Hugo hielp mij overeind, zette mij op de stoel terug en ging met zijn handen op zijn knieën voor mij staan. Hij keek rond mijn gezicht. “Alles ok?” Ik knikte voorzichtig. “Mooi zo. Poging nummer twee. Focus je op een klein vlammetje. Met grote dingen kunnen we wel wachten.” Ik sloot mijn ogen, concentreerde mij en ontspande lichtjes. Mijn handen begonnen te gloeien, mijn vingers tingelden lichtjes. Ik open mijn ogen en grijnsde als een idioot naar het brandende stammetje. Een keurig vlammetje brandde op de top, als de lont van een kaars.
We oefenden een week met vuur. Diverse dingen gingen in vlammen op en Hugo keek tevreden toe. Nu dat ik de basis onder controle had wou hij een stap verder gaan. Hij naam mij mee naar buiten, naar een open plaats in het bos. Daar stonden een aantal zakken met droog gras, gevuld en gevormd als mensen. Hij zette mij aan de overzijde van de open plek en wees naar de poppen. “Leef je uit.”