Bij het IJ-veer werd ik van achteren aangesproken door een gespeeld-joviale verkoopmedewerker van Amnesty International.
‘Hé man, lekker naar Eurosonic geweest een paar jaar geleden?’
Hij wist dat vanwege mijn rugzak. Ik zei dat ik al lid was van Amnesty. Met lid bedoelde ik donateur. Het werkte fantastisch. De jongen stak zijn duim op, mompelde een dankwoord en ging op zoek naar een volgend slachtoffer.
Ik bedacht dat ik dat vaker moet doen, zeggen dat ik lid ben, ook tegen goede doelen waar ik nog nooit van gehoord heb. Ik wist direct dat ik het niet zou doen. Omdat ik geleerd heb dat je niet mag liegen, dacht ik, maar dat klopt niet. Ik zeg altijd dat ik het geld niet kan missen. Dat is ook een leugen. Een paar euro per maand kan er heus wel vanaf. Dat die leugen niet fout voelt en de ‘ik ben al lid’-leugen wel, komt doordat je je bij die laatste beter voordoet dan je bent en bij die eerste slechter.
Toevallig stuitte ik gisteren op deze #ouwegouwe, die mijn visie omtrent de goede doelenmaffia nog steeds verwoordt: http://nurksmagazine.nl/2010/11/goede-doelen/
Ik zie dat “de Pont” tegenwoordig “IJ-veer” heet. #goodtoknow.
Janee, het blijft de pont over het IJ, maar die (nieuwe) boot zelf heet IJveer.
Even las ik trouwens de hashtag “#godnogantoe