Met mijn moeder bezocht ik Haarlem. Het was het verjaardagscadeau voor mijn verjaardag van vorig jaar. Ze geeft me altijd een dagje naar een stad, dat is een traditie die kort geleden is ontstaan. De stad kiezen we in overleg, dat wil zeggen, zij stelt iets voor en ik zeg ja. Ik ben de moeilijkste niet en het gaat natuurlijk niet om de stad, het gaat om mijn moeder. Twee jaar geleden waren we in Kampen, vorig jaar in Leeuwarden en nu dus in Haarlem.
Bij de VVV haalden we een de literaire stadswandeling. Het begon met Harry Mulisch, die een borstbeeld had gekregen. Het was behoorlijk klein, een stuk kleiner in ieder geval dan het beeld van Laurens Janszoon Coster, waar Mulisch op uitkeek. Hij zou het er vast niet mee eens zijn geweest en terecht, de ontdekking van de hemel is een stuk belangwekkender dan die van de boekdrukkunst.
Hoewel, zonder boekdrukkunst had dat boek van hem veel minder impact gehad. Dat Coster de boekdrukkunst helemaal niet heeft uitgevonden doet daar niets aan af. Mulisch was immers ook een fantast, en gelukkig maar. Aan schrijvers zonder fantasie heb je niets, tenzij ze non-fictie schrijven, maar laten we het daar niet over hebben.
In Tjeempie! Of Liesje In Luiletterland voert Remco Campert het personage De Best Gekapte Schrijver op. Harry Mulisch – hij is het – ontvangt dames in zijn spreekkamer, alwaar hij met z’n zijn hun niet-zijn vult.
In het radioprogramma Nooit Meer Slapen vertelde Kristien Hemmerechts afgelopen week dat artsen vrouwen vroeger bevredigden met een dildo, omdat algemeen werd aangenomen dat het ongezond was wanneer hun seksuele behoeften zich opkropten. De vibrator werd uitgevonden om het werk van de arts te verlichten.
Toen snapte ik hoe de Best Gekapte Schrijver tijdens een avondspreekuur zoveel vrouwen kon helpen. Bleek Tjeempie toch minder fictief dan ik dacht.
TOELICHTING
Het stikte in Haarlem van de standbeelden en monumenten voor schrijvers. Lennaert Nijgh had er eentje, Nicolaas Beets, Louis Ferron en een of andere dude die Samuel Ampzing heette en die tegen het gebruik van vreemde woorden in de Nederlandse teksten was. Daarom noem ik hem ook dude; niets is leuker dan het pesten van een taalpurist.
Vrijwel al die beelden waren van recente datum, alsof ze bij de gemeente onlangs een vergeten potje geld hadden gevonden dat alleen mocht worden gebruikt voor het plaatsen van standbeelden in de stad. Gevolg is dat iedere obscure idioot met een pen die ooit koffie heeft gedronken in Haarlem daar nu in gietijzer te bewonderen is. Zij die zeggen dat Nederland vol is hebben ongelijk, maar Haarlem begint aardig dicht te slibben.
Onderweg naar het station werden we door een oudere dame genodigd om haar hofje te bekijken. Het was inderdaad een hofje en toen we daar wat over aan het keuvelen waren, kwam er een jongere dame die de oudere twee bananen, een appel en een tomaat gaf. De oudere dame was er erg blij mee. Ik vertel dit om aan te geven dat Haarlem meer te bieden heeft dan standbeelden. Er wonen ook erg vriendelijke en dankbare mensen.
Dit was een stukje in de rubriek 5 minuten: vijf minuten blind tikken, een korte reflectie op het getikte, spel- en stijlfouten eruit en dat is dat.
[Meer van Klaas Knooihuizen op Klaasknooihuizen.nl, OOR, HP/De Tijd, Nieuwe Revu.]
En het was de stad van Nurks natuurlijk. En van literaire mastodont Mart Smeets. Dat zal nog heel wat gietijzer gaan kosten.
En de stad van Joost Zwagerman.
Iedere Mulisch-kenner weet dat je die bewering over de boekdrukkunst en De Ontdekking van de Hemel moet omdraaien: zonder De Ontdekking van de Hemel had de boekdrukkunst veel minder impact gehad.
Van Harte, Nurks. Het begint een Panzerfaustesque sterrencast te worden hier!