V&D

De laatste keer dat ik er binnenliep, was vlak voor carnaval. Ik had voor het grote volksfeest een handtas nodig van echt nepleer, en voor zulke dingen ga je nu eenmaal naar de V&D. Pardon, ging.

Aan de deur schreeuwden de kortingen tot wel 70% mij al toe. Ik wil niet beweren dat dit de reden van mijn gang naar het warenhuis was, maar feit is wel dat ik er al jaren niet meer kwam. Ooit toonbeeld van Hollands Kapitalisme, ons eigen ‘Kaufhaus Des Westen’, inmiddels uit mijn geheugen gegleden als potentiële markt voor, tsja, voor wat eigenlijk?

Dingetjes. Prullaria. Ik kocht er ooit mijn schoolspullen. Althans, mijn moeder tikte dan een kleine honderd gulden af, maar ik had dan wel een agenda die de rest van het jaar toch niet zo hip of handig bleek. En schriften met foto’s van idolen die sneller verbleekten dan de kaft.

Hoe het ook zij, ik liep de mastodont binnen en ik was zover ik kon zien de enige klant. Het was al februari, maar de kerstspullen stonden nog in de aanbieding. Of  verweerde het personeel zich psychisch tegen het onvermijdelijke en stond het ál in de aanbieding? Daar leek het niet op, want een zevental dames in kokerrok en rood-blauw sjawltje stonden gemoedelijk met elkaar te keuvelen.

Ik besloot hen in deze therapeutische bezigheid niet te storen en zocht zelf een geschikte handtas. Natuurlijk was die van mij niet afgeprijsd. Ik ben geen pingelaar, en als ik het probeer mislukt het steevast. Maar deze keer zou het grootkapitaal of diens curator het gelach betalen. ‘Praktisch voor niks’ moest dat ding mee naar huis, zo nam ik mij voor.

Aan de dichtstbijzijnde kassa trof ik zowaar nog een dame aan die aan het werk was. Blij van zin zelfs, zo te zien. Of bespeurde ik toch een vleugje weemoed in haar ogen? Ik informeerde nog naar een speelgoed verrekijker, maar ze antwoordde met warme stem dat ze die niet meer had. Voorbeeld van het ontberen van de vooruitziende blik die dit bedrijf al zo lang teistert. Ik legde mijn handtas op de toog en haalde adem om minstens 90% van de prijs af te kletsen.

Maar moest ik tegen deze vriendelijke mevrouw als een geldwolf over korting beginnen? Tegen haar, die binnenkort zelf ten prooi zou vallen aan hysterisch winstbejag en hijgerige investeerders? Hoe moest deze dame haar huis afbetalen, of een mooie agenda voor haar kinderen kopen? Kon ze nog wel op vakantie dit jaar?

Ik kreeg het niet voor elkaar om via haar een stel mislukte managers een poot uit te trekken. Vooruit: pootje. Ik pinde dus het volledige bedrag en wenste haar een prettige voortzetting. En veel sterkte, met een brok in mijn keel. Haar glimlach was het soort korting dat je nog voelt als het object al lang versleten is.

Toen ik langs haar keuvelende collega’s naar buiten liep, schoot me iets anders te binnen:

Hoe moet het nu verder met het V&D-teken?

Hugo Luijten
Werd geboren, vermoedelijk dan. Of gevonden, men is er mee bezig. Woont volgens aanwijzingen van zij die het kunnen weten in Antwerpen. Veel columns gaan dan ook over het leven in de Scheldestad. Veel ook niet trouwens. Sterker, de meeste columns kennen een ander onderwerp. De vergelijking Nederland-België bijvoorbeeld. Of de stand van zaken in de duistere kroegen die hij frequenteert. Of over zijn zoontje, waarover onlangs het boek 'Baby C' verscheen. Voorts zijn al zijn megalomane projecten te bewonderen op zijn website www.hugoluijten.be

14 Reacties

        1. Volgens mij in NL ook hoor. Ik heb het althans in NL vaak zo horen noemen. In BE weet geen kat wat V&D is trouwens. Een soortgelijke zaak heet hier ‘den’ Inno (van Inovation). Die draait als een tierelier overigens.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *