Om een gedeelte van de tweede druk van de internationale bestseller De Zwarte Ooievaar op te halen, was ik in Zaandam. Het ligt om de hoek en je komt er nooit. Ik ken meer mensen die in Colombia zijn geweest dan in Zaandam. Ergens is dat ook wel terecht. Zaandam heeft niet veel te bieden.
Sinds een jaar of vijf toch iets meer. Nabij het station is een hotel verrezen, dat eruit ziet (en eruit dient te zien, het is de bedoeling) als op elkaar gestapelde groene Zaanse huisjes. Het is gemakkelijk het lelijkste gebouw van Nederland. Toch vind ik het een prima gebouw. Het geeft Zaandam meer body dan grotere steden als Breda en Apeldoorn.
Ik moest 2,5 kilometer lopen om het doosje boeken te halen. Dat was te ver. Ik huurde een ov-fiets, de beste uitvinding sinds de warme douche. Aan de meneer van de ov-fietsenstalling vroeg ik of ik een ov-fiets mocht. Het mocht. Ik moest hem wel weer terugzetten aan de linkerkant, zo ver mogelijk naar achter, maar niet voorbij het halve hek. Als het links vol was mocht het ook rechts. Ook dan zo ver mogelijk achteraan. Hij kende genoeg mensen die hun fietsen vooraan zetten omdat ze lui zijn, maar dat was niet de bedoeling.
‘Achteraan dus?’ vroeg ik.
‘Achteraan. Links. En als het links vol is, mag het ook rechts. Maar wel achteraan.’
Ik zei dat ik het begreep.
TOELICHTING
Twintig minuten later was ik terug. Ik zette mijn fiets achteraan (maar niet voorbij het halve hek) aan de rechterkant, want links was het vol. Vanuit zijn hokje keek de meneer van de ov-fiets goedkeurend toe. Ik zette de fiets op slot en bracht de sleutel naar het hokje. De meneer bedankte en wenste me een fijne dag.
‘Het was zeker het kortste ritje ooit,’ vroeg ik.
‘Nee, er zijn wel vaker mensen die korte ritjes maken. Fijne dag nog.’ Hij deed de deur voor mijn neus dicht. Kennelijk zat hij niet om een praatje verlegen, zoals ik gedacht had. Hij vond het gewoon heel belangrijk dat de ov-fietsen achteraan stonden.
In de trein terug was een meisje uitgebreid aan het telefoneren. Ze schreeuwde het uit. Iemand die belt om te vertellen dat hij een half uurtje later komt doet dat vaak juist heel discreet, fluisterend met zijn hand voor de mond. Hoe gênanter het gesprek, hoe luider het gevoerd wordt.
Dit gesprek was niet echt een gesprek, meer een monoloog. Het meisje had nogal wat te stellen met haar leven. Het zou ook kunnen dat ze een samenvatting van de laatste vijf seizoenen Goede Tijden, Slechte Tijden gaf. Er kwamen tig personages in voor en heel veel relatieleed en zelfs een moord, maar het ging toch vooral over het meisje zelf. Ze vond de lustrumreis van haar oude jaarclubje te duur en daarom had ze besloten niet mee te gaan.
‘Ik moet leren om voor mezelf op te komen,’ zei ze.
Het wordt vast een fantastische lustrumreis.
Dit was een stukje in de rubriek 5 minuten: vijf minuten blind tikken, een korte reflectie op het getikte, spel- en stijlfouten eruit en dat is dat.
[Meer van Klaas Knooihuizen op Klaasknooihuizen.nl, OOR, HP/De Tijd, Nieuwe Revu.]
Zaandam. Woonde daar niet ooit Peter de Grote, tsaar aller Russen?