kozakken, Kaukasiërs, Tartaren, Russen en zelfs joden koesterden tegen het Stalinisme! De nazi’s waren zo verblind door hun haat tegen de Russen en niet-Russen die ze als walgelijk ongedierte beschouwden en de moordpartijen die de communisten hadden aangericht onder de plaatselijke bevolking deed de Duitsers beseffen dat dit gevaarlijke moordenaars waren die geen mededogen verdienen!
Niettemin waren er talloze verzetsgroepen daar actief zoals de sovjetpartizanen, de Oekraïense en Baltische guerrilla’s, het Poolse Thuisleger, joodse partizanen etc. die zelfs elkaar en het Rode leger even fel bevochten als de Duitsers!
Toen er bijvoorbeeld in 1943 joodse opstanden uitbraken in de vernietigingskampen Treblinka en Sobibor, waarbij enkele honderden joden ontsnapten, werd meer dan 75% van hen alsnog door de Duitsers maar ook door antisemitische Poolse partizanen en Oekraïense guerrilla’s gedood of door antisemitische boeren verraden aan de Duitsers!
De jodenhaat onder die groepen was namelijk zo groot dat ze de joden zelfs nog meer dan anderhalve meter van hen vandaan wilden hebben of anders op een soortgelijke diepte in massagraven!
Dat is zeker een heikele kwestie geweest beste Jules! Alhoewel de Duitsers moeite hielden met plaatselijke verzetshaarden hadden ze gelukkig het voordeel van hun superieure kennis van wapens en wapensystemen! Zo had de MG 42 de wijd verspreide bijnaam van Hitlers cirkelzaag omdat die 1200 tot 1800 schoten per minuut kon afvuren! Nu was het gebruik van dat machinegeweer te duur voor burgers, dus daarom gebruikte men daarvoor maar liever de Luger P08 omdat die gemakkelijker in de hand lag! De grootste weerstand van de sovjets kwam echter van het Stalinorgel ( BM-13 (132mm) dat tot het verdriet van de Duitsers echter geen psalmen ten gehore bracht! Dat laatste is ook een reden dat de Nazi’s de slag aan het oostfront verloren, want de sovjets hielden met de stalinorgel de Duitsers dusdanig uit de slaap dat ze overdag op het slagveld geen cent meer waard waren!!
Dat er nochtans heel wat Russen en niet-Russen, tijdens WO II, ook naar de Duitsers overliepen en met hen gingen collaborateren bewijst dit verhaal:
Russisch Bevrijdingsleger
Het ROA (Russisch Bevrijdingsleger) (Russisch: Русская освободительная армия (РОА), Roesskaja osvoboditelnaja armija (ROA), Duits: Russische Befreiungsarmee) was de naam die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt voor een groot aantal, onderling niet met elkaar samenhangende eenheden van de Wehrmacht die voornamelijk uit Russen bestonden.
De naam ROA wordt niettemin ook wel gebruikt voor het in november 1944 door Russische officieren opgerichte VS-KONR. In beide gevallen wordt ook wel gesproken van Vlasovleger.
Voorgeschiedenis
Direct na de inval in de Sovjet-Unie in juni 1941 werden de invallers op veel plaatsen ingehaald als bevrijders en liepen grote aantallen soldaten van het Rode Leger over naar het Duitse leger. De inzet van soldaten uit de verschillende niet-Russische volkeren werd door de Duitse autoriteiten al snel officieel toegestaan.
De niet-Russische vrijwilligers werden geleidelijk naar etniciteit ingedeeld bij allerlei zogenaamde Ostbatallions die op hun beurt weer deel uitmaakten van Ostlegionen, zogenaamde nationale bevrijdingslegers tegen de Russische c.q. communistische overheersing.
In werkelijkheid werden deze bataljons zo veel mogelijk verspreid over het front ingezet en werden ze ingedeeld bij reguliere Duitse eenheden. Daarnaast werden in de bezette gebieden talloze lokale milities gevormd ter ordehandhaving, bewaking van infrastructuur en bestrijding van partizanen.
Ondanks Hitlers verbod werden ook Russen op grote schaal door de Wehrmacht ingezet voor zowel onbewapende als bewapende taken. Volgens schattingen telde de Wehrmacht eind 1941 ten minste 150.000 Russische soldaten, een cijfer dat een half jaar later al was opgelopen tot ten minste een half miljoen.
Een onbekend aantal Russen diende direct na overgave/gevangenneming als HiWi (van Hilfswillige, vrijwilliger), in eerste instantie in ondersteunende taken, bijvoorbeeld als kok, bakker of chauffeur, later ook steeds meer in een gevechtsrol. Bovendien waren er enkele regionale initiatieven om Russische eenheden te vormen:
Reeds in juli 1941 vormde de Duitse militaire geheime dienst Abwehr een Russisch bataljon dat al snel uit zou groeien tot de gevechtsdivisie Sonderdivision R. Uitzonderlijk was dat deze divisie, hoewel een integraal onderdeel van de Wehrmacht, onder Russische leiding stond.
Eveneens op initiatief van de Abwehr werd in maart 1942 in Osintorf in Wit-Rusland de Abwehr Abteilung 203 opgericht, later Russisch Nationaal Volksleger (R.N.N.A.) genaamd.
Door het Duitse 2e Pantserleger werd begin 1942 in de omgeving van Brjansk de semi-autonome Lokotrepubliek gevormd, waar een kleine lokale militie onder leiding van Bronislav Kaminski uitgroeide tot het Russische Nationale Bevrijdingsleger (Russkaya Osvoboditelnaya Narodnaya Armiya, RONA.), een min of meer autonoom leger ter grootte van een divisie dat zelfs over tanks en artillerie beschikte.
Begin 1942 vormde Legergroep Midden zes bataljons met zogenaamde Osttruppen, een term die vanaf die winter de term HiWi verving. Om de etniciteit van de manschappen te maskeren kregen deze bataljons namen als Knieper en Berezina.
Door de SS werd in april 1942 in Pskov een propaganda- en sabotage-eenheid gevormd, die onder de naam SS –Sonderformation “Drushina” (“lijfwacht”) met succes werd ingezet tegen partizanen.
Daarnaast waren er ook talloze kozakkeneenheden. Kozakken werden echter door de Duitsers niet tot de Russen gerekend; om problemen met de rassenleer te vermijden werd door het Ostministerium zelfs verzonnen dat de kozakken van Germaanse afkomst waren.
In Duitsland zelf trachtten Russische immigranten, voornamelijk veteranen van het Witte Leger uit de Russische Burgeroorlog de Wehrmacht te bewegen tot de vorming van Russische gewapende eenheden. Hoewel er binnen de Wehrmacht veel sympathie bestond voor dit plan wees Hitler het af.
In februari 1942, nadat hij had ontdekt dat zijn bevelen inzake de inzet van Russen werden overtreden, verbood Hitler de verdere uitbreiding van de Osttruppen. Desondanks groeide het aantal Russen in de Wehrmacht en werd hun inzet in toenemende mate geregulariseerd. In augustus 1942 werden officiële regels van kracht waarin uniformen, onderscheidingen en betaling werden vastgelegd.
Het ROA
Intussen had in juli 1942 generaal Andrej Vlasov zich overgegeven aan de Duitsers. De pro-Russische fractie binnen de Wehrmacht was al langer op zoek naar een prominente Rus die als gezicht van een Russische bevrijdingsbeweging kon fungeren. Vlasov bleek bereid die rol op zich te nemen.
Hitler stond het gebruik van Vlasov voor propagandadoeleinden toe, een term die vervolgens door diens Duitse medestanders zo breed mogelijk werd geïnterpreteerd. In november 1942 werd onder voorzitterschap van Vlasov een Russisch Nationaal Comité opgericht, een apparaat zonder feitelijke zeggenschap dat in de propaganda als regering in ballingschap kon dienen. Voor de andere volkeren van de Sovjet-Unie bestonden dergelijke comités al langer.
Dit comité gaf op 27 december 1942 een proclamatie uit waarin werd opgeroepen tot de vernietiging van het Stalinisme, het sluiten van een eervolle vrede met Duitsland en deelname van Rusland in het nieuwe Europa. Doordat Duitse vliegtuigen deze proclamatie vervolgens aan beide zijden van het front uitstrooiden, werd bij de Russen aan beide kanten de indruk gewekt dat er werkelijk een Russische bevrijdingsbeweging bestond. Het aantal deserteurs uit het Rode Leger nam hierna flink toe, zelfs nog in 1945, toen de Duitsers allang aan de verliezende hand waren.
Begin 1943 werd de naam Russisch Bevrijdingsleger ingevoerd als gemeenschappelijke naam voor de talloze Russische eenheden binnen de Wehrmacht. In Dabendorf bij Berlijn werd een “school voor propagandisten” opgericht die tevens als hoofdkwartier en officiersopleiding van het ROA fungeerde.
De soldaten van de Russische Ostbatallions droegen voortaan het insigne van het ROA op hun voor de rest overwegend Duitse uniform. Verder werd onder hen de legerkrant Dobrovoljets (De Vrijwilliger) verspreid.
Vlasov wierf rekruten in krijgsgevangenenkampen, waar de Russische gevangenen vaak maar al te graag wilden ontsnappen aan de onmenselijke omstandigheden waarin ze werden vastgehouden, alsmede onder Russische dwangarbeiders. Op deze categorie was een andere krant van het ROA gericht, Zarja (Dageraad) genaamd. In Marijampolė in Litouwen werd een ROA-officiersschool opgericht.
Hoewel de propaganda een vrij groot succes bleek, had het ROA in SS-leider Heinrich Himmler een fanatiek tegenstander. Nadat hij Hitler had verteld dat Russische eenheden massaal overliepen naar de vijand, iets wat in werkelijkheid slechts op zeer kleine schaal voorkwam, beval de laatste in september 1943 dat het ROA moest worden ontbonden. De Duitse generaals wisten een compromis te bereiken waarmee de ca. 500- tot 750.000 Russen behouden konden worden.
Alleen eenheden waarvan de betrouwbaarheid twijfelachtig was zouden worden ontbonden; uiteindelijk zouden slechts zo’n 5000 Russen worden ontwapend. De overige eenheden zouden, zodra dat praktisch uitkwam, worden overgeplaatst naar het westen. Deze laatste maatregel trof overigens ook talloze niet-Russische vrijwilligerseenheden, die eveneens verspreid werden over het gehele bezette gebied dat zich uitstrekte van Noorwegen tot en met Griekenland.
Terwijl de talloze Russische batallions in de Duitse landmacht (Heer) geleidelijk werden overgeplaatst naar het westen, werd door de Luftwaffe in december 1943 het 1. Ostfliegerstaffel (russ.) gevormd, een uit Russen en enkele Joegoslaven bestaande eenheid die ’s nachts met verouderde toestellen bombardementen uitvoerde op stellingen van het Rode Leger. Na 8 maanden waarin 500 vluchten werden gemaakt werd de eenheid alweer ontbonden.
Na de Landing in Normandië vochten diverse Russische eenheden tegen de westelijke geallieerden in Frankrijk. Alleen al in de twaalf weken na de landing in Normandië namen de geallieerde troepen ongeveer 20.000 Russen krijgsgevangen.
Mede door de via pamfletten verspreide belofte van de Britten dat krijgsgevangenen snel naar de Sovjet-Unie zouden worden gerepatrieerd, vochten veel Russen zich liever dood dan zich over te geven. En dat bleek later volkomen terecht te zijn omdat veel Russische collaborateurs alsnog aan de Russen werden uitgeleverd.
Het VS-KONR
Na de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 verloren Vlasov en de zijnen een aantal belangrijke medestanders binnen de Wehrmacht, zoals Claus Schenk von Stauffenberg en Alexis von Roenne. Inmiddels was echter binnen de SS de houding tegenover de bewapende inzet van Russen veranderd. Kaminiski’s RONA werd in juli 1944 ingelijfd bij de Waffen-SS en moest de basis vormen van een nog op te richten Russische divisie.
