Andrew Ridgely had George Michael niet meer écht gesproken sinds… Nou… Dat telefoongesprek, bedacht hij. En betekenisvol hoe dat dan ook was, een echt gesprek kon hij het eigenlijk nog niet eens noemen.
Hij was natuurlijk in heel 1986 high geweest, dat wist hij ook wel. Maar hij meende zich toch een hoop te herinneren. Dacht hij. Geen echte gesprekken met George, echter.
Het laatste album kon hij zich ook al niets van herinneren. Was hij daar wel onderdeel van geweest?
Dat telefoongesprek wist hij zich nog wel te herinneren. Woord voor woord. Andrew had drie dagen lang non-stop gefeest, en bij toeval had hij de telefoon horen overgaan.
“Hallo??” had hij overenthousiast in de hoorn geroepen.
“Andrew,” herkende hij George.
“George!!” riep Andrew nog enthousiaster, “Lang geleden!! Hee ik heb een idee voor een nummer, het gaat ongeveer…”
“Andrew,” ging George verder, “Ik heb besloten dat ik uit elkaar ga. Ik ga solo verder.”
Andrew was stomgeslagen.
“Het is tijd voor een wat… Volwassener muziek. En een volwassener publiek. Dat gaat natuurlijk niet. Tenzij ik solo ben.”
“… Ja,” probeerde Andrew het te snappen.
“… Maar,” probeerde hij, “We kunnen toch…”
“Nee,” zei George Michael resoluut, “Dat is echt niet mogelijk. Luister. Ik heb een liedje geschreven: Careless Whisper. Daar heb jij aan meegeholpen.”
“Oh,” zei Andrew een beetje beteuterd.
“Het is echt een classic,” mijmerde George, “Dat wordt wel een hit. Omdat jij co-schrijver bent zal je royalty’s krijgen. Die zullen je wel verzorgd achterlaten. Niet alles opsnuiven.”
“Nee,” zei Andrew zo ontnuchterd dat hij sinds dat moment geen korrel cocaïne meer had opgesnoven, geen druppel alcohol ook maar aangeraakt.
“De groetjes, doei,” beëindigde George Michael het gesprek op een zakelijke toon.
Hij kon zingen, die George. Echte emotie in die stem stoppen. En dat kon hij ook met praten: niemand anders dan hij kon zo’n finaliteit in die paar woorden stoppen. “De groetjes, doei” betekende niet “De groetjes, doei”, het betekende: neem nooit meer contact met mij op.
Door de jaren heen was er dan nog wel wat contact geweest: een telefoontje hier, een backstage daar. Maar écht- dat was het contact nooit meer geweest.
Roem doet verschillende dingen met verschillende mensen. Andrew had zich de vernieling in gesnoven en gefeest. George in eerste instantie ook, tot hij een Bono-complex ontwikkelde.
Toen Bono eind jaren 90 na wat megalomane uitspraken werd gevraagd of hij misschien een Jezus-complex had, had deze beledigd gereageerd met: “Nee dit is mijn eigen haar”. Omdat hij dacht dat hij vergeleken werd met een Mexicaan, en nog wat kronkels daar weer uit volgend.
Bono-complex, dus.
Elk jaar werd George Michael, als een slechte traditie, steeds gekker. Als Andrew nog iets zinnigs uit hem wilde krijgen, moest hij hem nu bellen: een jaar wachten en hij zou waarschijnlijk nòg verder heen zijn, en zou Andrew alleen preken krijgen over het historische belang van George Michael in deze wereld.
Andrew keek terughoudend naar de telefoon. Niet alleen met George had hij moeite contact op te nemen. Met iedereen. Constant de vraag horen: “Wat deed jij eigenlijk in Wham!?” en dat niet kunnen beantwoorden, had hem in een kluizenaar veranderd. Zelfs zijn eigen familie had zich van hem vervreemd. Ze woonden nog wel in hetzelfde huis, maar zijn familie had besloten zich van hem af te zonderen door gipsbetonnen muurtjes op te trekken, het hele huis feitelijk in tweeën delend. Andrew had niet eens een buitendeur in zijn deel van het huis. Hij moest uit een raam klimmen om naar buiten te komen. Niet dat hij daar veel behoefte aan had.
Behalve als hij ’s avonds de luide feesten en het harde gelach hoorde. Maar ja, dan kon hij altijd nog oordoppen in doen.
Hij zuchtte, en petste beide handen op zijn knieën. Tijd om te bellen. Tijd om op te staan, besloot hij. Hij tapte nog eens met zijn vlakke handen op zijn knieën. Ja.
Zijn rug zakte weer iets terug in de leuning. En op dat moment ging de telefoon.
Hoogwaardige journalistiek, zinderende cliffhangers. Nagelbijten, en daar houdt het niet mee op! Want, ja, niet de vraag “Wat deed George in dat herentoilet?”, maar “Wat deed Andrew in Wham!?” rechtvaardigt deze grondige analyse inzake de verhouding Ridgely-Michael. Houd ons niet langer in spanning, Kippfest, come to the point! Twee bijdragen op één dag mág! Ik zit verdorie al halverwege mijn vingerkootjes.
Ik sluit me bij de vorige spreker aan. Kom op met dat vervolg! Jij vuile sadist!
https://www.youtube.com/watch?v=D_mBUaPsX6o
De klootzakken van Groenen daar in Düsseldorf, die ooit een kerstboom wilden afschaffen voor het raadhuis, lijken zich haast bijna te gedragen als de eekhoorns uit een Nederlandse fabel die flessendoppen met eksters wilden ruilen voor nootjes.
Anni de vos bezat een hele voorraad flessendoppen en de eekhoorntjes meenden dat ze door haar goede raad meer nootjes konden krijgen voor een paar flessendoppen bij de eksters. Op een gegeven moment zaten al de eekhoorns elkaar zo op te stoken met de zogenaamde waarde van de flessendoppen dat iedereen tureluurs werd en zij allen raad gingen vragen bij een wijze uil.
Deze las daarop de eekhoorns geduchtig de les dat ze allemaal elkaar steeds opjoegen met de “waarde” van de flessendoppen dat zelfs de eksters niets meer wilden hebben en de doppen bleken waardeloos geworden voor de eekhoorns zodat ze beter weer gewoon nootjes konden gaan zoeken.
Moraal: de eekhoorns lijken de Groenen te symboliseren die hun eigen cultuur willen inruilen met de eksters (moslims, asielzoekers etc.) voor zogenaamde waardevolle dingen waarover de valse multiculturele samenleving.
De Groenen stoken elkaar op een gegeven moment zo op dat ze totaal niet meer weten wat nou exact waardevol is (in elk geval NOOIT de gehate islam!) en zijn het partijen zoals de AfD of Pegida (de uil) die hen hierover geduchtig de les ging lezen over hoe verschrikkelijk eigenwijs en stom deze hersenloze Groenen zijn.
ik zou haast willen dat de Groenen eens naar het raadhuis in Düsseldorf gaan en zij daar een gereïncarneerde Peter Kürten ontmoeten die hen allemaal deze Rijnstad uit jaagt met ijzeren staven, bijlen, messen, scharen en een pistool opdat ze eindelijk weten wat voor een soort akelige cultuurbarbaren deze blauwe jakhalzen zijn!
Ze zijn namelijk ware meesters in (zelf)verloochening, (zelf)bedrog en (zelf)gekhouderij en gewoon valse herders die je nooit meer serieus moet nemen of naar moet luisteren!