Een vrouw zat op een schommel. Naast haar zat een man met een cello tussen zijn benen. Hij speelde een stukkie atonaal improviserend muziekgebeuren. Ze deden net alsof ze een symbiose vormden. De vrouw reageerde op de cellotonen, de cellist op de bewegingen van de vrouw. Soms moesten ze tegelijk lachen. Het miezerde zachtjes.
De vrouw op de schommel was een manager van een of ander bedrijf. Het tafereel dat wij net te zien hadden gekregen in deze uitzending van Tegenlicht, was onderdeel van een cursus die ten doel had de vrouw en haar medecursisten te laten ontdekken hoe ze haar functie anders kon invullen. Want dat is hard nodig.
De manager is namelijk de schuld van alles wat er fout is in deze wereld. Managers houden ons van ons werk. Ze hebben geen flauw benul van wat we doen en hoe je dat doet, maar ze willen wel dat we doen wat zij willen. En op basis daarvan geven ze ons beoordelingen. Managers bestaan enkel en alleen bij de gratie van de managers. Ze maken zichzelf en elkaar belangrijk en zo houden ze hun soort in stand. Het is een onhoudbare situatie.
Het moest, zo betoogde Tegenlicht, maar eens voorbij zijn met de manager. Werknemers zijn zelf in staat verantwoordelijkheid te dragen. Die managers vertragen alles en kosten klauwen met geld. Weg ermee! Alleen, wat doen we dan met al die hoogopgeleide nuttelozen? Ze kunnen niks, dus komen nergens aan de bak. Gooien we die allemaal op straat? Met het risico dat ze verwarde mannen gaan managen?
Gelukkig zijn managers niet voor één gat te vangen. Ze hebben zelf ook wel door dat ze overbodig worden. Maar een manager zou geen manager zijn, als hij daar geen uitdaging in zag. De manager moet zichzelf weer onmisbaar maken. De manager moet leren om op een andere manier leiding te geven. Niet meer vertellen wat en hoe iemand iets moet doen, maar interesse tonen en suggesties doen. De manager moet coach worden. En alles wat kan helpen om die omschakeling te bewerkstelligen moet met beide handen worden aangepakt. Een potje schommelen en opgaan in geïmproviseerde cellomuziek is perfect. Bedrijven betalen daar grof geld voor. En verder moeten er extra managers worden aangesteld om de overige managers te helpen bij hun transitie.
Kortom, het komt wel goed met de manager. En anders kunnen we ze natuurlijk ook gewoon naar IS sturen. Om daar een stukje efficiency te implementeren. Geen onthoofdingen meer, maar bilateraaltjes. Geen handen afhakken, maar op naar een hands on-mentaliteit! Geen sharia maar functioneringsgesprekken. Binnen een jaar is dat hele IS verleden tijd. Een win-winsituatie, zoals ze dat zo mooi in managerstaal noemen.
Wat is dit alweer heerlijk geschreven.
Ik zie zo’n functioneringsgesprek wel voor me:
Zo, Mohammed Ben Jansen, hoe schat jij je eigen functioneren binnen de organisatie in?
Nou, uh, best wel goed eigenlijk.
Eens kijken. Je hebt deze week maar één journalist onthoofd en één vrouw verkracht. En dat noem jij goed functioneren?
Nou, we zaten deze week wat krap in de ongelovigen en ik wilde voor de anderen ook iets overlaten. We zijn tenslotte toch een team?
Enz.