Toen ik naar bed ging, leek het mij een goed idee eens te beginnen met het onthouden van mijn dromen. Eerlijk gezegd gaf ik mijn voornemen weinig kans. Heel soms lukt het me om een droom bij me te houden, meestal vliegen ze weg voordat ik me realiseer ze vast te moeten pakken. Vannacht droomde ik dat ik een autorace organiseerde. Er deed een jongen van tweehonderd kilo mee. Hij was groter dan zijn auto, zijn vet moest eroverheen worden gedrapeerd. Ik wilde hem duidelijk maken dat hij geen schijn van kans maakte. Er gebeurde nog veel meer en toen ik wakker werd, wist ik nog precies wat. Maar ik viel weer in slaap. Om kwart over zeven schrok ik wakker omdat mijn vrouw zei dat het kwart over acht was. Ik vergat om mijn droom terug te halen. Nu is er bijna niets meer van over.