Poepchinees

Omdat het ingewikkelde tijden zijn, die hoogstwaarschijnlijk alleen maar ingewikkelder worden, vonden wij het wel zo verstandig onze zoon te duidelijk te maken dat het woord poepchinees not done was these days. Ik had het hem zelf geleerd, omdat ik het zo’n leuk woord vond vroeger, maar mevrouw Molovich had mij laten inzien dat het niet meer kon in deze post-nummertje-39-met-rijst-periode. Noem het étiquette.

Mijn zoon vond het maar vreemd dat hij dat woord niet meer mocht zeggen. Het was immers zo’n leuk woord. Kon ik niet ontkennen. Ik vertelde dat het niet aardig was voor de Chinezen. Hij vroeg wat Chinezen waren? Even overwoog ik mijn ogen tot spleetjes te trekken, maar dat deed ik toch maar niet. Mijn zoon heeft een kaart van de wereld op z’n kamer hangen, ik liet ‘m zien waar de Chinezen woonden.

Later kwam hij er op terug. Hij had het er met een klasgenootje over gehad, en zij wist te vertellen dat je het woord poepchinees wel degelijk mocht zeggen, omdat de Chinezen heel ver weg woonden en het onmogelijk konden horen. Ik vertelde dat er genoeg Chinezen in Nederland woonden, zelfs in het vrij blanke Zwolle, maar dat het daar niet om ging. Waar het dan wel om ging, kon ik niet uitleggen. Vooral waarschijnlijk omdat het juist precies was waar het wel om ging.

Afijn. U begrijpt dat ik in de morele problemen ben gekomen. Ik ben mijn zoon aan het censureren. Hoever moet ik daarin gaan? Momenteel luisteren wij vrij vaak naar de nieuwe plaat van De Jeugd van Tegenwoordig. Daarin komt het behoorlijk briljante Op een geile manier voor. Op zich heb ik er geen problemen mee dat mijn zoon die woorden zou gaan nazingen. Maar je weet nooit hoe de juf reageert als mijn zoon ineens luidkeels ‘op een geile manier, op een seksuele wijze’ loopt te zingen terwijl hij van twee closetrolletjes een verrekijker maakt. Zoals ik al zei: het zijn ingewikkelde tijden. Straks moet ik ‘m dat ook alweer gaan afleren. Net zoals ik ‘m nu probeer bij te brengen dat je in het openbaar niet met je piemel mag spelen, hoe leuk je het ook vindt om met je piemel te spelen. Niet dat hij in het openbaar met zijn piemel speelt, maar thuis doet hij het soms wel, zomaar, terwijl hij op de bank zit. Voor je het weet doet ie het ook in de supermarkt, denk je dan. Ook geen ramp, maar je moet ‘m wel vertellen dat we in een maatschappij leven waarin dat onbetamelijk is.

Het probleem is dat mijn zoon, om het in religieuze termen te zeggen, nog in het paradijs leeft. Hij heeft nog niet echt een goede hap genomen van de appel van de boom van de kennis van goed en kwaad. Je wil ‘m al die dingen het liefst zo lang mogelijk besparen, maar omdat hij nu eenmaal leeft in een onverschillig universum dat geen enkele rekening houdt met de onschuld van een kind, ben je gedwongen hem zo nu en dan toch wat minihapjes te voeren.

Mijn zoon vroeg of hij dan poepinees mocht zeggen, in plaats van poepchinees. Ik vond het er net iets te veel tegenaan leunen. Poepifee dan. Hm. Tja. Hm. Mevrouw Molovich vond van niet. Hij bedoelde er immers poepchinees mee. En poepiescheet dan? Mij leek dat geen probleem. Mevrouw Molovich wel, want ze wist wat hij bedoelde. Hij mag kortom poepiescheet zeggen, zo lang hij er maar geen poepchinees mee bedoelt.

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

4 Reacties

  1. Bij ons thuis deed de missus er ook moeilijk over. Helemaal als manlief een luier verschoonde, heel hard uitriep “Poepchinees” en dan (iedere keer weer) hard om zijn eigen grap lachte…Manlief is Chinees en de missus heeft het opgegeven!

  2. Op het moment dat je, je kind leert geen “poepchinees” meer te zeggen maar “Op een geile manier” wel goedkeurt ontstaat er naar mijn idee verwarring. Op een geile manier voor, lijkt mij ook geen taal voor (wat ik aanneem door middel van de geschreven tekst) een kleuter. Het is nu nog grappig, maar op het moment dat je kleuter grof gebekt bij andere kinderen over de vloer komt, kan het wel zo zijn dat de ouders daar iets op tegen hebben.

    Wees hierin consequent.

  3. Hij heeft ‘op een geile manier’ nooit zelf gezegd. Hij had het natuurlijk zomaar kunnen zeggen, maar dat hij heeft hij niet gedaan. Wat mij betreft mag hij die woorden wel kennen, hij moet alleen weten dat ie ze niet altijd mag gebruiken. Zo zingt hij de laatste tijd geregeld ‘ik ben een koning, ik ben een keizer, ik ben een motherfucking admiraal’, woorden van Typhoon en diens Fakkelbrigade. Ik vind het niet erg dat hij het woord motherfucking kent, ik wil wel dat hij weet dat je dat niet zomaar kan zeggen. Daarom leer ik hem om tijdens het woord ‘motherfucking’ aanhalingtekens met zijn vingers te maken, zodat de mensen begrijpen dat hij het ironisch bedoelt.

  4. Het feit dat u uw wederhelft nodig heeft om tot het inzicht te komen dat het aanleren van racial slurs aan uw kind niet fatsoenlijk is, getuigt van enige wereldvreemdheid. Kennelijk is uw zoon niet het enige gezinslid dat nog wat opvoeding nodig heeft.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *