De toon

In de jaren 80 hoorde je nooit op het journaal spreken van ‘de toon van de discussie’. Daar hadden ze het niet over. Het laatste jaar wel, veel. En ook ik wil het nu hebben over de toon, hetzij die van een miniem onderdeel van de discussie.

Ik wil het hebben over de toon die mensen aannemen als ze praten over de oorzaak van de achterstand van bepaalde jongens op de arbeidsmarkt. Je hoort dan dat het zielig is voor ze, want de Nederlandse ondernemers geven ze geen kans om zich te bewijzen. Dat soort dingen. Op een ‘goshie’-toon.

Wil je zoiets op die toon zeggen, vraag je dan eerst af: Ben ik onderdeel van het probleem of van de oplossing?

Want ik hoor die toon nu al zo vaak, dat mij het gevoel bekruipt dat het niet helpt. Dat je dit beter niet zo kan zeggen. Dat je beter kan zeggen:

“Ja, dude, je hebt een handicap. Je bent van arme immigrantenouders. Dat is altijd zo. Als mensen uit een arm land emigreren, dan doen ze dat om een betere kans te geven aan de volgende generaties. Ze offeren zichzelf op. Nu ben jij hier geboren, je hebt plenty kansen gekregen om je te ontplooien. Je mist het netwerk van iemand van wie de voorouders al generaties hier opereren, en dat werkt flink tegen je. Maar je hebt toegang tot veel meer dan je ouders, tot veel meer dan als je ouders die stap niet hadden gezet. Nederland doet heus ook zijn best om ook jou een toekomst te geven. Maar ja, je zult je wat meer moeten inspannen dan iemand die geboren is in een volbloeds Nederlands gezin. Maar doe het dan toch! Het is de moeite waard. Jíj bent de moeite waard.”

Ik denk dat het in het algemeen belang is om zo te spreken. En op te houden met dat verongelijkte: “Maar ze krijgen geen staaaage!” want dat werkt contra-productief. Ze krijgen daar 0 stageplek méér voor, én je brengt die jongens een gevoel bij van slachtofferschap bij, wat irritant werkt (en ook weer contraproductief). Slachtofferschap induceert bovendien het gevoel van entitlement, dat gevaarlijk is, de basis van ellende in de maatschappij. Wie zich entitled voelt, ziet de ander als de onderdrukker, de vijand. Hij voelt zich vrij om die vijand kwaad te berokken.

In plaats van pubers met een uitdaging krijg je pubers met vergeldingsdrang. Lijkt me niet de bedoeling.

Ik heb het hier over de toon. Wat de concrete acties betreft: goes without saying. Doorgaan met volop inzetten op gelijktrekken/normaliseren van de situatie.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *