Juni in het jaar 2004. Ik ging sigaretten halen op de Jan Pieter Heijestraat. Het was een uur of zes in de middag. J. was jarig dus ik had waarschijnlijk al wat caipirinha’s achter de kiezen. Het café waar ik mijn sigaretten ging halen was een typisch alcoholistencafé. Bevolkt door een kleurrijke verzameling verschoppelingen en onrendabelen. Met van die donkerrode tapijtjes op tafel, stijf van de geplette bitterballen en liters gemorst bier. Pokdalige mannen aan de bar die zwijgend boven hun biertje naar een denkbeeldige einder staren. Naast de ingang een fruitmachine waarachter een vrouw met een baby op de arm haar kleingeld zat weg te werken. Daar weer naast een jukebox. Er heerste een kalme rust. Terwijl ik mijn wisselgeld krijg voor de sigarettenautomaat, zet iemand Imagine van John Lennon op. Iedereen doet er het zwijgen toe. De pianotonen mengen zich met de bliepjes van het fruitautomaat. John Lennon beeldt zich een wereld zonder hemel in. Zachtjes beginnen er een aantal mee te zingen. Het is meer mijmeren. Iedereen in z’n eigen wereld. Terug naar de dromen die ze ooit hadden en misschien nog wel hebben. Ik zie de sigarettenrook in de namiddagzon. Gekneusde zielen komen voorzichtig overeind en zingen dat ze niet de enige dromers op deze aarde zijn. Moge u zich snel bij ons voegen. And the world will live as one.
En dat mijmer jij allemaal bij elkaar op die wc-pot in Zwolle?
Ja.
Mooi.
“And no possession too” hoeveel geld had die brilbeatle ook alweer?
Tien euro.