Thesis

In Vlaanderen woedt dezer dagen een discussie over het nut van de thesis, tegenwoordig de masterproef geheten. De scriptie die universiteitsstudenten dienen te schrijven aan het einde van hun studie. Omtrent het nut van een doorwrocht epistel over het gebruik van het woordje ‘en’ in middeleeuwse literatuur kan ik kort zijn: het leven van de moderne mens bestaat uit dingen die mij vele malen onnuttiger toeschijnen.

Na een half leven voor klaslokalen en collegezalen, wil ik in deze materie echter iets anders aanstippen. Het inrichten van academische opleidingen voor de bloem der natie kost niet alleen geld, het levert ook nog wat op. De meeste studenten bekwamen zich namelijk tijdens de colleges in het nobele beroep van klusjesman (m/v). Kwestie van iets terugdoen voor de maatschappij, nadat men jaren op staatskosten is mismeesterd met competentiegericht onderwijs.

De meer eenvoudigen van geest beperken zich in de collegebanken tot het uiteenschroeven van balpennen en het openbreken van potloden. Dit lijkt een destructieve activiteit, maar dat is slechts schijn. De gemiddelde klusjesman breekt immers ook al eens een bloemenvaas of schraapt met een plank het net door hem aangebrachte schilderwerk van de muur. Het is dus het begin, de basis zogezegd. Het zou een verplicht vak voor alle eerstejaars moeten worden.

Bovendien zal de student met een wat groter ruimtelijk inzicht – en welke student heeft dat niet na jaren van superieur middelbaar onderwijs – al vlug een hefschroefvliegtuig van het geknakte schrijfmateriaal kunnen fabrieken. Zelfs het binnenwerk van een balpen kan voor verrassende constructies worden gebruikt. Zo zag ik ooit tijdens een college performance management, iemand uit een veertje en het knopje van zijn bic een krik voor een vrachtwagen assembleren.

Er zijn wel collega’s die zich ergeren als studenten tijdens hun vertoog gummen kapotsnijden verkruimelen. Zij dwalen, want juist hieruit kan Het Mooie opbloeien. Zo kwam mij laatst ter ore dat het een student gelukt was – bij een workshop ‘plan je scriptie’, naar ik meen – uit een tweetal gummen een standbeeld van Alexander Farnese te maken, die gezeten op een Arabische volbloed de stad Mechelen bestormde. Eerlijkheidshalve dient hier wel vermeld dat hij voor Mechelen ook nog twee elastiekjes en een afgeknabbeld plastic koffielepeltje gebruikte.

Differentiatie luidt het parool, en dat geldt ook voor de klusjesman (m/v). Studenten die met vulpen of een lekkende bic handen en andere ledematen beschilderen, zijn daar volop mee bezig. Immers, hiermee verwerven ze de finesses van het betere penseelwerk in een pril stadium. Ook kunnen familieleden – vanwege de pittige gesprekken over de studievoortgang ook wel aangeduid met de krijgshaftige term ’thuisfront – lange tijd na gedane arbeid met eigen ogen vaststellen dat de student druk doende is een imposante carrière op te bouwen als allround klusjesman (m/v). De jongen is goed bezig, het meisje weet van aanpakken, ze verdoen hun tijd niet met cursussen als ‘communicatief leiderschap’.

De student die af en toe notities maakt, heeft het wat moeilijker. De verwarrende indruk kan snel worden gewekt dat het hele klusgebeuren wat naar de achtergrond zakt, en dat hij of zij bezig is met studie-activiteiten. Ik raad studenten die met dit probleem bij me komen altijd aan om het papier voldoende te bevlekken en er stukjes van af te scheuren. Dit neemt de ontstane indruk snel weg en gelukkig doen de meesten het al uit eigen beweging.

Wel zie ik veel studenten de marge van hun A5-blaadjes volkriebelen. Het fijne weet ik er niet van, maar waarschijnlijk gaat het hier om bouwtekeningen, schetsen en offertes. Al schrijft de echte klusjesman (m/v) deze op de achterkant van een bierkaartje, maar allez.

Tijdens het werken aan de masterproef, vloeien al deze competenties samen. De eindscriptie wordt misschien alleen door de begeleidend docent (half) gelezen, maar de status van klusjesman (m/v) is een verworvenheid voor de rest van het leven.

En het houdt studenten in elk geval af van activiteiten die de maatschappij werkelijk schade berokkenen.

Hugo Luijten
Werd geboren, vermoedelijk dan. Of gevonden, men is er mee bezig. Woont volgens aanwijzingen van zij die het kunnen weten in Antwerpen. Veel columns gaan dan ook over het leven in de Scheldestad. Veel ook niet trouwens. Sterker, de meeste columns kennen een ander onderwerp. De vergelijking Nederland-België bijvoorbeeld. Of de stand van zaken in de duistere kroegen die hij frequenteert. Of over zijn zoontje, waarover onlangs het boek 'Baby C' verscheen. Voorts zijn al zijn megalomane projecten te bewonderen op zijn website www.hugoluijten.be

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *