Bioloog Frans de Waal was te gast bij Twan Huys in College Tour.
Is er een gelovige in de zaal, vroeg Twan Huys aan de studenten. Een jongen stond op. Hij geloofde ‘zeker in God’. En hij geloofde dat het noodzakelijk was om, op een of andere manier, verantwoording te moeten afleggen. Frans de Waal had kunnen antwoorden dat ook de meeste atheïsten wel iemand hebben om verantwoording aan af te leggen. Je vader, je vrouw, je kinderen, je beste vriend, je nageslacht, de kosmos. Zo had er een wezenlijke dialoog kunnen ontstaan tussen twee overtuigingen.
Maar in plaats daarvan wendde Frans de Waal zich af van de jongen en vertelde hij tegen Twan Huys dat goden zich pas met de moraal gaan bemoeien als een samenleving te groot wordt. De gelovige jongen werd gereduceerd tot een bewijsstuk van een theorie.
Ik vond het van weinig empathie getuigen. En dat terwijl Frans de Waal ooit op de vraag wat hij zou verbeteren aan de mens, antwoordde dat we wel wat meer empathie konden gebruiken. Zijn collega Dick Swaab was het daar niet mee eens. Met empathie maak je de wereld niet mooier. Zo zouden zelfs meedogenloze dictators in eigen kring zeer empathisch zijn. We zagen een lachende Adolf Hitler op het Adelaarsnest. Met meer empathie schoot je dus niks op. Dick Swaab was van mening dat, wanneer je de mens wilde verbeteren, je de behoefte om achter alfamannetjes aan te lopen moest wegnemen. Die behoefte, dat was de bron van alle ellende. Frans de Waal stelde hier weer tegenover dat niet elk alfamannetje een manipulerende dictator is. Sommige alfamannetjes zijn in alle lagen van de bevolking populair.
Een tijdje geleden zag ik een tv-programma over het Milgram-experiment. Daarin stelde een wetenschapper dat mensen die voor zichzelf duidelijke morele grenzen hebben gesteld, makkelijker een bevel van bovenaf kunnen weigeren dan mensen die dat niet hebben gedaan. Zij hebben vaak wel degelijk dezelfde morele bezwaren bij het geven van schokken aan mensen die ze niet kennen. En hun empathisch vermogen zorgt er bovendien voor dat ze het verschrikkelijk vinden om die schokken uit te delen. Maar omdat ze niet op een zeker punt in hun leven expliciet met zichzelf hebben afgesproken dat er grenzen aan hun gehoorzaamheid zitten, zijn ze bereid om een onbekende pijn te laten lijden, enkel en alleen omdat hen dat wordt opgedragen. Ondanks hun empathisch vermogen.
Ik vermoed, kortom, dat Dick Swaab gelijk heeft. Maar er valt dus wat aan te doen. Door jezelf morele grenzen op te leggen waaraan je je kan houden in tijden dat je uitgedaagd wordt om ze te negeren. En daarbij kan religie dan weer helpen. Zie bijvoorbeeld de Tien Geboden. De gelovige jongen die met Frans de Waal in discussie was, zei dat hij de morele verplichting had om op God te koersen, omdat God hem naar Zijn evenbeeld had geschapen. Wel jammer dat zijn evenbeeld, als ik het Oude Testament mag geloven, een eenzaam en gefrustreerd alfamannetje is, even onberekenbaar en meedogenloos als een boze chimpansee.
[Dit stukkie verscheen ook op Sargasso.]
Het kan ook zonder religie met de categorische imperatief van Kant: je moet handelen op de manier waarvan je zou willen dat iedereen zo zou handelen. Of: wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.