Fiets ik in redelijk hoog tempo over het fietspad, word ik ingehaald door twee rustig trappende vijftigers op een fiets met trapondersteuning. Daarna word ik bijna omvergeblazen door een colonne kekke ‘Italiaanse’ scooters. Als enige echte zelftrappende gebruiker op het fietspad ken ik mijn plek, helemaal onderaan in de hiërarchie. Ik stel mij dan ook bescheiden op en maak plaats voor iedereen.
Voor mij rijdt een gewichtig paar, elk in een scootmobiel, druk kleppend naast elkaar op datzelfde fietspad. De scootmobielers vinden dat ze rechten hebben. Meer rechten dan de fietsers met trapondersteuning en de scooters samen. Zij blijven dus breed naast elkaar tuffen. Er ontstaat een file bij het inhalen.
Bij het eerstvolgende stoplicht staan we allemaal gezamenlijk voor rood. De accu’s en motoren ronken om zo snel mogelijk weg te zijn, in elk geval vòòr de scootmobielen. Ik zet mijn trappers recht en de versnelling laag.
Terwijl ik accelereer, vraag ik me af wanneer de zelftrappende fietser van het Nederlandse fietspad is verdwenen? Het moet een zeer recente ontwikkeling zijn, want ik ben toch echt maar twee jaar weggeweest uit dit land. Of is het iets typisch Eindhovens misschien?
Denk het niet. Hier in Amersfoort rukken ze ook op.
Het is een plaag dus.
Waar ik woon proberen ze er al rekening mee te houden. Er worden hier fietspaden aangelegd met afmetingen waar een kleine snelweg nog jaloers op zou zijn.
Ze moeten natuurlijk tweebaans fietspaden maken! Een baan voor ongemotoriseerd, één baan voor gemotoriseerd. Oja en nog een baan voor bakfietsen.