Douaumont

Vandaag is het 100 jaar geleden dat de slag om Verdun begon, volgens veel historici de grootste veldslag uit de geschiedenis. De vesting Verdun bestond uit een ring van forten en al op 25 februari 1916 veroverden de Duitsers het fort van Douaumont, hoeksteen van de Franse verdediging. Hoe vaak zou ik er nu geweest zijn, in dat fort. Vijftig keer? Honderd? Ik kom er in elk geval al een kleine veertig jaar, soms meerdere keren per jaar. En als ik al eens een jaar oversloeg, dan voelde het net alsof ik een chronisch zieke vriend veel te lang alleen liet spartelen. Een pantserfort als vriend, veel gekker moet het niet worden.

De Duitsers, die het bolwerk acht maanden bezet hielden, hadden er ook bijnamen voor. ‘Sargdeckel’ is de meest bekende, deksel van de doodskist. Het is echter niet geweten of dit een apocriefe benaming is, of zelfs maar wanneer de naam is ontstaan. Al voor het begin van de slag, uit ontzag voor de dreigende moloch in de verte? Vanwege de ondergrondse explosie in mei 1916 misschien, die op een afschuwelijke manier het leven kostte aan bijna 1.000 soldaten? Of is het pas van na de oorlog, toen Duitsland als vernederde natie de slachtbank betekenis trachtte te geven?

De schrijver Arnold Zweig – broer van Stefan – vocht voor Verdun en laat een van zijn romanfiguren uit Erziehung vor Verdun de vesting ‘der alte Onkel’ noemen. Eerbetoon in soldatentaal voor het taaie bouwwerk, dat vrijwel dagelijks danste op zijn fundamenten. Er klinkt respect voor de Franse bouwmeesters in door, die er ongewild voor zorgden dat uitgerekend duizenden vijanden onder de gewelven een relatief veilig onderkomen vonden.

Wat drijft mij er nu toe om hem elke keer weer opnieuw te bezoeken, die hoop gebarsten baksteen en doorkliefd gewapend beton, gemarineerd in bloed? Een pelgrimage, een offergang voor onuitsprekelijk lijden, zoals de Fransen het massatoerisme proberen te labelen? Ik weet het niet. Ik voel me bij die gedachte een beetje ongemakkelijk. Ik heb er niet gevochten, noch mijn familie. Niet dat dit voor een pelgrimage een voorwaarde zou zijn, maar ik vind het wat misplaatst. Een pelgrimage is voor gelovigen, en ik zou niet weten wat er op deze plek nog te geloven valt.

Een soort vertraagd ramptoerisme dan, zoektocht naar de sensatie van de gruwel? Misschien. De sinistere gangen oefenen inderdaad een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij uit. Elke keer weer probeer ik mij voor te stellen hoe het daar geweest moet zijn, in 1916. Een onmogelijke opgave. De zware lucht van zweet, uitwerpselen en bloed. De dikke wolken cementstof die werden rondgeblazen bij elke van de duizenden inslagen die het fort dagelijks teisterden, de uitlaatgassen van de stroomgenerator die niet naar buiten konden worden geleid, het gekerm uit het lazaret, het is eenvoudigweg niet voor de geest te halen.

Maar van alle slagvelden en vestingen die ik bezocht, komt nergens de complete waanzin van de oorlog zo dichtbij als hier. Alsof ik op klaarlichte dag herinnerd word aan een nachtmerrie die ik dacht vergeten te zijn. De onpeilbaar diepe ellende is bijna tastbaar tussen deze muren en in de donkere wouden eromheen.

Verontwaardigd over wat een mensheid die nooit lijkt te leren zichzelf aandoet, kijk ik van op het dak uit over het slagveld van een paar vierkante kilometer, waar minstens een half miljoen man letterlijk werd vermalen. Overmand door inktzwarte gedachten zie ik een kind dat neuriënd de trappen af hinkelt. Sommige mensen vinden dat heiligschennis, ik niet. Ik ben er rotsvast van overtuigd, dat als – als – dit Grote Sterven een zin had, dat het dan deze was.

Dat een onschuldig kind over een stukgeschoten puinhoop mag hinkelen.

