“Hai,” zei de, nou ja, laten we hem zichzelf maar gewoon voorstellen aan de deur: “Ik ben het. Frank.”
Frank wachtte even, maar zag niet de glittering van herkenning. Jammer.
“User-ID HardarFan73? Weet je nog?”
Nog steeds niks. Maar: Frank was goed opgevoed. Als iemand een foutje maakt, neem je gracieus de schuld op jezelf.
“Ik snap het wel,” zei hij dus, met een groots gebaar van vriendelijk op elkaar geperste lachende lippen, “Er zijn natuurlijk zoveel fans. Het zal wel moeilijk zijn om ons uit elkaar te houden, haha.”
Bon Hardar knikte langzaam.
“… Ja,” beaamde hij, “Sorry, maar ik weet niet goed…”
Ai. Frank had hem de kans gegeven zijn fout te verbeteren, in plaats daarvan besloot hij iedereens neus in de poep te duwen en het daar heen en weer te roeren. Jammer.
Hij besloot iets zakelijker verder te gaan. Geen ouwe jongens krentebrood, prima, dan maar zo:
“Ik kom natuurlijk langs vanwege jouw instagram foto, geplaatst op 16 april 2018. Het is nu 18 april- ik geloof dat ik jou meer dan genoeg tijd heb gegeven om je fout te corrigeren.”
“Fout?” vroeg Hardar.
Frank begon te lachen. Hard, en nep. Zo nep als mogelijk, vol sarcasme, ironie en gekwetste gevoelens.
“Oh wauw,” zei hij tussen wat lachen door, “Oh wauw. Zo. Weet je: één deel van mij zei nog: Bon Hardar, dat is een goeie, dat is geen foute. Maar een ander deel van mij zei: nou, weet je dat zeker? Zullen we anders maar even bewijsmateriaal verzamelen? En toen zei dat ene deel dat het nergens voor nodig zou zijn, maar dat andere deel, nouuuu...”
Frank pauzeerde, om te zien of Bon Hardar bij het horen van dit zijn masker zou laten vallen. Al was het maar even. Van de schrik. Maar nee, dus ging Frank maar weer heel naar en sarcastisch neplachen.
“Oh wauw,” zei hij weer, “Dus toch. Nou dan ben ik blij dat ik naar mijzelf geluisterd heb. Kijk,” zei hij, een multomap pakkend en open slaand, “Hier. Dat is een screenshot. Van mijn reactie op die foto. Kan je dat lezen? Bon? Nou?”
“Lezen, ik zie niet in…”
“DAAR STAAT,” onderbrak Frank hem maar voordat Bon Hardar een HELE grote onbeleefde fout zou maken, “Daar staat: Hoi Bon, wat leuk dat je een boek hebt geschreven, ik heb ook een boek geschreven, ik heb het in eigen beheer uitgegeven, je kan het via mijn website kopen.”
Frank pauzeerde weer, Bon strak aankijkend.
“Was daar iets niet helemaal duidelijk, Bon?”
“Jij wilt dat ik jouw boek koop,” probeerde Bon. Frank knipperde heel hard met zijn ogen, schudde met zijn hoofd, en ging nog ongemakkelijker en nepper lachen.
“Oh wauw,” schudde hij zijn hoofd, “Haa. Ha. Haaaa. Oh wauw. Bon: wauw. Wauw. Oh ik weet éven niet wat ik moet zeggen.”
“Dat wilde je niet?” probeerde Bon. Nee Bon. Fout.
“KOCHT, Bon. Ik heb jouw boek gekocht. Ik ben jouw fan. Ik like elke foto van jou, en als je een béétje je best doet laat ik zelfs een aardige én spitsvondige reactie achter, Bon. Daar wint iedereen bij. Hoe zit het nou?”
“Frank,” zei Bon op verzoenende toon.
“Frenk,” verbeterde Frank hem gepikeerd. Op zijn Engels, lul.
“…Frenk. Sorry. Ik ben blij dat je fan bent van mijn werk. Maar… Maar er, ik bedoel, kijk, op je eigen screenshot: dat is reactie nummer vierhonderdrieendertig. Je kan niet verwachten dat ik op iedere…”
Frank snoof. “Iedere?? Wauw. Oh wauw. Bettie, net voor mij: Leuke foto Bon. Staat daar IETS over een boek, Bon? Daar weer voor: StevenDePeven. Iets over dat het een leuke foto is en dat hij ook een boek aan het schrijven is. Schrijven, Bon. Niet geschreven. Mijn boek is af, Bon.”
“… Als je wilt kan ik je reactie liken, ik bedoel…”
“Mijn website. Daar is mijn boek te koop. Ik heb het duidelijk gezegd. Je hoefde alleen maar op mijn profiel te klikken, en dan naar “Meer informatie” en daar staat mijn website en nog VEEL MEER. Ik heb geen enkele klik geregistreerd van instagram, Bon. LAAT STAAN een verkocht boek.”
Bon Hardar was aan het rekenen of hij snel genoeg de deur kon dichtslaan.
“Ik koop jouw boek,” zei Frank langzaam, “Jij koopt het mijne.”
“Frank,” probeerde Bon het toch nog maar een maal, “Ik krijg maar een euro per verkocht boek. Ik verdien hier mijn geld mee. Maar als ik jouw boek koop dan ben ik… Wat, twintig? Euro? Kwijt?”
“Frenk. En dertig, Bon. Eigen beheer zei ik toch, dat is een stuk duurder. We hebben het niet allemaal zo makkelijk als jij. Dankzij mij heb jij jouw boek verkocht. Dan is het minste wat je kan doen een kleine schrijver uit de brand helpen.”
“En mij graag,” duwde een vrouw zich naar voren, “Hier: Bij de woelige baren van Avalon. Het gaat over een krachtige vrouw die in haar tijd voor heks wordt aangezien, omdat ze zo krachtig is, en lesbisch, Bon, mijn boek kost maar 25 euro, het heeft maar 100 bladzijden, ik heb jouw boek toch ook gekocht?”
Bon schrok terug.
“Hai,” riep iemand achter Frank en de vrouw, “Ik heb wel twintig van jouw foto’s geliked. Kun je misschien ook eens één foto van mij liken?”
Bon bewoog langzaam zijn hoofd door de deuropening, en zag een lange lijn van mensen staan, waarvan het overgrote deel een dik boek in de hand hield met een kaft in slechte resolutie en vloekende kleuren.
“We zijn toch fans? Bon?” riep Frank tegen de in paniek dichtgeslagen deur.
“Ik dacht dat wij fans waren, Bon!! BON!! WIL JIJ SOMS EEN SLECHTE REVIEW BON!! BON!!!!!”