Nadat de inzet van het RONA bij het neerslaan van de Opstand van Warschau in augustus van dat jaar op een fiasco was uitgelopen, werd Kaminki uit de weg geruimd en wierp Himmler zich op als beschermheer van Vlasov. Himmler stelde de oprichting voor van een Comité voor de Bevrijding van de Volkeren van Rusland (KONR), dat een leger van vijf divisies zou mogen vormen, waarvan er twee onmiddellijk opgericht zouden worden.
De term Rusland werd nu een bredere betekenis gegeven en betrof nu het grootste deel van de Sovjet-Unie.
Het KONR werd echter geboycot door de andere nationale comités, met uitzondering van de Kalmukken. Het KONR, en daarmee haar leger het VS-KONR (Strijdkrachten van het Comité voor de Bevrijding van de Volkeren van Rusland), werd in november 1944 in Praag officieel opgericht.
Het VS-KONR werd opgebouwd rond een kern van cursisten uit Dabendorf en de restanten van de twee Russische SS-divisies plus de Drushina, waarbij het RONA op last van Vlasov eerst grondig werd gezuiverd van criminele elementen.
Tijdens de opbouwperiode maakten de divisies deel uit van het Ersatzheer, het reserveleger van de Wehrmacht dat onder bevel stond van Himmler. Om deze reden kregen de twee opgerichte divisies, naast de officiële namen van 1e en 2e divisie, tevens respectievelijk de Wehrmachtaanduidingen van 600e en 650e Infanteriedivisie (Russ.). Werving onder krijgsgevangenen en dwangarbeiders leverde in korte tijd genoeg aanmeldingen op voor 30 divisies.
Hiervan werd echter maar een beperkt aantal kandidaten aangenomen. Wel zouden de bestaande ROA-bataljons geleidelijk overgaan naar het nieuwe leger.
De 1e divisie werd gelegerd in Münsingen, de 2e in Heuberg. Verder werden een reservebrigade en een antitankbrigade gevormd, in december gevolgd door een kleine luchtmacht.
In april 1945 volgde nog de vorming van de Russische Brigade 599, die in het Deense Viborg werd gestationeerd. In totaal omvatte het VS-KONR bij de oprichting ongeveer 50.000 man, slechts een fractie van het totale aantal Russen in Duitse dienst. Formeel was dit aantal aan het einde van de oorlog verdubbeld, nadat ook een vrij groot aantal kozakkeneenheden en de Kalmukken aan het leger waren toegevoegd.
Alleen de 1e divisie en de luchtmacht kwamen daadwerkelijk in actie tegen het Rode Leger, tijdens een gezamenlijke actie bij Erlenhof op 13 april 1945. Hierna trachtte Vlasov zijn troepen zo veel mogelijk te concentreren in Bohemen, in de hoop zich als grote anti-communistische strijdmacht over te kunnen geven aan de Amerikanen.
De 1e Divisie speelde op 6 mei nog een doorslaggevende rol in de Praagse Opstand aan de zijde van de Tsjechen en trok daarna in westelijke richting. Beide divisies trachtten hierna het gebied van de westelijke geallieerden te bereiken. Een deel van de 2e Divisie, de reservedivisie en de generale staf, slaagde hierin en werd ondergebracht in kampen in het westen van Duitsland. De 1e divisie werd echter de toegang tot de Amerikaanse zone ontzegd. Het vooruitzicht in handen te vallen van het beruchte Rode Leger dreef velen tot zelfmoord, terwijl anderen in burgerkleding probeerden de Amerikaanse linies te overschrijden.
Van beide divisies slaagde een klein deel, ten hoogste 5000 man, er voorlopig in om uit handen van de communisten te blijven. Het grootste deel hiervan werd uiteindelijk, net als de militairen van de ROA-bataljons, door de geallieerden alsnog uitgeleverd aan de Sovjet-Unie. Beter verging het de 8000 manschappen van de luchtmacht, die zich als geheel had overgegeven aan de anti-communistische generaal George Patton die weigerde aan de uitlevering van de Russen mee te werken.
Generaal Andrej Vlasov en andere vooraanstaande leden van het KONR werden na een showproces op 1 augustus 1946 opgehangen wegens terroristische en tegen de staat gerichte activiteiten.
De meeste manschappen werden na hun deportatie direct afgevoerd naar kampen van de Goelag. De overlevenden zouden hieruit pas 10 jaar later, in het kader van een amnestie, worden vrijgelaten.
overigens denk ik wel dat wij die verzetsgroepen een grote dank verschuldigd zijn! Zij hebben met gevaar voor eigen leven ervoor gezorgd dat wij nu allen in vrede en vrijheid kunnen leven! Het lijkt – hoewel dat niet aan mij is – dan ook gepast om een moment stil te staan bij hen die vielen, voor onze vrijheid, gelijkheid en broederschap! Zullen wij samen gezellig bidden?
Weet je trouwens ook dat veel van die verzetsgroepen daar in Rusland, Polen, Tsjechië, Frankrijk, Joegoslavië, Griekenland, Italië enz. (maar dat had ik al eerder vermeld) niet alleen een gigantische haat tegen elkaar en hun eigen regeringen koesterden, vooral de nationalisten en communisten, maar dat ze meestal ook een vreselijk schrikbewind zaaiden onder de burgerbevolking!
Ik heb in bepaalde documentaires over de oorlog in Rusland gezien dat veel Russische en niet-Russische burgers , ongeacht de Duitse terreur, vaak ook de sovjetpartizanen haatten omdat die hen eveneens terroriseerden door middel van het opeisen van voedsel en onderdak, waarbij bruut geweld niet werd geschuwd, het onder dwang ronselen van nieuwe volgelingen voor de partizanenstrijd en het vermoorden van iedereen die hen niet steunden of samenwerken met de Duitsers, Oekraïense guerrilla’s e.d.!
Het gebeurde dan ook geregeld dat de partizanen en guerrilla’s elkaar vermoorden en zelfs Jozef Stalin wantrouwde de meeste sovjetpartizanen zo erg (hij was na WO II namelijk bang dat de Russen zich alsnog tegen hem zouden keren omdat ze tenslotte niet voor hem vochten maar voor vrijheid en het Moederland) dat hij er velen van hen, gelijk naar de Poolse, Oekraïense en Baltische guerrilla’s, liet vermoorden of naar Siberië toe stuurde!
En dat was iets wat een aantal landgenoten van hem op Texel, in 1945, ondervonden toen zij zich tegen de Duitsers hadden gekeerd! Talloze Georgiërs werden toen door de Duitsers afgeslacht om hun onbetrouwbaarheid terwijl de overlevenden hierna naar de geallieerden probeerden over te lopen! Dezen zagen hen echter puur als verraders en leverden hen uit aan de Stalinisten wat maar weinigen van hen overleden!
Want die Georgiërs hadden, gelijk naar generaal Andrej Vlasov (1901-1945) die in 1942 naar Adolf Hitler overliep, juist een bepaalde fabel over een vleermuis, die tijdens een oorlog tussen zoogdieren en vogels steeds van de ene partij naar de ander overliep, beter kunnen gaan lezen!
Wie namelijk in tijden van oorlog steeds van de ene strijdende partij naar de andere overloopt zal op een gegeven moment door iedereen gewantrouwd en gehaat worden! En die Georgiërs probeerden dus al in WO II tot 2 a 3x steeds over te lopen van de ene partij naar de andere waardoor zij feitelijk alleen maar verloren!
Zelfs wie in een oorlog wint zal uiteindelijk ook een verliezer blijken omdat de kosten van een overwinning vaak hoger zijn dan de opbrengst!
Foutje: overleden moet eigenlijk overleefden zijn!
amen beste jules!
Applaus.
Iemand Isaak Babel wel ‘ns gelezen?
‘Het is wel een heel merkwaardig hotel dat Roth hier opvoert – misschien wel ‘een metafoor voor de ondoorgrondelijkheid van de wereld’ zoals David Bronsen opmerkt in zijn Roth-biografie.’ (uit: een recensie in Trouw, maar mooi geformuleerd David Bronsen).