 

Hugo Luijten
Werd geboren, vermoedelijk dan. Of gevonden, men is er mee bezig. Woont volgens aanwijzingen van zij die het kunnen weten in Antwerpen. Veel columns gaan dan ook over het leven in de Scheldestad. Veel ook niet trouwens. Sterker, de meeste columns kennen een ander onderwerp. De vergelijking Nederland-België bijvoorbeeld. Of de stand van zaken in de duistere kroegen die hij frequenteert. Of over zijn zoontje, waarover onlangs het boek 'Baby C' verscheen. Voorts zijn al zijn megalomane projecten te bewonderen op zijn website www.hugoluijten.be

3 Reacties

  1. ik ben zelf nog nooit in Verdun op bezoek geweest maar wel een aantal keren in Ieper waar ik de Lost Post bij de Menenpoort, waar de namen van 50.000 geallieerde soldaten staan ingegraveerd, bijwoonde en dat makte altijd een grote indruk op mij.
    Jammer genoeg was er in 2016 een zekere rapper Black M, die daar in Verdun een concert zou houden en dit alleen maar misbruikte om een vreselijke haat tegen de Fransen te schreeuwen, terwijl zij daar 370.000 soldaten verloren en de Duitsers 330.000 soldaten verloren, dat je van die kerel werkelijk strontziek zou worden!
    Ik zal het desbetreffende artikel daarover hieronder gaan plaatsen:

    Afzeggen van het “Rap”-concert in Verdun: Koude oorlog in Frankrijk

    In het kader van de officiële herdenkingen van de Slag om Verdun (Eerste Wereld Oorlog) was er een concert van rapper Black M voorzien. Dit om zoveel mogelijk jongeren te trekken.
    De teksten van deze rapper waren echter, zoals te verwachten was, doorspekt met HAAT tegen Frankrijk en de Fransen. Het plaatje is compleet: verontschuldiging voor het geweld, islamitische eisen, raciale uitingen, reclame voor drugs en criminaliteit, haat tegen de politie, minachting voor vrouwen en homoseksuelen, overname van de eigendommen van blanken door zwarten . . .

    Deze insinuaties worden door de autoriteiten door de vingers gezien, alhoewel zij vaak in strijd zijn met de wet (met name bij het aanzetten tot geweld en expliciete opruiing). Maar zij worden getolereerd, omdat ze een “uitlaatklep” zijn voor spanningen en ressentimenten.

    Maar anderzijds zijn de verklaringen van ene “Jean-Marie-le Pen” bijvoorbeeld, die toch milder zijn dan de rapteksten, een onderwerp voor de media voor onmiddellijke veroordelingen door de pers en gaan ze dikwijls vergezeld van strafmaatregelen.

    Men neemt aan dat de rapper was uitgenodigd door de socialistische burgemeester van Verdun op aandringen van een “adviseur” van het Elysée (paleis van de Franse president) .

    Het plan voor dit concert werd openbaar gemaakt door de “Fachosphère” ( op initiatief van Fdesouche, een Franse anti-islam site). Maar er kwamen protesten van rechts en zelfs enkele persoonlijkheden van links, die dit concert afwezen op grond van belediging van al die doden die gevallen zijn in de Slag om Verdun. Zij vonden het wel heel stompzinnig om een rap-concert te organiseren ter herdenking van de dodelijke gevechten in de Slag om Verdun.

    Het concert werd uiteindelijk dan ook afgezegd, maar dit werd weer door diverse personen van “Links” afgekeurd.

    Dit bevestigt de nieuwe episode die Frankrijk is ingegaan. Frankrijk is onverzoenlijk verdeeld. Twee kampen staan tegenover elkaar. Het ene haat het traditionele Frankrijk en de gewone Fransman, hun gedachtegangen, hun gewoonten en tradities. En dat zijn diegenen die een verbond aangaan met de “immigranten”, meestal moslims, dikwijls delinquenten, dikwijls vijandig tegenover het Westen, de Europeanen en blanken. Het is de alliantie van de “Wereldburgers” en de immigranten, die een gemeenschappelijke vijand hebben:”Het Franse Frankrijk” = ( Het Europese Europa ]

    In het andere kamp voelt de gemiddelde Fransman zich aangevallen en bedreigd, zonder te weten hoe hierop te reageren.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *