In reactie op de #metoo-pandoradoos, riep het OM ons gisteravond op het NOS-journaal op om aangifte te doen van strafbare seksuele dwang. Vanmorgen gaf ik gehoor aan de oproep, en begaf mij in de vroege ochtend naar het politiebureau om mijn eigen verkrachting, 32 jaar geleden, te melden.
Bij het opstaan besloot ik stante pede te gaan, vóór ik de kans kreeg om iets anders te doen. Voor je het weet zie je daar weer vanaf, niet waar. Niet voor niets had het 32 jaar geduurd, en moest de helft van de bevolking op de barricade zijn gesprongen wilde ik zover zijn. De kans was niet ondenkbeeldig dat ik tussen besluit en daad chicken zou worden, de welbekende praktische zaken, uit lafheid of gemakzucht, voorgang zou geven en onverrichterzake over tot de orde van de dag zou gaan.
Dus stond ik op, kleedde mij zo keurig mogelijk aan en nam de bus in plaats van de fiets om niet verwaaid aan te komen. Ik heb immers een gekke blik in de ogen en weet uit ervaring: men heeft de neiging mij niet serieus te nemen. Straks denken ze met een fantast te doen te hebben. Dat moest niet gebeuren. Ik schaamde me met terugwerkende kracht voor de 32 jaar waarin dat heerschap zijn strafbare gang had kunnen gaan, voor de vrouwen die ik door mijn zwijgen niet beschermd had, voor de onnauwkeurige statistieken. NU! Nu moest en zou ik mijn zwijgzonde aflossen.
Ik zou de autoriteiten laten vastleggen hoe ik op 21 jaren leeftijd in Americain iets ging drinken met Charles uit Togo. Hoe ik na 2 rumcola’s van mijn stokje ging, dacht: “dit is niet OK” en me opsloot in de WC’s. Hoe het barpersoneel het slot openschroefde om mij aan Charles over te leveren, hoe ik me ondanks de vreselijke slapte probeerde te verzetten, hoe ik de auto ingeduwd werd, hoe ik naar de Bijlmer werd gereden om daar in één van die megaflats waar later een vliegtuig van El Al op zou vallen, uitgebreid verkracht te worden. Hoe mijn lijf als protest of bescherming zich had ontdaan van allerlei vloeistoffen: pies, bloed, in onwaarschijnlijke hoeveelheden. Hoe ik de volgende ochtend onder de douche het sperma probeerde weg te spoelen, en de vernedering, terwijl hij de lakens in de wasmachine stopte. Hoe ik teruggereden werd, bij de Texaco werd afgezet, hoe hij het geeltje uit zijn portemonnee haalde. Hoe ik dat geeltje aannam.
Hoe ik 3 maanden bang was aids opgelopen te hebben.
In de bus mijmerde ik over die 32 jaar. De vrees voor de behandeling bij het politiebureau, het mogelijke ongeloof, de represailles, de kastjes, de muren.
Ik stapte het politiebureau binnen.
Het was leeg. Een vrouw zat achter de balie.
– Justitie riep ons gisteravond op het nieuws op om melding te doen van verkrachting, dus hier ben ik. Ik wil graag aangifte doen van verkrachting. Van 32 jaar geleden.
– Hebt u legitimatie voor mij? Ga ik kijken wat ik erover in de computer kan vinden.
– Maar ik heb het nooit gemeld…
– Wie heeft u opgeroepen dan?
– Justitie! Het was op TV.
– Weet u wie dat gedaan heeft?
– Ja.
– Is het een bekende?
– Ja, dat wil zeggen, een vriend van een toenmalige vriendin.
– Wij gaan hier niet over. Ik ga de zedenpolitie bellen en vragen hoe nu verder. Gaat u zitten.
De zedenpolitie wilde mij niet aan de lijn hebben. Ik moest ze bellen. Er zou een afspraak gemaakt worden. Ik zou mij naar bureau Marnixstraat moeten begeven, aan de andere kant van de stad.
Ik liep de druilerige dag weer in en ging pantoffels van Duitse wol en plastic kopen bij de Van Haren. Daarna schafte ik bij Holland & Barrett chocolade letters van Teun Dinges aan voor mijn familie in den diverse vreemde. Ik deed ook nog de HEMA aan, voor rookworst, en de Zeeman, voor garens (80% acryl en 20% wol) om een sjaal te haken voor nr2, die daar om gevraagd had. De Blokker werd niet overgeslagen voor een gaspitverkleiner, de Primera voor het ophalen van een pakje en het opladen van mijn OV-kaart (“Attentie! Uw kaart verloopt op 1-12-2017”), de bakkerij voor brood, croissants en eclairs. Bij de dierenwinkel kocht ik 2 balen stro voor Pokpokpok de Hen.
Rumcola’s heb ik nooit meer door mijn strot gekregen.
ik moest daar ook heen. enorme domper. ook om die reden.
ik moest met twee grote dikke kerels over anale penetratie praten. Met bob en leo. ik omschreef hoe t voelde en wat ik dacht en zei. ze maakten me een beetje belachelijk. en ze vroegen niet hoe t gegaan was.of naar de kleur van het klimrek of zo of hoe die vent eruit zag. ik had er een foto van. hoefden ze niet te hebben. nee alleen hoe kan het dat je je dit nog herinnert. en “is dat niet zielig voor die man dat je zo’n hele beschuldiging uit. … ik vind het nogal wat”
er kwam niks op papier te staan maar ze namen alles op op band. Daarna zeiden ze “we gaan er geen aangifte van noteren. Daarvoor is het te klein”. het was heel raar. ik ben er nogal geschokt van. Ook dat ik daarna naar een ander bureau ging met meer feiten en die werden niet toegevoegd. ja ze zouden gebeld hebben. ja die agenten herinnerden zich het nog goed zei die man.
en ze zeiden de straatnaam verkeerd aana de telefoon. ook raar.
ik heb nog nooit zoiets raars meegemaakt eigenlijk. ik weet nu nog niet wat ik ervan moet vinden. Ik voel me niet heel erg geroepen meer tot zwijgen in het belang van de opsporing. er wordt niks opgespoord.
jeetje wat afschuwelijk. Conclusie = helaas waar. Niet voor niets gaan vrouwen NIET naar de politie voor verkrachtingen/aanrandingen, maar melden ze het nu massaal op de sociale media.
volgend jaar lezen we in de krant dat het aantal seksuele misdrijven weer gedaald is
Werkelijk aangrijpend verhaal. Aanvankelijk. Pas toen het slachtoffer in kwestie een HEMA-worst aanschafte begreep ik hoezeer ik bij de neus genomen was. Wat mijn waardering voor deze bijdrage niet kleiner maakt. Integendeel. Welk een heerlijk stukje satire! Hulde!
Ik zie de humor niet zo.
Naar verhaal, zelfs al het niet waar is.