De kraai

Het is lente. De eerste echte dag die zich rokjes mocht noemen, al heb ik geen rokje gezien.
Naar het park dan maar. Tussen al die Amsterdammers die ook de zon komen verwelkomen op zijn terugkeer uit vanachter de huizige horizon.

Het stadspark explodeert van de lente, keihard schreeuwend: “PAREN!!”
Een komen en gaan van gevogelte in de nog kale bomen. De een snerpt, de ander krijst. Een reiger vliegt met een lange tak in zijn bek.

In een poeltje een paal. Daarop een flinke kraai. Een raaf bijna. Zo’n groot exemplaar zo dichtbij te aanschouwen, dat is zeldzaam in de stad. Hij krast kettinkjes van 4 kreten en 1 tussenpauze. Onophoudelijk.
“Een eenzame kraai” denk ik dan “hier een potje aan het roepen in de wilde weg.”
Ik begin hem zelfs onverzorgd te vinden – een groot, alenig lichaam op een paal gezeten, in de vijver van het stadspark, te midden van de lentedrukte van de watervogels – tot ik opeens, in een van zijn adempauzes, tussen al die andere kraaien en al die andere vogels die allemaal nu extra blèren, de matchende roep ontwaar en begrijp: deze kraai zit in een conversatie. Met precies zo’n exemplaar, verweg (zo’n 150 m) in het kleine bos. Dat precies dezelfde taal spreekt, en precies zijn pauzes vult.

Toevallig was het gisteren dat ik ook Moniek de Hen hoorde converseren met een kip uit de buurt, die ze niet kon zien en nog nooit had gezien, op minstens 50 meter afstand. Het werd een diep gesprek van wel 15 minuten. Het bestaan Gods en de betrekkelijkheid van het leven zullen ze wel niet hebben besproken, de reparties getuigden niettemin van een zekere interesse en zelfs betrokkenheid.

Deze 2 observaties bij elkaar voegend leerde ik vandaag dat het taalgereedschap van bepaalde vogels een heel bijzonder is. Net als hun vlucht onze straten en gebouwen overstijgen, reikt hun stem ver. Een soort megafoon waarmee ze uitstekend communiceren.

Wat de kraai betreft: ik wees hem de richting van zijn vriend (het was een vriend gezien de toon van de conversatie, en zelfs waarschijnlijk zijn partner, gezien de lente. Kraaien zijn trouwens monogaam, las ik net op Wikipedia.) Ik zei daar nog bij: “Daar!” en, ja hoor, hij vloog uiteindelijk daar naar toe, en het was goed ook, want hij begon schoor te worden.

Even wilde ik hem achterna, maar dat was de andere kant op. Na even vertoefd te hebben in dit gruwelijke dilemma, hervatte ik mijn reis en werd prompt beloond: op de houten loopbrug stonden 2 duiven uitgebreid te tongzoenen. Ik wist niet eens dat ze dat deden, maar blijkbaar. Ze waren duidelijk over hun oren verliefd, want ze trokken zich niets aan van het volk dat langsliep. Dat moest maar wijken.

Toen ze uitgetongd waren merkte ik iets ongewoons in hun gedrag. Normaal is het het mannetje dat achter het vrouwtje aanzit, tot vervelends toe. Nu liep hij even weg en keek ze hem na ( eerst dacht ik dat ik het niet goed had gezien). Maar ze liep waarachtig naar hem toe. Weer gingen ze tongzoenen, waarna het tafereeltje zich herhaalde, wat niet naar haar smaak was, want ze vloog opeens naar de oever. Daar werd ze acuut aangesproken door een flinke kerel, en ze liet het een poosje toe, tot het object van haar affectie dat in de smiezen kreeg en verhaal kwam halen. Ze had zijn aandacht. Ik zag ze samen weg lopen.

Verderop zaten twee dertigers op een bankje te kussen.

Als dat geen lente is.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

1 reactie

  1. Dit verhaal over de kraai zou eigenlijk duidelijk kunnen maken waarom kraaien nog veruit zijn te verkiezen boven verderfelijke mensen! En daarbij laat ik hier een verhaal zien over dat het sluiten van verschillende bondgenootschappen in Zweden ook bepaald geen zegen is voor mensen al doen kraaien dat wel onderling.
    De linkse feministes hebben daar in Zweden godzijdank thans aan den lijve ondervonden met de radicale moslims wat er precies gebeurd als je jezelf gaat gedragen als een kauw uit een fabel die vriendschap wou sluiten met een stel pauwen. De kauw had zich toen ooit getooid met losse pauwenveren en hij verliet hierna zijn mede-kauwen en meende dat als hij zich als een pauw zou gedragen deze hem wel zouden accepteren.
    De pauwen riepen echter uit: “Jij bent gewoon aan het pronken met andermans veren en je zult hierdoor in geen eeuwigheid bij ons aansluiting vinden! Verdwijn uit ons gezelschap!”
    De teleurgestelde kauw gooide daarop de pauwenveren af en hij wilde terugkeren naar de overige kauwen maar zij gaven op hun beurt als antwoord: “Jij vond ons toch te min dat je nieuwe vrienden wilde verkiezen boven je oude vrienden? Verwacht dan maar niet dat wij jou weer terug willen!”
    Zo kwam in een andere fabel een kraai, die geluk zocht, erachter dat in een dierentuin een zwaan, een papegaai en een pauw veel mooier waren dan hijzelf. Elke keer ontdekte de kraai steeds dat de ene vogel gelukkiger en mooier scheen dan de andere maar de pauw werd echter in een grote kooi gehouden.
    Toen zei de kraai tegen de pauw: “Jij bent veel gelukkiger dan ik daar honderden mensen jouw schoonheid bewonderen. Ik wordt daarentegen om mijn zwarte kleur constant weggejaagd en ik ga ervan uit dat jij hierdoor de gelukkigste vogel ter wereld bent.”
    De pauw antwoordde daarentegen: “Ik was inderdaad oorspronkelijk blij met mijn schoonheid maar nou wordt ik hierdoor in een kooi gehouden en ben zo mijn vrijheid kwijt, gelijk naar de zwaan, de papegaai en vele andere mooie vogels. Soms wenste ik dat ik jou, de kraai, was daar jij hier wel in vrijheid leeft en in mijn ogen dus veel gelukkiger ben!”
    En met de laatste fabel wil ik zelfs aangeven dat ik al die mooipraterij van de media, dat het hier zogenaamd zo goed gaat in Nederland, beslist met een korreltje zout neem! Wij lijken namelijk allemaal op onze beurt wel gelukkig maar we gaan helaas, dankzij de gestegen welvaart en luxe, alleen maar ongelukkiger worden omdat de verwennerij ons totaal boven het hoofd stijgt en nieuwkomers en de bestuurders ons NOG ongelukkiger maken met hun ondankbaarheid en politieke-correctheid!
    Kraaien zijn bovendien altijd nog een stuk slimmer dan EU-politici en moslimextremisten!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *