Koningin Beatrix zag zichzelf als het geweten van Nederland, zo bleek ook uit haar afscheidsrede. Op die manier meende zij haar volk het beste te dienen. De vraag is of dat wel zo was.
Toen prinses Beatrix achttien jaar werd, kreeg zij uit gans het land gelukwensen toegeworpen. In een toespraak, te zien in Beatrix, portret van een koningin, bedankte zij het volk voor de vele warme woorden. ‘In het woord “dank” ligt alles besloten wat ik jegens u voel,’ zei ze. Op even plechtige toon uitgesproken als de woorden waarmee ze haar regeerperiode gisteren afsloot. In de aankondiging van haar aftreden zei ze het zo: ‘Ik ben u diep dankbaar voor het vertrouwen dat u mij hebt gegeven in de vele mooie jaren waarin ik uw koningin mocht zijn.’
Je kijkt naar haar en je ziet: ze meent het allemaal uit de grond van haar hart. Het zijn geen loze woorden van iemand die een toneelstukje opvoert en dit zegt omdat dat nu eenmaal bij haar positie hoort. Geen haar op heur hoofd dat leek te twijfelen aan het nut van de functie die ze bekleedde.
Wie gisteren naar de afscheidsrede van Beatrix luisterde, kreeg te horen dat de democratie gebaat is bij de monarchie. Juist door een vorst op te nemen in de regering, zorg je voor continuïteit. ‘De koning staat voor eenheid, dienstbaar aan een samenleving in beweging,’ aldus onze voormalige koningin. Een vorst kan meehelpen om het volk respect voor de democratie bij te brengen, om saamhorigheid te stimuleren, om de zelfontplooiing van alle lagen van de bevolking te bevorderen.
Beatrix lijkt zichzelf te zien als het geweten van Nederland. In haar toespraken legt ze de nadruk op ieders verantwoordelijkheid, op saamhorigheid, op tolerantie. Door zitting te nemen in de regering, ongeacht de politieke kleur daarvan, is de vorst de enige constante in een veranderende samenleving. Voorbij de waan van de dag, om met Rob Wijnberg te spreken.
En passant hamerde ze gisteren op het belang van een verenigd Europa. Wat toch echt een poging is om het volk haar persoonlijke politieke voorkeur in de maag te splitsen. Kennelijk zit het haar hoog.
Zaterdag overleed NRC-columnist J. L. Heldring. In zijn afscheidsstuk, verschenen op 7 april 2012, schreef hij: ‘De natie is ontstaan door de behoefte van velen tot eenwording. Eenmaal één geworden, wordt de natie, product van die eenwording, zelf niet meer gedreven door die behoefte. Die is immers bevredigd, opgeraakt door die eenwording.’ Deze redenering staat aan de basis van Heldrings Euroscepsis. Niet dat hij tegen een verenigd Europa was, hij had er alleen een hard hoofd in dat het zou werken.
Het volk heeft geen behoefte aan een verenigd Europa, het volk heeft Oranje. Beatrix zelf, belichaming van die eenheid, voelt die behoefte juist wel. Zij kan nog zoveel dankbaarheid voelen voor haar volk, zij zal er nooit toe behoren. In de een na laatste zin van zijn laatste stuk, schrijft Heldring over de taak van de columnist: ‘Waarom het gaat is niet de lezer te bekeren, maar hem ten dienste te zijn.’ Lees volk waar lezer staat en je ziet wat Beatrix zo nu en dan vergat wanneer zij zich toch liet meeslepen door de waan van de dag, juist door te denken die te ontstijgen.
[Dit stukkie verscheen op Sargasso]
Kan je niet eens een stukje schrijven over de voor- en nadelen van ‘Europa’, want ik weet het zo onderhand echt niet meer..
Lang leve de Koningin!! Niet zeiken. Oh ja, en de koning.
Het wordt tijd dat Willem zich PROFILEERT.