Het Grote Gebaar

Naast verschillen in taal, verschillen vaak ook gebaren in het buitenland. België en Nederland bevinden zich gebaar-technisch bijvoorbeeld op een andere planeet.  Het zou kunnen dat u nu afhaakt als lezer. Met de gedachte: ‘Hou op, schei uit!’. Het gebaar dat daar in Nederland bij hoort is met een slappe hand je arm van je afzwaaien. Letterlijk de ander eruit bonjouren.

Voor de Belgische lezers: u maakt dezelfde beweging in exact de tegenovergestelde richting. Alsof degene voor wie de desinteresse geldt letterlijk over de schouder geworpen wordt. ‘Schei toch uit met zeveren makker, hup!’ en zwier. Meer iets voor Jerommeke, maar vooruit.

Een mens zou van minder dorst krijgen. Het ‘drinkgebaar’ in NL is dat alsof je een denkbeeldig glas drinkt. Dat is in België wel bekend maar er bestaan meer gebaren. Hoe kan het ook anders in een land waar eten en drinken een zaak van nationaal belang is? Hier wordt ook wel met de duim in de open mond gewezen. Hoewel dat ook eten kan betekenen. Het voedsel wordt kennelijk met de duim aangestampt.

Maar het Nederlandse gebaar voor eten is zo mogelijk nog onbeleefder; met de vuist zo’n tikkende beweging richting mond. Het wordt er letterlijk in gehamerd. Arm om het bord en timmeren maar. Kuiltje voor de jus, dat spreekt.

Heeft iemand teveel gedronken, dan bestaat daar in Nederland slechts hetzelfde ‘denkbeeldig-glas-gebaar’ voor als bij drinken. Kennelijk gaat de calvinistische geest er al vanuit dat iemand die überhaupt iets drinkt, dat ook wel meteen teveel zal doen. De mens is slecht en tot het onmatige geneigd.

In België gaat het scala aan eet- en drinkgebaren nog even verder. Met de vuist voor de neus, de pols een keer knikken. Of naast het voorhoofd met uitgestoken wijsvinger draaien, betekent dat iemand ‘kroket’ is. Als een balletje, toeter of maleier. Bezopen dus. Maar zoveel woorden maken ze er hier niet aan vuil.

Stel dat je met gebaren wil ondersteunen dat jij/iemand/iets er als een speer vandoor gaat, dan zou je in NL met de vlakke hand een soort karategebaar maken. ‘De bankovervaller was meteen pleite.’ Dat woord ‘pleite’ past op een of andere manier precies bij het gebaar.

In België tikken ze met de rechterpols tegen de onderkant van de linkerpols. Een beetje terloops zelfs. Het leukste is als mannen dan een net iets te loszittend metalen horloge dragen. Krijg je ook nog zo’n lekkere rinkeltik cadeau.

Tijdens het schrijven van dit stukje zie ik in gedachten de lezers lullige gebaren maken. Zo onhandig bovendien dat passanten 112 bellen. ‘Hier is iemand bezig een hersenbloeding te krijgen. Wat? Nee, hij blijft verder rustig zitten.’
Om duidelijk te maken dat je even wil bellen, kun je met duim en wijsvinger naast je hoofd een telefoon nabootsen. Komt duidelijk uit de tijd van de gsm’s. Ging vroeger niet, zeker niet met die bakelieten toestellen. Dus zie je nog wel eens mensen in de lucht een nummer draaien ter hoogte van een imaginair telefoontoestel. Mijn grootvader draaide naast zijn oor aan een denkbeeldige zwengel. Hij had dan ook al telefoon voor de draaischijf werd uitgevonden.

Of dat draaien met het Nederlandse gebaar voor ‘kierewiet’ – met de wijsvinger richting oor ronddraaien – te maken heeft, is onbekend. Al is het nabootsen van gebaren tijdens het lezen van een stukje, wel van de pot gerukt.

Gelukkig bestaat daar geen gebaar voor.

 

Hugo Luijten
Werd geboren, vermoedelijk dan. Of gevonden, men is er mee bezig. Woont volgens aanwijzingen van zij die het kunnen weten in Antwerpen. Veel columns gaan dan ook over het leven in de Scheldestad. Veel ook niet trouwens. Sterker, de meeste columns kennen een ander onderwerp. De vergelijking Nederland-België bijvoorbeeld. Of de stand van zaken in de duistere kroegen die hij frequenteert. Of over zijn zoontje, waarover onlangs het boek 'Baby C' verscheen. Voorts zijn al zijn megalomane projecten te bewonderen op zijn website www.hugoluijten.be

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *