Een hamburger

Op aanraden van een vrij goede vrind had ik ook eens ’n keer – voor het éérst in mijn leven – een lot van een landelijke loterij gekocht. Mijn makker vroeg: ‘Wil je dan niet in je blote kont op een nagenoeg onbewoond palmeneiland liggen luimen in de zon, omringd door inheemse, topless schoonheden?’ Natuurlijk, dat was een aanlokkelijk beeld, de realiteit is echter dat alle loterijen uiteindelijk winst maken, dus je verliest door de bank genomen altijd meer dan je wint. Bovendien, wat is de kans dat dat éne miljoenenbedrag juist in jouw schoot zal vallen…? praktisch nihil.

Toch geschiedde het wonder. Op een avond in maart verscheen een bekende tv-presentator, een vogel met een vlotte babbel, met een gouden koffertje aan mijn voordeur, daarin een symbolische cheque van maar liefst drie (!) miljoen euro. Dat betekende dat ik de rest van mijn leven niet meer hoefde te werken! Iets wat ik – ironisch genoeg – aanvankelijk nog jammer vond ook, aangezien ik juist lekker was ingewerkt bij mijn nieuwe broodheer, de plantsoenendienst van Oss. Ik had het schoffelen eindelijk een beetje onder de knie en wist de karakterologische gebruiksaanwijzingen, waarmee mijn collega’s door het leven plachten te banjeren, steeds beter te lezen. Aan de andere kant: even helemaal niets doen was ook wel lekker. Ik had mijn halve leven in fabrieken gestaan, harde labeur verrichtend tussen mijn collega’s uit Ghana, Marokko, Islamabad, Uitzichtlosistan.

Mijn meisje en ik zouden onze vakantie aanvankelijk doorbrengen zoals ieder jaar gebruikelijk, namelijk op camping Het verroeste Doucheputje nabij Wuustwezel, in schilderachtige Vlaamse contreien. In extremis besloten we onze vakantieplannen rigoureus om te gooien. We hadden plotsklaps de beschikking over liquide middelen in overvloed, en die zouden rollen, of we wilden of niet…

Daarom zit ik nu hier. Uitkijkend over de Ligurische Zee; onder een flonkerende sterrenhemel. Op het terras van ’t beroemde Fairmont. Maartje en ik hebben juist een kreeft van tweehonderd euro naar binnen gewerkt. ’t Beest was niet te vreten. Dat had meer te maken met het feit dat ik sowieso niet echt een liefhebber ben van schaal- en schelpdieren, dan met de kwaliteit van de bereiding; mijn vriendin vertelde me dat deze best in orde was. Eigenlijk wilde ik een biefstukje bestellen, heb me uiteindelijk laten overhalen door de opdringerige ober, die niet uitgepraat raakte, in lyrische bewierokingen, over de verrukkelijkheid van zijn oceaandelicatesse. Nou goed dan, dacht ik toegeeflijk, en nu zit ik met de gebakken peren: ik heb honger als een leeuw.

Vanmiddag hebben we geluncht in het centrum van dit miljonairsoord. Een broodje hamburger voor 25,95 euro. Met gratis uitzicht op de jachthaven van Monte Carlo. Het smaakte mij niet. Voor tien procent van de prijs heb ik bij Bert Kroket in Oss, een broodje dat twee keer zo groot is. Misschien iets vetter, niet zo sophisticated, maar daarom des te lekkerder.

Het is waarlijk wennen, het rijkeluisleventje. Een bestaan dat niet over rozen gaat, hoe zoet de bloemenpracht ook riekt, hier in dit merkwaardige dwergstaatje, waar een flappentap geld uitspuwt alsof het leidingwater is. Ik schaam me. Een suite van 1000 euro per nacht. Weet je hoelang mijn oud-collega’s op de fabriek daar hun rug voor moeten krom werken?

Morgen, beslis ik nu even heel egoïstisch en onafhankelijk van Maartje, vliegen we terug naar Holland. Van daaruit zal ik een weeshuis gaan financieren; in Zimbabwe of Swaziland.

Een hamburger die je zelf verdiend hebt in ’t zweet des aanschijns, is ’n stukje gegrild vlees dat zoveel beter smaakt, dan een exuberant dure, die je in de schoot geworpen wordt. Die laatste smaakt naar rubber.

…denk ik bij mezelf, terwijl twee tafeltjes verderop Boris uit Rusland, mij met zijn chagrijnige zultkop vervaarlijk aankijkt.

[ Uit de bundel: De verhalen ]

5 Reacties

  1. 25,95 euro veel voor een broodje hamburger? Ik zal het tegen een collega van mij vertellen. Hij was met zijn zoon in het Louvre. De zoon at daar, op kosten van pa, (ach kinderen, je hebt ze maar 1 keer, moet de man gedacht hebben), een broodje hamburger van 45 euro. Hij schijnt die rekening bewaard te hebben.

  2. Ik heb ergens wel eens een miljoen neergelegd voor een kop koffie. Dat was een teken van armoede overigens (Peru begin jaren negentig)

Laat een antwoord achter aan Kippfest Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *