Je n’avais pas décoléré pendant 3 jours toen ik de recensie van een oud interview van Reve in de Volkskrant las. De woede nam toe en sloeg om in terneergeslagenheid. Die toestand begon aan mij te vreten. Ik weet wel dat mijn vrolijke inborst na verloop van tijd gewoon de overhand neemt, maar voorlopig ben ik goed pissed.
Dat ik kwaad was kwam in de eerste plaats door het nieuws dat ik op de nurksborrel hoorde: een door mij bewonderde schrijver liet zijn nieuwe roman door een troela van 24 jaar redigeren. Zijn vorige roman was, in mijn ogen, al verknald door de platvloerse redactie. Vergeleken met zijn blog was het oorspronkelijke, prikkelende randje eraf en met haar de subtiliteit van moeilijke humor. BAM, makkelijk voer for the masses.
Nu het artikel in de Volkskrant. In de Goddelijke Jaren Dinges leefde blijkbaar een briljante schrijfster genaamd Bibeb die in long reads interviews in belangrijke bladen publiceerde. Ze was beroemd door haar onorthodoxe manier van werken, het intieme karakter van de ontboezemingen die ze ontlokte aan haar onderwerp en de diepgang die het geheel daardoor kreeg. Dagenlang bevroeg ze haar prooi. Het resultaat was verbluffend. Zo ook, in de eerste plaats, het interview dat ze van Gerard Reve afnam (een aantal van die stukken is trouwens gebundeld in Biechtmoeder van Nederland, een boek dat ik absoluut moet lezen, al ken ik, eerste generatie allochtoon zijnde, waarschijnlijk weinig van de geïnterviewde BN’ers). Twee dubbele krantenpagina’s, een mijn aan uitspraken van een onzer grootste schrijvers. Dagenlang bevraagd, dronken gevoerd, sluw gecornered door een doorgewinterde, 10 jaar oudere journaliste tevens huisvriendin bij zijn ouderlijk gezin, de 41-jarige Gerard lowers the shields. Hij laat zich compleet gaan. Een feest voor de lezer.
53 jaar later vraagt de Volkskrant 3 hedendaagse interviewers om commentaar te leveren op de tekst. Mij, verwoede krantenvreetster, zijn die 3 nooit opgevallen. Rondvraag in mijn intellectuele kring levert hetzelfde: nooit van gehoord. Ik lees sowieso zelden iets in de krant dat een diepe en blijvende indruk op mij maakt. Het is middelmatigheid troef, alles om de niet al te veeleisende krantenkoper te behagen, in de strijd tegen de fastfood van internet voor het behoud van jonge lezers met de aandachtspan van konijnen en de interesses van fashionvloggertjes. De noodzaak van nieuwe exemplaren toe te voegen aan het leger dertien-in-een-dozijn-skribentjes waar het land van wemelt leeft als een bacterie in een petrischaaltje methanol. Ik lees dat interview van Reve door Bibeb en ga uit mijn dak: zulke dingen wil ik lezen! Meer van dit! Genoeg met dat door verlammende regeltjes platgedicteerde hoe-het-hoort-gebroddel. Weg met de tirannie van de middelmatige geesten!
De 3 journalisten zijn een andere mening toegedaan. Het is “ik zou het anders doen” dat de klok slaat, “heel ergerlijk”, “ik had dit sterk ingekort”, “dat zou nu niet meer kunnen”, “als ik dat doe, haalt de eindredactie het eruit”, “als interviewer moet je zus en moet je zo”, “het begint irritant te worden”, “best rommelig”, tot “ze had ontslagen moeten worden.” #vinger. #keel.
Het is tekenend voor de tijdgeest. De dodelijke, doe-gewoon-, conformistische, commerciële tijdgeest. De tijdgeest van: het is geniaal maar het kán niet. De tijdgeest van de non-genialiteit, van het niet erkennen daarvan, van het onderdrukken daarvan. Van het zwelgen in makkelijkheid, middelmatigheid, gematigdheid, want extreem, OWEE, dat wil niemand meer zijn. Extreem rijmt op plebs en PVV. Schrijvers anno nu dienen in comfortabele nietszeggendheid te blijven. Want stel, stel dat ze niet passen in de regels!
En ik? Ik wil die 3 idioten hun kop eraf rukken. Blijf met je gematigde tengels van geniale schrijvers af.