De brandnetel

Hoe ouder ik word hoe meer respect ik heb voor de natuur. Planten, precies zoals Piet Oudolf, de wereldberoemde tuinarchitect, zegt, hebben ook karakter. In feite sommige meer dan anderen.

Zo bezit ik een karaktervolle brandnetel. Het woord ‘bezit’ kan hier eigenlijk niet. Ze is nogal onafhankelijk van aard, ze zou niet accepteren van iemand te zijn, zo zijn brandnetels nu eenmaal.

Ze groeit op mijn platje, al jaren.

Eerst nam ze het lekkerste stukje voor zichzelf, in de schaarse vierkante centimeters waar de zon op schijnt. In een weiland is dat niet erg, op mijn krappe platje wel. Wij moeten daar ook kunnen zijn, zonder geprikt te worden. Ikzelf tolereerde haar lange, lage tijd. Ik liep om haar heen. Nummer 2 echter, sportief mannetje dat hij is, ervoer hinder.

Dus verplaatste ik haar.

Naar een godverlaten hoekje in de schaduw. Dat vond ze niet fijn. Misschien was het aanstellerij, maar onder luid geklaag ging ze bijna de hoek om. Ze liet haar blaadjes vergelen en vallen. Ze protesteerde: “HOE KUN JE ME ZOIETS AAN DOEN? ZET ME TERUG!”

Ik was onverbiddelijk.

Het is een jaar geleden en nu eindelijk heeft ze iets van haar vroegere branie terug. Ze riep me, laatst, en liet zichzelf bewonderen. Ze had fiere takken gegroeid, haar kleur was prachtig diep groen, haar bladeren parmantig en welgevormd. Ik vroeg of ik een paar daarvan kon hebben, die daar die het toch niet lekker hadden, achter de stoel. Dat was oké. Ze prikte me niet en de thee rook en smaakte verrukkelijk.

In de lente zullen we wel weer verwikkeld raken in een oorlog om de zaadjes, die ik niet wil hebben en zij juist wel. Dan knip ik haar bevruchte topjes rigoureus af en reageert ze verontwaardigd. In elke relatie is er altijd wel wat gezeik.

[NB: ik vind dat groeien ook in het Nederlands vergankelijk mag zijn.]

 

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

10 Reacties

  1. Al mijn planten gaan dood :-( Ik voel me half de Stalin van de plantenwereld, met mijn om-de-vijf-jaren-herinneren-te-wateren-plan.

    1. Daarom heb ik wilde planten, die redden zichzelf. Buiten uiteraard. En ik heb ze dus niet, want wilde planten willen niet gehad zijn.

  2. Eh…, ‘Ze groeit op mijn platje’? Maar nette meisjes, waaronder ik ook u dacht te kunnen rubriceren, hebben toch helemaal geen platjes?
    En dan…: ‘Al jaren’.
    Ik heb me écht in u vergist!

  3. Een beetje rollen in de brandnetels schijnt goed te zijn tegen reuma en andere gewrichtspijnen. Zelf gelezen in de russische literatuur. Op de oude dag is dat toch mooi meegenomen toch? Koestert den brandnetels derhalve.

  4. Geen brannetels maar bramen in tegenstelling tot prikkeldraad in mijn strijd tegen ” tresspassers” zo dat de wildernis en de natuur weer de overhand krijgt!
    On” kruid” vergaat niet?

  5. Om brandnetels een andere planten even buiten beschouwing te laten zou men hier eens het artikel kunnen lezen over hoe wij mensen constant proberen om Moeder Natuur te romantiseren, dieren wil vermenselijken, denken dat er goede en slechte dieren zijn of anders hopen dat de natuur een Hof van Eden wordt zonder “bloeddorstige” roofdieren en verder alleen maar lieve en aardige dieren daarin met een hoog knuffelimago. Lees hier en oordeel:

    Moeder Natuur is streng maar rechtvaardig

    Waarom reageren we toch meestal zo heftig als er dieren overlijden? Prooidieren, een dood ooievaars- of een haviksjong, een verhongerde grote grazer, want ze zijn namelijk helemaal niet zielig.

    De webcams staan aan en we kunnen weer genieten van de real life soap van de havik, de ­ooievaar, enkele uilen en mezen. Als een echte voyeur kijken we mee in hun nesten.

    We zien de bevruchting, de zwangerschap en de opvoeding van de kleintjes. Het radioprogramma Vroege ­Vogels besteedt er op de zondagmorgen de nodige aandacht aan. Een boswachter geeft een update en vertelt dat twee haviksjongen vannacht zijn gestorven.

    Van slag

    We juichen in stilte als de arme antilope weet te ontsnappen aan het slinkse jachtlui­paard, dat op zijn beurt weer de gunfactor krijgt als stropers hem willen omleggen.

    ‘Ja, dat is namelijk de natuur’, zegt Wim van der Graaff. ‘Ik zag vorig jaar een ooievaar haar kleinste jong uit het nest gooien.’ ‘Maar dat is toch allemaal super zielig’. Menno Bentveld, presentator van het programma, barst live in de uitzending bijna in tranen uit. ‘Dit jong kwam veel later dan de anderen uit het ei en de ouders hebben waarschijnlijk geoordeeld dat hij het toch niet zou gaan redden.
    Zo blijft er juist meer voedsel over voor de andere jongen’, probeert de boswachter de presentator nog op te vrolijken, maar Menno blijft de hele uitzending van slag.

    Waarom reageren we toch zo heftig als er dieren overlijden? Zielige zeehondjes die in de oceaan worden gepakt door een haai vinden we verschrikkelijk. We juichen van blijdschap als de “zielige” antilope weet te ontsnappen aan het jachtluipaard, luipaard, leeuw, hyena, hyeanahond of krokodil (zij kennen geen haatgevoelens tegen de antilope en doden deze alleen om zelf te overleven) dat op hun beurt weer de gunfactor krijgen als stropers hem willen omleggen. en die doen dat vooral uit hebzucht of haat!

    Kiezen we dus graag voor de underdog? Nou nee, want ik hoor niemand zich druk maken over die arme insecten die door kool- en pimpelmezen worden verorberd en nog maar te zwijgen over de woelige wormen die de meedogenloze merel in zijn bek laat spartelen voor ze aan zijn jongen te voeren.

    Knuffelgehalte

    We sympathiseren blijkbaar met dieren waaraan we menselijke eigenschappen kunnen toeschrijven. Die een vrij hoog knuffelgehalte hebben of waarvan we menen dat ze die ook hebben. En als er dan met dit soort dieren iets naars gebeurt, vinden we dat dus zielig. En erger nog, we voelen de drang om dit ‘onrecht’ te bestrijden wat hierna vaak op een complete ramp uitloopt wat dus NIET de bedoeling was!

    Toen een stel halfwilde paarden tijdens een overstroming op een stuk land werden ingesloten, leverde dit een nationale reddingsactie op. Maar het kan nog gekker. Grote grazers in de Oostvaardersplassen die tijdens een winterperiode dreigen te verhongeren, leiden tot oproer van mensen die willen dat ze worden bijgevoerd.
    Er wordt zelfs bij gevochten door allerlei partijen waar de runderen, paarden en herten aldaar geen weet van hebben.

    Nu moet het toch niet gekker worden in Nederland , zou je denken, maar het is al gekker geworden. Er bestaat een politieke partij die zich de Partij voor de Dieren noemt, er is eveneens een dierenbevrijdingsfront en recentelijk is er door een groep een proces aangespannen om een aap de rechten te geven van een selfie die hij per ongeluk met de camera van een fotograaf had gemaakt.
    Dit alles om ons rechtvaardigheidsgevoel ten opzichte van sommige dieren te bevredigen. en of die dieren dat ook vinden is nog maar de vraag!

    Rechter

    Ik geef toe dat zolang we vlees als voedselbron blijven gebruiken, het goed is om de leefomstandigheden van deze dieren, die als het ware door de mens worden ‘beheerd’, te bewaken. Maar laten we geen rechter willen spelen in de natuur.

    Prooidieren, een dood haviks- of ooievaarsjong, een verhongerde grote grazer, ze zijn totaal niet zielig. Het is Moeder Natuur die corrigerend optreedt; zij is niet zielig maar streng doch rechtvaardig.
    En waarom precies: in de natuur blijven de zwakke, zieke, gewonde en oude dieren niet snel in leven omdat ze anders een vreselijke lijdensweg hebben die de roofdieren als een soort euthanasie-dokters oplossen!

    Er is maar één diersoort op aarde waar we oprecht medelijden mee moeten hebben en die echt zielig is: de mens. Helaas heeft deze vaak al teveel medelijden met zichzelf!

Laat een antwoord achter aan Oud Zeikwijf Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *