“We shall see” oftewel: Fontaine je ne boirai pas de ton eau

In het winkelgebied was de bom ontploft: de dierenwinkel ging dicht. Te weinig inkomsten vanwege teveel online aankopen, het oude liedje. De buurt was in gradaties van emoties: van verbazing, via spijt (die dierenwinkelmensen waren de leukste van het plein, hun winkel het epicentrum waar iedereen kwam kletsen) tot wanhoop (toen bleek dat er in een straal van 20km geen dierenwinkel meer bestond). Zo ook mevrouw Rochebouille, die, in weerwil van de tijdgeest, alles voor haar menagerie bij de gezelligerds aanschafte.

Maanden had zij, op weg naar de grootgrutter, het bord “TE HUUR” zien hangen. Ze hield haar hart vast en bad naar onwaarschijnlijke goden dat de volgende huurder ook een dierenwinkel uitbaten zou.

De lente ging, de zomer kwam, het bord werd van de voorpui gehaald. IJver werd waargenomen. Een kudde lilliputters met steil donker haar nam bezit van de gelegenheid. De groezelige muren werden shiny white gesaust, een vrachtwagen bracht poederroze toon-, werkbanken en plankenkasten alsmede flatscreen, krukken en menshoge leren fauteuils. Het kon niet uitblijven of een groot bord op de gevel hing: “NAGELSTUDIO LE TRÈS CHIQUE”. Naast dat de knoert van een fout in het nepfrans pijn deed aan haar neuronen en ze de naam van het etablissement niet anders kon vertalen dan met “De Zeer Pruimtabak”, had ze een broertje hartstikke deaud aan nagelstudio’s.

Nagelstudio’s, dat waren plekken voor gebotoxete tuthola’s met een IQ van 2,5.

“GODVERDOMMENOGAANTOE!” schreeuwde ze in het voorbijgaan. Ze stormde de tegenover gelegen viskraam binnen. “Jezus man, heb je dát gezien! Er komt een fokking NAGELSTUDIO in plaats van de dierenwinkel! Het láátste wat we nodig hadden!” De visboer knikte zwijgend. Zijn frau was een nog mooie Nederlandse, compleet met blonde krullen en lieftallig gemoed, die meewerkte in het nerinkje, haringen villen en dat soort handelingen: geen klant voor manicures. Mevrouw Rochebouille vertrok weer, en vervolgde briesend haar weg, haar boodschappentrolley driftig achter haar aan sleurend.

“Handen ook?” Beide benen in het voetenbad, mevrouw Rochebouille hoorde het gebroken Nederlands van de Oost Aziatische vrouw die zonet haar linkerhand had gepakt en daarnaar zat te wijzen. Ze drukte op de knop van de massagestoel om haar in ligstand te brengen en, na luttele seconde (niet) te hebben nagedacht, uitte:

“OK.”

 

 

 

 

[De complete collectie van Oud Zeikwijf op Oudzeikwijf.com.]
Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

2 Reacties

  1. Winkels moeten zich gewoon opnieuw verhermarketen, dan komt het wel weer goed. Als een KIA punt, met opslag, en een voorraad van vaak bestelde (en als kwalitatief goed beoordeeld door de vakkundige staf die altijd bereid is te helpen) voorwerpen zodat ze in het echt bewonderd kunnen worden en zonder wacht- en levertijd meegenomen kan worden! Plus, als centrale distributieplaats beperkt het vervuilend transport, dus BAM. Groenstempel.

    … Maar ja, die vakkundige staf. Vingertje wijzen naar internet, maar ik ben bij winkels vaak afgehaakt door personeel van 16 jaar oud die bij elke vraag “…Uhh… We hebben ook… ehh deze, als die niet is wat u zoekt…” antwoorden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *